V3 - H6 Toets voorbereiden
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het langst geleden?
A
Het einde van het Pleistoceen
B
Het einde van het Salien
C
Het einde van het Weichselien
D
Het einde van het kwartair
Slide 10 - Quizvraag
Waardoor liepen de rivieren voor het Salien anders dan na het Salien?
A
Doordat de bodem na het Salien daalde.
B
Doordat we na het Salien vlechtende rivieren hadden.
C
Doordat er na het Salien zwerfkeien waren.
D
Doordat er na het Salien stuwwallen waren.
Slide 11 - Quizvraag
Waneer was er sprake van transgressie?
A
Toen de Noordzee droog lag in het Weichselien
B
Toen de jonge duinen gevormd werden in de laatste 800 jaar.
C
Toen de stuwwallen gevormd werden in het Salien.
D
Toen de Maas zich insneed in het lösslandschap.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen de ontstaanswijze van hoogveen en de ontstaanswijze van laagveen.
Slide 13 - Open vraag
Zand
Klei
Löss
Veen
Vind je in West-Nederland
Vind je in Oost-Nederland
Vind je in Zuid-Nederland
Vind je in Noord-Nederland
Korrels: <0,002mm
Korrels: 0,002 - 0,05mm
Korrels: > 0,05mm
Slide 14 - Sleepvraag
Zet in de volgorde van jong naar oud in landschap van West-Nederland
Jongste/bovenste laag
2
3
Oudste/onderste laag
Basisveen
Oude zeeklei
Hollandveen
jonge zeeklei
Slide 15 - Sleepvraag
Wat is waar over het zandlandschap?
A
Heide komt hier van nature veel voor.
B
De grond is zeer vruchtbaar.
C
Hier werd vroeger veel schapenmest gebruikt.
D
Dit vind je in het noorden van Nederland.
Slide 16 - Quizvraag
Dalende graanprijzen zorgen ervoor dat boeren zich op veeteelt richten.
Boeren houden steeds meer vee per vierkante meter.
Hierdoor gaat de biodiversiteit achteruit.
Boeren hebben steeds grotere stukken land om zo min mogelijk kosten te maken.
Intensivering
Schaalvergroting
Specialisatie
Vermesting
