Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica H1 (3 mavo)
Grammatica
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica
Slide 1 - Tekstslide
Welke twee manieren hebben we geleerd om de pv te vinden?
Slide 2 - Open vraag
De persoonsvorm is altijd een...
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de pv?
Ik vind Nederlands een moeilijk vak.
Slide 5 - Open vraag
Wat is de pv?
Wie heeft de voetbalwedstrijd gewonnen?
Slide 6 - Open vraag
Wat is het gezegde?
Slide 7 - Open vraag
Gezegde (gez)
Het gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin.
Dus OOK de persoonsvorm.
Let op splitsbare werkwoorden (schrijf...op = opschrijven)
Slide 8 - Tekstslide
Noteer het gezegde.
De docent geschiedenis stelde de toets twee keer uit.
Slide 9 - Open vraag
Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het onderwerp?
Vis bijt kat
Slide 12 - Open vraag
Noteer de pv en het ow:
De luchtballonnen stortte neer in het weiland naast de snelweg
Slide 13 - Open vraag
Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 14 - Open vraag
Lijdend voorwerp (lv)
Je vindt het lijdend voorwerp door in een zin te vragen:
Wat/Wie + gezegde + onderwerp?
Ik plak mijn band.
Persoonsvorm (gezegde):
plak
Onderwerp: wie plakt? =
ik
Vraa
g: Wat plak ik? =
mijn band.
Lijdend voorwerp = mijn band.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het lijdend voorwerp?
Ik wil dolgraag een piramide zien.
Slide 16 - Open vraag
Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?
Slide 17 - Open vraag
Meewerkend voorwerp (mv)
Je vindt het meewerkend voorwerp door te vragen:
Aan wie/Voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Slide 18 - Tekstslide
Wat is het meewerkend voorwerp?
Aan een mooie rivier geef ik een cadeau aan mijn tante.
Slide 19 - Open vraag
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bijwoordelijke bepaling.
Slide 20 - Tekstslide
Bijwoordelijke bepaling
Antwoord op vragen als: waar, wanneer, hoe
Blijven vaak als laatste over in de zin
Niet elke zin heeft een bijwoordelijke bepaling (bwb)
Slide 21 - Tekstslide
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Ik zou in Egypte willen wonen.
Slide 22 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Grammatica - herhaling (3 mavo)
September 2018
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Grammatica - herhaling (t/m BVB)
Januari 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
2K grammatica zinsdelen H6
Juni 2018
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Grammatica - zinsdelen
Januari 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
3VMBO zinsdelen
Januari 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 3
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica - zinsdelen (klas 2a - H1)
September 2020
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Grammatica 3kader PWW
November 2020
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3