Les 3A metalen

Handvaardigheidsopleiding Basisboek 1-2
Hoofdstuk 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
PIEMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Handvaardigheidsopleiding Basisboek 1-2
Hoofdstuk 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3A
Metalen
Aan het eind van de les weten we meer over metalen en hun gedrag tijdens het lassen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten we nog over elektrotechniek?

Slide 3 - Woordweb

Metalen en hun gedrag bij het lassen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Metalen en hun gedrag bij het lassen
Opbouw metalen.
Als je een stukje zuiver ijzer doormidden zaagt, en daarna nog een keer en daarna nog een keer enzovoorts, dan zal elk stukje nog steeds alle eigenschappen hebben van ijzer.
Het allerkleinste deeltje wat nog juist deze eigenschappen heeft is het atoom.
Een zuiver materiaal is opgebouwd uit een soort atomen. We noemen zo'n materiaal ook wel element.
IJzer en koper zijn voorbeelden van elementen.
Alle zuivere materialen (elementen) zijn dus opgebouwd uit een soort atomen.
De namen van de elementen worden niet voluit geschreven. Er worden afkortingen gebruikt, die internationaal hetzelfde zijn. Verderop in dit hoofdstuk leer je de afkortingen van een aantal elementen.



Slide 6 - Tekstslide

Staal kristal
Als een materiaal is opgebouwd uit verschillende atomen, dan is het kleinste deeltje dat nog alle eigenschappen heeft van dat materiaal het molecuul (dat weer is opgebouwd uit de verschillende atomen). Veel aan elkaar hangende atomen of moleculen samen vormen een kristal. Bekende kristallen zijn die van suiker en die van zout.

Slide 7 - Tekstslide

Alle metaal kristallen zijn veel kleiner dan die van suiker of zout. Koelen we vloeibaar metaal af, dan gaan de ijzeratomen zich rangschikken volgens een bepaald rooster en vormen zo een kristal. De metaalkristallen hebben onderling een zeer sterke binding.

 Metalen kunnen bestaan uit grote of kleine kristallen. Hoe kleiner de kristallen, hoe groter de onderlinge binding en hoe sterker het metaal. Dus een metaal dat bestaat uit kleine kristallen heeft een hogere sterkte en een metaal dat bestaat uit grote kristallen een lagere sterkte.
Om de zuivere metalen betere eigenschappen te geven worden zij gemengd met een of meer andere elementen. Dit mengen kan natuurlijk alleen maar als de metalen eerst vloeibaar gemaakt warden, dus bij grote hitte. We noemen dit mengen van vloeibare metalen: legeren.
 

Slide 8 - Tekstslide

Staal
Staal is een legering van het element ijzer met andere elementen, zoals koolstof, mangaan en silicium. Staal wordt niet in de natuur gevonden, maar wordt gemaakt uit ijzererts dat wel in de natuur voorkomt. IJzererts is een verbinding van ijzer met zuurstof, een ijzeroxide. Een andere naam voor een ijzer­ zuurstofverbinding is 'roest'.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

 Vragen
Beantwoord de vragen om te controleren of je de theorie goed hebt begrepen.

Veel succes!

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Open vraag


A

Slide 18 - Quizvraag