Staal blok 1, week 4, les 4

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

Staal blok 1, week 4, les 4

Herhaling 

Noem een luchtwoord

Voorvoegsel 

Erik heeft een geheim.

Hij is verliefd. 

Erik begint te zingen.

Wat een fijn gevoel!

Een woord met
een voorvoegsel.

Achtervoegsel 

Van verliefd zijn word je vrolijk.

Erik wil iets maken voor zijn meisje. 

Iets grappigs of misschien iets vrolijks. 

Erik maakt een mooie tekening, prachtig!

Noem een verkleinwoord

Klankgroepenwoord 

de schuren 

Hak het woord in klankgroepen.

De klankgroep is schuu. 

De laatste klank is uu. 

Dat is een lange klank, dan neem ik een stukje van de uu weg. 

Waar staat het goed geschreven woord? (Denk aan de klankgroepen)

1. booren
2. boren
3. borren
4. booreen

Klankgroepenwoord

wij zwerven 

Hak het woord in klankgroepen. 

De klankgroep is zwerrr.

De laatste klank is r.

Dat is een medeklinker, dus ik schrijf het woord zoals ik het hoor.

Waar staat het goed geschreven woord? (Denk aan de klankgroepen)

1. veerven
2. verfen
3. verven
4. verveen

Klankgroepenwoord 

Het innerlijk

Hak het woord in klankgroepen. 

De klankgroep is i. 

De laatste klank is i. 

Dat is een korte klank, dus ik schrijf de n dubbel. 

Waar staat het goed geschreven woord? (Denk aan de klankgroepen)

1. dubel
2. dubeel
3. dubbell
4. dubbel

Werkwoord

Wat zijn de 3 lidwoorden?

Maak de les zelfstandig 

opdracht 1: Schrijf het woord op met een achtervoegsel.

opdracht 2: Schrijf het verkleinwoord op. 

opdracht 3: schrijf de woorden in de goede rij + de lidwoorden

opdracht 4: zelfstandig 

klaar: tafeldiploma