Instructie 2.3 Reductiedeling

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose.
A
Mitose
B
Meiose

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen mitose en meiose?
A
Bij mitose worden geslachtscellen gemaakt
B
Bij meiose worden geslachtscellen gemaakt

Slide 10 - Quizvraag

Door welke celdeling is de eicel ontstaan?


A
Mitose
B
Meiose
C
Gewone celdeling

Slide 11 - Quizvraag

Voortplanting waarbij twee geslachtscellen samenkomen, noemen we.....
A
Mitose
B
Meisose
C
Geslachtelijke voortplanting
D
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 12 - Quizvraag

Deze zaadcel bevat 23 chromosomen.
Bij welke deling is deze zaadcel ontstaan?

A
Mitose
B
Meiose

Slide 13 - Quizvraag

Waar vindt de mitose plaats in ons lichaam?

A
Alleen in de huid
B
Overal in het lichaam
C
Overal in het lichaam, niet in eierstok en teelbal
D
In de eierstokken en in de teelballen

Slide 14 - Quizvraag

Is de deling van een bevruchte eicel een gewone celdeling of een reductiedeling?

A
gewone celdeling
B
reductiedeling

Slide 15 - Quizvraag

Mitose
Meiose

Slide 16 - Sleepvraag


A
23
B
46
C
92

Slide 17 - Quizvraag


A
meioses
B
mitoses
C
dat kan je niet weten

Slide 18 - Quizvraag

Hier zie je twee cellen weergegeven
die door celdeling zijn ontstaan
uit een behandelde eicel.
Hoe heet zo’n celdeling?
A
mitose
B
meiose
C
dat kan je niet weten

Slide 19 - Quizvraag