6.1 Je inkomen wordt belast.

H6 Iedereen betaalt belasting


§ 6.1 Je inkomen wordt belast.
§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je?
§ 6.3 Eerlijk zullen we alles delen?
§ 6.4 Iedereen betaalt mee.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H6 Iedereen betaalt belasting


§ 6.1 Je inkomen wordt belast.
§ 6.2 Hoeveel belasting betaal je?
§ 6.3 Eerlijk zullen we alles delen?
§ 6.4 Iedereen betaalt mee.

Slide 1 - Tekstslide

  Brutoloon
  Loonheffing (= loonbelasting + premies volksverzekeringen)
  Pensioenpremie
- ----------------------------------------------------------------------------------
  Nettoloon



De loonheffing is een 
voorheffing voor de fiscus! 
Verschil brutoloon en nettoloon
Hoe zit het met premies werknemersverzekeringen?
deze worden betaald door de werkgever

Slide 2 - Tekstslide

Belasting betalen ...
Box 1: belastbaar inkomen uit werk en eigen woning
Het belastbaar inkomen is het inkomen waarover je inkomstenbelasting moet betalen.

Formule:

belastbaar inkomen = brutoloon + bijtellingen - aftrekposten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

     inkomen uit werk
  + bijtellingen
   - aftrekposten
     --------------------------
     belastbaar inkomen
eigenwoningforfait
auto van de zaak
b
hypotheekrente 
giften goede doelen
reiskosten woon-werkverkeer 
a
Het belastbaar inkomen wil je zo laag mogelijk hebben!!!
(brutoloon of nettowinst eigen onderneming)

Slide 5 - Tekstslide

Rekenopgave
De WOZ-waarde van een woning is € 260.000. Bereken het eigenwoningforfait.
Antwoord
260000 : 100 x 0,45 = € 1.170 bijtelling per jaar
Een belangrijke bijtelling is dus het eigenwoningforfait:
wordt berekend over de WOZ-waarde vastgesteld door de gemeente

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een bijtelling en wat een aftrekpost als je een woning bezit?
Bijtelling
Eigenwoningforfait
Aftrekpost
Hypotheekrente

Slide 7 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 8 - Tekstslide

Wat wordt belast in box 1?
A
Belastbaar inkomen uit werk
B
Belastbaar inkomen uit werk en eigen woning
C
Belastbaar inkomen uit eigen woning
D
Belastbaar inkomen uit spaargeld

Slide 9 - Quizvraag

De loonheffing bestaat uit .......
A
loonbelasting + premies volksverzekeringen
B
loonbelasting + premies werknemersverzekeringen
C
premies volks- en werknemersverzekeringen
D
loonbelasting + pensioenpremie

Slide 10 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Het belastbaar inkomen is gelijk aan het brutoloon.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er als de ingehouden loonheffing hoger is dan de te betalen inkomstenbelasting?
A
Je krijgt dan een naheffing
B
Je krijgt dan een voorheffing
C
Je krijgt dan geld terug van de Belastingdienst
D
Er gebeurt dan helemaal niets.

Slide 12 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Het belastbaar inkomen wordt hoger door de aftrekposten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Het eigenwoningforfait is een aftrekpost.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de aftrekpost voor wat betreft de hypotheek?
A
Rente
B
Aflossing
C
Rente + aflossing
D
Rente + aflossing + lening

Slide 15 - Quizvraag

Vul in: HOOG óf LAAG.
De belastingbetaler wil graag een zo ............. mogelijk belastbaar inkomen!
A
HOOG
B
LAAG

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video