• Wat is LessonUp
  • Zoeken
  • Kanalen
‹Terug naar zoeken

Grammatica persoonsvorm, onderwerp en gezegde

De persoonsvorm
  • De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in de zin.
  • Je vindt de persoonsvorm door de zin vragend te maken. Het eerste werkwoord dat vooraan komt, is de persoonsvorm.
  • Bijvoorbeeld:
Petra heeft een leuke baan.
Heeft Petra een leuke baan?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De persoonsvorm
  • De persoonsvorm is het belangrijkste werkwoord in de zin.
  • Je vindt de persoonsvorm door de zin vragend te maken. Het eerste werkwoord dat vooraan komt, is de persoonsvorm.
  • Bijvoorbeeld:
Petra heeft een leuke baan.
Heeft Petra een leuke baan?

Slide 1 - Tekstslide

Nog een voorbeeld:
  • Petra werkt bij een dierenarts.
Werkt Petra bij een dierenarts?

  • Ze doet allerlei klusjes.
Doet ze allerlei klusjes?

Slide 2 - Tekstslide

Nog een manier:
  • Je kunt ook de tijd van de zin veranderen:
Ze ontvangt de mensen en de dieren in de wachtkamer.
Ze ontving de mensen en de dieren in de wachtkamer.

  • Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm.

Slide 3 - Tekstslide

Nog een voorbeeld:
  • Petra moet bijvoorbeeld het zieke dier vasthouden.
Petra moest bijvoorbeeld het zieke dier vasthouden.

Welke werkwoord verandert? 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Je kunt steeds meer op het internet kopen.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Je weet soms niet welke winkel betrouwbaar is.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Je moet op een paar dingen letten.

Slide 7 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Ik vergelijk prijzen van verschillende websites.

Slide 8 - Open vraag

Het onderwerp
  • Het onderwerp vind je door de volgende vraag te stellen.
Wie of wat + persoonsvorm
  • Voorbeeld:
Mijn zus koopt online altijd veilig met iDeal.
Persoonsvorm: koopt
  • Wie of wat koopt?
Onderwerp: mijn zus

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het onderwerp?
Ze bekijkt eerst de voorwaarden.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Een goede webwinkel krijgt een keurmerk.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Je herkent het keurmerk aan een plaatje op de website.

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden?
Mijn moeder heeft gisteren hard gewerkt.

Slide 13 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden?
De bomen krijgen in de lente nieuwe blaadjes.

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden?
Ik moet al mijn huiswerk nog maken.

Slide 15 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden?
Mag ik jouw blauwe stift lenen?

Slide 16 - Open vraag

Wat zijn de werkwoorden?
De chocolade melk wordt warm gedronken.

Slide 17 - Open vraag

Meer lessen zoals deze

Grammatica persoonsvorm, onderwerp en gezegde

October 2021 - Les met 24 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Grammatica persoonsvorm, onderwerp en gezegde

November 2023 - Les met 27 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

1b 10-04-2024

April 2024 - Les met 32 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 1,2

Gramm pv

January 2024 - Les met 12 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Gramm pv

November 2023 - Les met 13 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Gramm pv

August 2023 - Les met 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

taalverzorging 4.5 en 4.6

March 2025 - Les met 37 slides
NederlandsMBOStudiejaar 2

T2L9: Supertalenten

February 2023 - Les met 10 slides
NederlandsLager onderwijs
LessonUp
Algemene voorwaardenPrivacy StatementCookie StatementContact
Nederlands

Onze cookies

Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.

Bewerk instellingen