Beeldspraak & stijlfiguren

Stijlfiguren
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Welke stijlfiguren
ken je?

Slide 2 - Woordweb

Overzicht stijlfiguren
  1. enumeratio
  2. opsomming in drieën
  3. drieslag
  4. climax
  5. hyperbool
  6. understatement
  7. antithese

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een hyperbool en een understatement?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een opsomming in drieën en een drieslag?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een climax en anticlimax?

Slide 6 - Open vraag

Ze was eerst een beetje nerveus, toen licht angstig en vervolgens doodsbenauwd.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Climax
D
Anticlimax

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb al duizend keer gezegd dat je je kamer moet opruimen!
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Climax
D
Anticlimax

Slide 8 - Quizvraag

Tijdens de drukste dag van het jaar waren er wel een paar mensen in de Intratuin.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Climax
D
Anticlimax

Slide 9 - Quizvraag

Ik houd van pizza, friet en pannenkoeken.
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
Repetitio

Slide 10 - Quizvraag

Het kostte me bloed, zweet en tranen!
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
Repetitio

Slide 11 - Quizvraag

Ze stond daar sprakeloos, sprakeloos van verbazing.
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
Repetitio

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb nog huiswerk voor Frans, Engels, wiskunde, geschiedenis en Duits.
A
Drieslag
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
Repetitio

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een antithese?
A
Een tegenstelling
B
Een versterkende betekenis
C
Een verzwakkende betekenis
D
Een schijnbare tegenstelling

Slide 14 - Quizvraag

Bedenk een zin met daarin een antithese.

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag!

Slide 16 - Tekstslide