In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom in de les
Vandaag:
terug blikken op §6.2
lesdoelen §6.3
instructie §6.3
practicum 3 - stroom meten
maken opdrachten
afsluiten les
§6.3 - Serie en parallel
Slide 1 - Tekstslide
Nakijken §6.2
timer
7:00
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk gemaakt?
Slide 3 - Tekstslide
Vragen §6.2
Slide 4 - Tekstslide
Terugblik
Slide 5 - Tekstslide
Opgave 28
Slide 6 - Tekstslide
Opgave 34
Slide 7 - Tekstslide
Opgave 40
Slide 8 - Tekstslide
Opgave 41
Slide 9 - Tekstslide
Weet je dit nog?
Er komen nu een aantal vragen (met timer).
Slide 10 - Tekstslide
Wat is stroomsterkte
A
Hoeveelheid stroom
B
Hoeveelheid deeltjes die per seconde voorbij komen
C
De energie die deeltjes met zich mee dragen
D
De benzine in de tankautos
Slide 11 - Quizvraag
Wat is spanning
A
Hoeveelheid stroom
B
Hoeveelheid deeltjes die per seconde voorbij komen
C
De energie die deeltjes met zich mee dragen
D
De benzine in de tankautos
Slide 12 - Quizvraag
In de afvoerdraad is de stroom even groot als in de aanvoerdraad.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Een lampje gaat pas branden als er stroom door gaat.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Door een isolator kan geen stroom stromen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
In een afvoerdraad werkt een schakelaar niet, want de stroom is al door het apparaat gegaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
§6.3 - Je leert
hoe je meerdere apparaten kunt aansluiten op één spanningsbron.
Slide 17 - Tekstslide
Serie en parallel
Kan dit of niet?
Slide 18 - Tekstslide
Serieschakeling
1
2
Slide 19 - Tekstslide
Serieschakeling
Alle onderdelen zitten achter elkaar in de stroomkring
Er is maar één route voor de elektrische stroom
Twee belangrijke dingen:
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Even oefenen
Maak opdracht
37, 38, 39
timer
10:00
Slide 22 - Tekstslide
Parallelschakeling
1
2
Slide 23 - Tekstslide
Parallelschakeling
Ieder apparaat zit in een aparte stroomkring.
De stroom kan zich opsplitsen.
Twee belangrijke punten:
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Serie of Parallel
Slide 26 - Tekstslide
Serie en parallel
Kan dit of niet?
Slide 27 - Tekstslide
Practicum 3 - Stroomsterkte meten
Slide 28 - Tekstslide
Practicum 3 - Stroomsterkte meten
Slide 29 - Tekstslide
Pak je planner!
Noteer voor de volgende les
Lezen §6.3 uit je boek
Maak de volgende opgaven:
- 46 t/m 56
- 58 & 59
Slide 30 - Tekstslide
Aan de slag!
Lezen §6.2 uit je boek
Maak de volgende opgaven:
- 25 t/m 30
- 34 t/m 42
Zs
Slide 31 - Tekstslide
Aan de slag!
Lezen §6.2 uit je boek
Maak de volgende opgaven:
- 25 t/m 30
- 34 t/m 42
Zf
Slide 32 - Tekstslide
Wat weten we al?
Slide 33 - Tekstslide
Hiernaast zie je een serieschakeling van 2 gelijke lampjes. Door de stroomkring gaat een stroom van 2 Ampère. Hoe groot is de stroomsterkte door lampje 2?
A
1 Ampère
B
2 Ampère
C
4 Ampère
D
2 Volt
Slide 34 - Quizvraag
Hiernaast zie je een serieschakeling van 2 gelijke lampjes. De batterij levert een spanning van 9 Volt.
Hoe groot is de spanning over lampje 1?
A
9 Volt
B
4,5 Volt
C
18 Volt
D
9 Ampère
Slide 35 - Quizvraag
Hoe groot is de spanning?
A
0V
B
6V
C
18V
D
36V
Slide 36 - Quizvraag
Hoe groot is de spanning?
A
0V
B
12V
C
48V
Slide 37 - Quizvraag
Hoe groot is de spanning?
A
0V
B
6V
C
12V
D
24V
Slide 38 - Quizvraag
In een serieschakeling zijn drie identieke lampen geschakeld. De batterijspanning is 12V. Hoeveel spanning staat er over elke lamp?
A
12 V
B
6 V
C
3V
D
4 V
Slide 39 - Quizvraag
Is het een serieschakeling of een parallelschakeling?
A
Serie
B
parallel
Slide 40 - Quizvraag
Wat voor soort schakeling is dit?
A
serie
B
parallel
C
serie en parallel
Slide 41 - Quizvraag
Hoe schakel je een spanningsmeter
A
Als onderdeel in de schakeling
B
Over een onderdeel
Slide 42 - Quizvraag
Als je 3 batterijen van 1,5 V parallel aansluit wordt de totale spanning
A
4,5 V
B
1,5 V
C
0,5 V
Slide 43 - Quizvraag
Hoe schakel je een stroommeter?
A
Als onderdeel in de schakeling
B
Over een onderdeel
Slide 44 - Quizvraag
Bij een serieschakeling blijft ... ... gelijk
A
de spanning
B
de stroomsterkte
C
de weerstand
D
het vermogen
Slide 45 - Quizvraag
Batterijen die in serie geschakeld zijn, leveren samen een hogere spanning dan losse batterijen.
A
waar
B
niet waar
Slide 46 - Quizvraag
Een lampje heeft een spanning van 3,0 V nodig. Je hebt 2 batterijen van 1,5 V.
Hoe moet je ze aansluiten om het lampje goed te laten branden?
A
Parallel
B
In serie, + bij +
C
In serie, + bij -
D
Dat maakt niet uit
Slide 47 - Quizvraag
Hiernaast zie je een serieschakeling van 2 gelijke lampjes. Door de stroomkring gaat een stroom van 2 Ampère. Hoe groot is de stroomsterkte door lampje 2?
A
1 Ampère
B
2 Ampère
C
4 Ampère
D
2 Volt
Slide 48 - Quizvraag
Weet je nu......?
hoe je meerdere apparaten kunt aansluiten op één spanningsbron.