Naamvallen

Naamvallen 
Herhaling en oefenen
- voorzetsels vast
- keuzevoorzetsels
- ontleden
- tijdsbepaling zonder voorzetsel
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Naamvallen 
Herhaling en oefenen
- voorzetsels vast
- keuzevoorzetsels
- ontleden
- tijdsbepaling zonder voorzetsel

Slide 1 - Tekstslide

Naamvallen... Wat weet je eigenlijk nog?

Slide 2 - Woordweb

Welke uitspraak is waar?
"De eerste stap bij naamvallen is....
A
het ontleden van de zin
B
het zoeken van voorzetsels

Slide 3 - Quizvraag

Waar staat de 1e naamval voor?
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Lijdend voorwerp
C
Onderwerp
D
Meewerkend voorwerp

Slide 4 - Quizvraag

Lijdend voorwerp is de ..... naamval
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 5 - Quizvraag

Meewerkend voorwerp is de .... naamval
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 6 - Quizvraag

von, seit en bei
Voorzetsels:
A
vast 3e
B
vast 4e
C
keuze

Slide 7 - Quizvraag

für, ohne, um
voorzetsels....
A
vast 3e
B
vast 4e
C
keuze

Slide 8 - Quizvraag

Hoe vind je het onderwerp in de zin?
A
Zin vragend maken
B
wie/wat + pv
C
wie/wat + onderwerp + gezegde
D
aan wie/voor wie

Slide 9 - Quizvraag

Hoe vind je het lijdend voorwerp in de zin?
A
zin vragend maken
B
wie/wat + pv
C
wie/wat+onderwerp + gezegde
D
aan wie/voor wie

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?
A
zin vragend maken
B
wie/wat + pv
C
wie/wat + onderwerp + gezegde
D
aan wie/voor wie

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
geslacht opzoeken - zinsdelen bepalen - ontleden - voorzetsels zoeken - bepalen naamval vz. - der/ein-groep nodig

Slide 12 - Open vraag

Ich habe d..... Chef (m) endlich mal d..... Wahrheit (v) gesagt.

Slide 13 - Open vraag

Sie können (de) Arzt Ihr Rezept geben.

Slide 14 - Open vraag

Was für (een) Geschenk (o) hast du für (mij) gekauft?

Slide 15 - Open vraag