3 strafrecht: de opsporing

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welke drie machten kennen wij in onze democratische rechtsstaat?
A
Landmacht, luchtmacht en politiemacht
B
Uitvoerende macht, wetgevende macht en rechterlijke macht
C
Uitvoerende macht, controlerende macht en instemmende macht

Slide 2 - Quizvraag

Waaruit blijkt dat Nederland een rechtsstaat is?
A
A. De rechten van de burgers worden bepaald door het staatshoofd
B
De regering heeft geen invloed op de wetgevende macht
C
De rechten van de burgers zijn vastgelegd in wetten.
D
De regering heeft invloed op uitspraken van de rechters.

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer zijn sociale grondrechten opgenomen in de grondwet?
A
1848
B
1917
C
1919
D
1983

Slide 4 - Quizvraag

Vrijheid van meningsuiting is een:
A
Klassiek grondrecht
B
Grondwet
C
Kiesrecht
D
Grondrecht

Slide 5 - Quizvraag

Recht op onderwijs is een ...
A
Klassiek grondrecht
B
Sociaal grondrecht

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen klassiek grondrecht maar een sociaal grondrecht?
A
vrijheid van meningsuiting
B
recht op woongelegenheid
C
vrijheid van godsdienst
D
vrijheid van onderwijs

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor het burgerlijk recht?
A
Civiel recht
B
Burgerrecht
C
Publiekrecht
D
Staatsrecht

Slide 8 - Quizvraag

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 9 - Quizvraag

Wie heeft de uitvoerende macht in de Trias Politica?
A
Parlement
B
Regering
C
De rechters
D
De Koning

Slide 10 - Quizvraag

Wie heeft de wetgevende macht in de trias politica?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters
D
Koning

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het legaliteitsbeginsel?
A
Geen straf zonder wet
B
straffen voor jongere mensen
C
beloningen
D
straffen van vroeger

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent de ne bis in idem-regel?
A
Je kunt alleen gestraft worden voor overtreding van regels die in de wet staan en die voor iedereen gelden
B
Een verdachte kan via de rechter zijn sociale grondrechten afdwingen.
C
De maximale straf die een rechter kan opleggen is wettelijk vastgelegd
D
Je kunt niet twee keer voor hetzelfde strafbare feit worden vervolgd.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide


A
overtreding
B
misdrijf

Slide 17 - Quizvraag


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 18 - Quizvraag


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 19 - Quizvraag


A
overtreding
B
misdrijf

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Tekstslide