14-01-2021 donderdag HIB 3A

Doel

  • Je kunt informatie vragen over een vacature.
     Welk diploma moet ik hebben?
     Kan ik parttime werken? 
  • Je kunt een zin met een scheidbare werkwoord in de voltooide tijd maken.
    Eduardo heeft de tafel opgeruimd.  
      
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2 Taalcompleet A2 6.6 en 6.7MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel

  • Je kunt informatie vragen over een vacature.
     Welk diploma moet ik hebben?
     Kan ik parttime werken? 
  • Je kunt een zin met een scheidbare werkwoord in de voltooide tijd maken.
    Eduardo heeft de tafel opgeruimd.  
      

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf scheidbare werkwoorden op

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Link

stappen
ruimen
kleden
laden
kijken
uit
op
aan
op
na

Slide 16 - Sleepvraag

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Soraya heeft een nieuw recept geprobeerd.
B
Soraya probeert een nieuw recept.
C
Soraya probeerde een nieuw recept.

Slide 17 - Quizvraag

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Ik lees het boek.
B
Ik las het boek.
C
Ik heb het boek gelezen.

Slide 18 - Quizvraag

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Yusuf nam iets lekkers mee.
B
Yusuf neemt iets lekkers mee.
C
Yusuf heeft iets lekkers meegenomen.

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Ik nodig iedereen uit.
B
Ik nodigde iedereen uit.
C
Ik heb iedereen uitgenodigd.

Slide 20 - Quizvraag

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Ik ben om zeven uur opgestaan.
B
Ik stond om zeven uur op.
C
Ik sta om zeven uur op.

Slide 21 - Quizvraag

Welke zin staat in de voltooide tijd?
A
Joost is op tijd aangekomen.
B
Joost kwam op tijd aan.
C
Joost komt op tijd aan.

Slide 22 - Quizvraag


Welk scheidbaar werkwoord hoor je?

Slide 23 - Open vraag


Welk scheidbare werkwoorden hoor je?

Slide 24 - Open vraag


Welk scheidbare werkwoorden hoor je?

Slide 25 - Open vraag


Welk scheidbare werkwoorden hoor je?

Slide 26 - Open vraag


Welk scheidbare werkwoorden hoor je?

Slide 27 - Open vraag

Maak een zin in de voltooide tijd met afspreken

Slide 28 - Open vraag

Maak een zin in de voltooide tijd met
oversteken.

Slide 29 - Open vraag

Maak een zin in de voltooide tijd met
opbellen.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide


Welke scheidbaar werkwoorden hoor je?

Slide 36 - Open vraag