Vissen

Vissen.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
plant en dierVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vissen.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat zijn vissen.
Hoe is een vis opgebouwd.
 Hoe vissen ademhalen.
Hoe bewegen vissen.
 Wat is  tegenstroomprincip.
Einde van de les weten jullie hoe de vis is opgebouwd, en waarom hij onder water kan ademen en wij als mens niet.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie over vissen

Slide 3 - Woordweb



Vissen (Pisces) zijn in het water levende gewervelde dieren die in de regel ademhalen met kieuwen. De meeste vissen zijn koudbloedig, maar sommige grotere soorten vertonen warmbloedige trekjes. Vissen komen over de hele wereld voor. Er zijn ruim 32.000 bekende soorten,[1] in meer dan 500 families onderverdeeld en er wordt met regelmaat een nieuwe soort ontdekt.

Slide 4 - Tekstslide

Milieu
Ingedeeld naar milieu onderscheiden we:

zoetwatervissen: komen voor in plassen, beken, rivieren en andere stromen;
brakwatervissen: komen voor in mangroves en overgangsgebieden tussen zee en rivieren;
zoutwatervissen: komen voor in zeeën en saline milieus.

Slide 5 - Tekstslide

Zoetwatervissen.

Slide 6 - Tekstslide

Brakwatervissen.

Slide 7 - Tekstslide

Zoutwatervissen.

Slide 8 - Tekstslide

De organen van een vis

Slide 9 - Tekstslide

Lichaamsvorm


Vissen hebben over het algemeen een langwerpig, zijwaarts afgeplat lichaam en een huid die bedekt is met schubben. 

Slide 10 - Tekstslide

Skelet

Het skelet van de baars. Bij de baars en vele andere vissen zijn de buikvinnen naar voren verplaatst zodat ook de botten van de lendengordel vlak achter de kieuwdeksels te vinden zijn.
Het skelet is relatief licht en bestaat uit een wervelkolom, met daaraan de graten, de vinstralen en vindragers

Slide 11 - Tekstslide

Spieren


Het grootste gedeelte van het lichaam bestaat uit twee grote lichaamsspieren, die via de huid en de wervelkolom de staartvin aandrijven.

Slide 12 - Tekstslide

Bek
De bek van een vis heeft een bepaalde stand:

bovenstandig: de bek wijst naar boven
eindstandig: de bek wijst naar voren
onderstandig: de bek wijst naar beneden

Slide 13 - Tekstslide

Hoe de kieuwen gebouwd zijn.
De kieuwen liggen in een ruimte achter de kop. Een vis gebruikt zijn kieuwen om adem te halen. Hij heeft geen longen zoals mensen, dus kunnen ze alleen onderwater ademen.
Kieuwen steken uit de kieuwspleten en worden gedragen door de kieuwbogen. Een kieuwboog bestaat uit allemaal kieuwplaatjes, waarop allemaal kleinere kieuwplaatjes zitten. Met kieuwplaatjes wordt zuurstof uit het water gehaald.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

 Hoe vissen water langs hun kieuwen laten stromen.


Water stroomt bij de vis in de bek naar binnen, daar gaat het langs de kieuwen. Hier wordt de zuurstof uit het water gefilterd en komt het in het bloed terecht. Het zuurstofarme water stroomt daarna door de kieuwopeningen uit de vis.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het tegenstroomprincipe?

Door tegenstroomprincipe stromen 2 soorten stoffen/gassen in tegengestelde richting, Dit gebeurt in de kieuwen. Hierdoor kan het zuurstof makkelijker uit het water worden opgenomen in het bloed. Het tegenstroomprincipe maakt de gaswisseling constanter.

Slide 20 - Tekstslide

Voortplanting

Een jonge zalm verlaat het ei, de dooierzak is duidelijk te zien.
Vissen planten zich meestal voort door middel van eieren. 

Slide 21 - Tekstslide

Waar vindt de gaswisseling van een vis plaats?
A
In het hart.
B
In de staart.
C
In de kieuwen.
D
In de longen.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een zoogdier.
A
Makreel
B
Kreeft
C
Dolfijn
D
Haai

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het langzaamste vis.
A
Zeepaardje
B
Gup
C
Goudvis
D
Mossel

Slide 24 - Quizvraag

Hoe hard zwemt de snelste vis.
A
45 km per uur
B
110 km per uur
C
65 km per uur
D
85 km per uur

Slide 25 - Quizvraag

Hoe ademt een vis?
A
mond-longen-bloed
B
mond-kieuwen-bloed
C
hart-bloed-longen
D
kieuwen-mond-bloed

Slide 26 - Quizvraag

Waarom zouden er planten in aquariums en vijvers zitten?

Slide 27 - Open vraag

Kunnen vissen boven water ademen?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Waarmee wordt zuurstof in de kieuwen uit het water gehaald?
A
Kieuwplaatjes
B
Kieuwbogen
C
Kieuwspleten
D
Mond

Slide 29 - Quizvraag

waardoor gaan de vissen dood?
A
er zit teveel zuurstof in het koude water
B
er zit te weinig zuurstof in het koude water
C
er zit teveel zuurstof in het warme water
D
er zit te weinig zuurstof in het warme water

Slide 30 - Quizvraag

In het voorjaar happen er meer vissen naar lucht dan in de zomer
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een zoetwatervis.
A
Haai
B
Tonijn
C
Karper
D
schol.

Slide 32 - Quizvraag

in water zit meer zuurstof dan in lucht
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

The End

Slide 34 - Tekstslide