samgesteldezinnen_havo2

Uit hoeveel enkelvoudige zinnen bestaat deze tekst?
Het aantal verpleeghuizen met coronabesmettingen neemt fors toe. Binnen worden hele woongroepen afgesloten uit angst voor verdere verspreiding. Bezoekers waren al niet meer welkom. Het is voor de bewoners afwachten.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Uit hoeveel enkelvoudige zinnen bestaat deze tekst?
Het aantal verpleeghuizen met coronabesmettingen neemt fors toe. Binnen worden hele woongroepen afgesloten uit angst voor verdere verspreiding. Bezoekers waren al niet meer welkom. Het is voor de bewoners afwachten.

Slide 1 - Tekstslide

Uit hoeveel enkelvoudige zinnen bestaat de tekst van de vorige dia?
A
3
B
5
C
4
D
2

Slide 2 - Quizvraag


A
3
B
5
C
4
D
2

Slide 3 - Quizvraag

Enkelvoudige zinnen
Een zin die bestaat uit 1 persoonsvorm = enkelvoudige zin. 
Zorgverleners moeten na de coronacrisis worden beloond voor hun harde werken. 

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Een zin met meer dan 1 pv = samengestelde zin
De rechtbanken zijn gesloten, want er heerst een coronacrisis.
We werken nu allemaal vanuit huis, omdat de scholen dicht zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Een samengestelde zin kan bestaan uit hoofdzinnen en bijzinnen. 
Een hoofdzin is:                                                                                           Een bijzin is: 
- belangrijkste zin in de samengestelde zin.                                    - niet de belangrijkste zin 
Deze kun je niet weglaten.                                                                       Deze kun je weglaten.
-ow en pv staan altijd naast elkaar. Je kunt                                    - ow en pv kunnen uitelkaar staan.
er niet 'niet' tussen plaatsen.                                                                 Je kunt er 'niet' tussen plaatsen.
De rechtbanken 'niet' zijn gesloten ->kan niet -> H.                  omdat de scholen 'niet' dicht zijn ->B

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdzin of bijzin?
Klein Duimpje gooide kruimels op het pad, omdat hij niet wilde verdwalen.
Klein Duimpje gooide kruimels op het pad =
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Hoofdzin of bijzin?
Klein Duimpje verdwaalde toch, ondanks dat hij kruimels had achtergelaten.
ondanks dat hij kruimels had achtergelaten =
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 8 - Quizvraag

Hoofdzin of bijzin?
Klein Duimpje verdwaalde niet, want hij had kruimels achtergelaten.
Klein Duimpje verdwaalde niet =
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Hoofdzin of bijzin?
Klein Duimpje verdwaalde niet, want hij had kruimels achtergelaten.
want hij had kruimels achtergelaten =
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 10 - Quizvraag

Samengestelde zinnen
Een samengestelde zin kan bestaan uit: 
- hoofdzin en bijzin (H+B)         We werken thuis, omdat de scholen dicht zijn.
- bijzin en hoofdzin (B+H)         Omdat de scholen dicht zijn, werken we thuis. 
- hoofdzin en hoofdzin (H+H) We werken thuis, want de scholen zijn dicht. 
- hoofdzin met meerdere bijzinnen
- hoofdzin met hoofdzin en meerdere bijzinnen.

Slide 11 - Tekstslide

Ik lig nu met buikpijn op de bank, omdat ik teveel gegeten heb.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
D
H+H+B

Slide 12 - Quizvraag

Mijn zus gaat vanavond uit, maar ze mag eigenlijk niet van mijn ouders.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
D
H+H+B

Slide 13 - Quizvraag

Mijn zus gaat vanavond uit, maar ze mag eigenlijk niet van mijn ouders.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
D
H+H+B

Slide 14 - Quizvraag

Mijn verjaardag in coronatijd was bijzonder, want we zaten alleen thuis, omdat er geen bezoek mocht komen.
A
H+H
B
H+B
C
H+H+B
D
B+H

Slide 15 - Quizvraag