12. middenles § 5.4 (2)

Terugblik vorige les

Verwerking:
      • Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat de term ‘politiek-maatschappelijke stroming’ betekent.
      • Je kunt je verplaatsen in de verschillende standpunten van de politiek-maatschappelijk stromingen / emancipatiebewegingen tav politieke kwesties

      Hw volgende les:
      • Leren § 5.2, § 5.3 & § 5.4.
      1 / 29
      volgende
      Slide 1: Tekstslide
      GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

      In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

      time-iconLesduur is: 30 min

      Onderdelen in deze les

      Terugblik vorige les

      Verwerking:
          • Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat de term ‘politiek-maatschappelijke stroming’ betekent.
          • Je kunt je verplaatsen in de verschillende standpunten van de politiek-maatschappelijk stromingen / emancipatiebewegingen tav politieke kwesties

          Hw volgende les:
          • Leren § 5.2, § 5.3 & § 5.4.

          Slide 1 - Tekstslide

          Deze slide heeft geen instructies

          Slide 2 - Tekstslide

          Deze slide heeft geen instructies

          filmpjes § 5.4

          Slide 3 - Tekstslide

          Deze slide heeft geen instructies

          Conservatief liberaal
          J.R. Thorbecke
          Sociaal liberaal
          S. van Houten
          Revolutionaire socialist
          F. Domela Nieuwenhuis
          Parlementaire socialist
          P.J. Troelstra
          Confessioneel
          A. Kuyper
          Feministe
          A. Jacobs
          Politiek maatschappelijke stromingen
          Eerste sociale wet in Nederland:
          Kinderwet van Van Houten (1874)
          Parlementaire enquête (1886) naar de werkomstandigheden van de arbeiders. Daarnaast werd onderzocht of in de fabrieken en werkplaatsen het Kinderwetje van 1874 werd nageleefd.
          Kiesrechtkwestie (1848 - 1919)
          Algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen
          Schoolstrijd (1848 - 1917)
          Subsidies voor het bijzonder onderwijs, zoals het CCC
          Opvattingen over politieke kwesties

          Slide 4 - Tekstslide

          Deze slide heeft geen instructies

          Eerste sociale wet in Nederland: Kinderwet van Van Houten (1874)
          VOOR Kinderen worden gebruikt om inkomen aan te vullen. Als volwassen beter betaald krijgen, zullen er minder kinderen geboren worden, waardoor de situatie voor iedereen verbeterd.

          VOOR Kinderen zijn meest kwetsbaren in de samenleving. De wet moet voor hen opkomen. De overheid moet controleren en boetes uitdelen.

          VOOR Kinderen zijn de meest kwetsbaren in de samenleving. Voor hen moet de wet opkomen.

          TEGEN De fabriek is privébezit van een fabrikant. De overheid zich niet mee bemoeien.

          VOOR Kinderen zijn meest kwetsbaren in de samenleving. De wet moet voor hen opkomen. De overheid moet controleren en boetes uitdelen.
          TEGEN Kinderarbeid afschaffen zal zorgen voor onrust onder de arbeiders en de werkgevers. Harmonie goed is voor een land.

          Slide 5 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Parlementaire enquête (1886) naar de werkomstandigheden van de arbeiders. Daarnaast werd onderzocht of in de fabrieken en werkplaatsen het Kinderwetje van 1874 werd nageleefd.
          TEGEN De fabrikant moet goed zorgen voor haar werknemers (zie bijbel), zodat de harmonie in het land gehandhaafd blijft. Is geen overheid voor nodig als mensen christelijke normen en waarden hanteren.

          VOOR Leven de werkgevers de (kinder)wet na? Daarvoor moet de politiek weten wat er echt speelt. Zo niet, dan moet de wet worden uitgebreid/aangepast.

          VOOR Leven de werkgevers de (kinder)wet na? Daarvoor moet de politiek weten wat er echt speelt. Zo niet, dan moet de wet worden uitgebreid/aangepast.

          VOOR De arbeiders moeten het beter krijgen. De fabrikant belooft telkens beterschap, maar doen niets dan arbeiders uitbuiten. Overheid moet ingrijpen. Zo niet? Revolutie!

          VOOR Als huisarts in A’dam zag ze dagelijks de gevolgen van de sociale kwestie. Als volwassen beter betaald zouden krijgen, zouden er minder kinderen geboren worden (moeten inkomen aanvullen). Daardoor zal de situatie voor iedereen verbeteren.

          VOOR De arbeiders moeten het beter krijgen. De fabrikant belooft telkens beterschap, maar doen niets dan arbeiders uitbuiten.

          Slide 6 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Kiesrechtkwestie (1848 - 1919)Algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen
          VOOR Arbeiders moeten hun eigen volksvertegenwoordigers kiezen. Maar de politiek luistert niet. Leve de revolutie!

          VOOR Iedereen moet haar/zijn eigen volksvertegenwoordiger kunnen kiezen

          VOOR Arbeiders moeten hun eigen volksvertegenwoordigers kunnen kiezen, zodat er sociale wetten ingevoerd kunnen worden.

          TEGEN Niet iedereen is in staat om politieke keuzes te maken. Er moet wel een soort van census zijn, voor zowel mannen als vrouwen.
          TEGEN Vrouw is ondergeschikt aan de man, kan zelfstandig geen politieke keuzes te maken. Behalve als zij weduwe / ongehuwd is.

          TEGEN Je inkomen laat zien dat je in staat bent om moeilijke financiële beslissingen te  nemen. Niet iedereen is in staat om grote keuzes te maken. Daarom censuskiesrecht.

          Slide 7 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Schoolstrijd (1848 - 1917): Subsidies voor het bijzonder onderwijs, zoals onze school.
          TEGEN Openbaar neutraal onderwijs is prima, zolang het maar ook voor ALLE meisjes toegankelijk is.

          TEGEN Het openbare neutrale onderwijs is prima. Geloof houdt de mensen dom.

          TEGEN Openbare neutrale onderwijs is prima. Kerk & staat zijn wettelijk gescheiden. Overheid mag zich niet bemoeien met religie(us onderwijs).



          TEGEN Het openbare neutrale onderwijs is prima. Geloof houdt de mensen dom.
          TEGEN Openbare neutrale onderwijs is prima. Kerk & staat zijn wettelijk gescheiden. Overheid mag zich niet bemoeien met religie(us onderwijs).

          VOOR Christelijke normen & waarden onherkenbaar in openbaar onderwijs. Chr. worden gediscrimineerd doordat zij geen schoolgeld krijgen.

          Slide 8 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Slide 9 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt heeft de conservatief liberaal Johan Rudolph Thorbecke als het gaat over de allereerste Nederlandse sociale wet het Kinderwetje (1874)?
          Thorbecke is voor het Kinderwetje, want als liberaal vindt hij ontwikkeling van het individu heel belangrijk. Daar hoort goed onderwijs ook bij. Als je moet werken ipv dat je naar school gaat, komt er een tekort aan geschoolde arbeiders. Dat is slecht voor de economie.
          Thorbecke is tegen het Kinderwetje, omdat de werkgevers dit zelf moeten oplossen. Een werkgever zal zijn personeel goed behandelen, omdat dit goed is voor zijn bedrijf. Een overheid moet zich niet bemoeien met privébezit, zoals fabrieken, van haar burgers.
          A
          B

          Slide 10 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt heeft de conservatief liberaal Johan Rudolph Thorbecke als het gaat over de politieke enquête van 1886 waarin de werkomstandigheden van de arbeiders werden onderzocht. Daarnaast werd onderzocht of in de fabrieken en werkplaatsen het Kinderwetje van 1874 werd nageleefd.
          Thorbecke is voor een parlementaire enquête. In een nachtwakersstaat moet de overheid zorgen voor de minimale taken van orde en rust. Op het moment dat wetten niet worden nageleefd, zou er onrust kunnen ontstaan in de vorm van stakingen en opstanden. Dit moet worden voorkomen.
          Thorbecke is tegen een parlementaire enquête, omdat hij als liberaal wil dat de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met de burgers. Fabrieken zijn privébezit en daar heeft een overheid niets mee te maken.
          A
          B

          Slide 11 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt heeft de sociaal liberaal Samuel van Houten als het gaat over de parlementaire enquête van 1886 waarin de werkomstandigheden van de arbeiders werden onderzocht. Daarnaast werd onderzocht of in de fabrieken en werkplaatsen het Kinderwetje van 1874 werd nageleefd.
          Van Houten is voor een parlementaire enquête, want hij wilde weten of de werkgevers de (kinder)wet naleefden. Als sociaal liberaal vindt hij dat de overheid ook een taak heeft richting de meest kwetsbaren in de samenleving, zodat ook zij voldoende vrijheid hebben om zich te ontwikkelen.
          Van Houten is tegen een parlementaire enquête, omdat hij als liberaal wil dat de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met de burgers.
          A
          B

          Slide 12 - Sleepvraag

          De sociaal liberalen vinden de conservatief liberalen te veel het economische belang centraal te stellen. Sociaal liberalen vinden dat iedereen vrijheid moet hebben om zich te ontwikkelen, maar niet iedereen heeft de mogelijkheden om dat te doen. In dat soort gevallen moet de overheid zich actief bemoeien.
          Welk standpunt hebben de liberalen over de kiesrechtkwestie (strijd voor algemeen kiesrecht voor mannen en later ook voor vrouwen).
          Liberalen zijn voor de kiesrechtkwestie, want Iedereen moet haar/zijn eigen volksvertegenwoordiger kunnen kiezen
          Liberalen zijn tegen de kiesrechtkwestie, want je inkomen laat zien dat je in staat bent om moeilijke financiële beslissingen te  nemen. Niet iedereen is in staat om grote keuzes te maken. Daarom censuskiesrecht.

          A
          B

          Slide 13 - Sleepvraag

          De sociaal liberalen vinden de conservatief liberalen te veel het economische belang centraal te stellen. Sociaal liberalen vinden dat iedereen vrijheid moet hebben om zich te ontwikkelen, maar niet iedereen heeft de mogelijkheden om dat te doen. In dat soort gevallen moet de overheid zich actief bemoeien.
          Welk standpunt hebben de liberalen als het gaat over de schoolstrijd (subsidie voor het bijzonder onderwijs, zoals bijv. het CCC).
          Liberalen zijn voor de schoolstrijd, want er is vrijheid van onderwijs. Je mag zelf kiezen naar welke school je gaat.

          Liberalen zijn tegen de schoolstrijd, want het openbare neutrale onderwijs is prima. Kerk & staat zijn wettelijk gescheiden. Overheid mag zich niet bemoeien met religie(us onderwijs).


          A
          B

          Slide 14 - Sleepvraag

          De sociaal liberalen vinden de conservatief liberalen te veel het economische belang centraal te stellen. Sociaal liberalen vinden dat iedereen vrijheid moet hebben om zich te ontwikkelen, maar niet iedereen heeft de mogelijkheden om dat te doen. In dat soort gevallen moet de overheid zich actief bemoeien.
          Welk standpunt hebben de revolutionair socialist Ferdinand Domela Nieuwenhuis en de parlementair socialist Pieter Jelles Troelstra als het gaat over de allereerste Nederlandse sociale wet het Kinderwetje (1874)?
          Socialisten zijn voor het Kinderwetje, omdat kinderen de meest kwetsbare groep in de samenleving is. Daarom moeten zij door de wet worden beschermd. Overheid kan bij het overtreden van de wet boetes uitdelen.
          Socialisten zijn tegen het Kinderwetje, omdat de volwassen arbeiders zo weinig verdienen, moeten de kinderen wel werken. Als kinderen niet meer mogen werken zullen veel gezinnen niet meer rond kunnen komen.
          A
          B

          Slide 15 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt hebben de socialisten als het gaat over de parlementaire enquête van 1886 waarin de werkomstandig-heden van de arbeiders werden onderzocht. Daarnaast werd onderzocht of in de fabrieken en werkplaatsen het Kinderwetje van 1874 werd nageleefd.
          Socialisten zijn voor een parlementaire enquête, omdat zij vinden dat de situatie van de arbeiders moet worden verbeterd. Daarvoor moet de politiek weten wat er echt speelt. De overheid moet ingrijpen als de wet niet wordt nageleefd.
          Socialisten zijn tegen een parlementaire enquête, omdat een enquête de fabrikanten niet aanzet tot het naleven van de wetten. Hoewel ze beterschap beloven, blijven ze arbeiders uitbuitten.
          A
          B

          Slide 16 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt hebben de socialisten als het gaat over de kiesrechtkwestie (strijd voor algemeen kiesrecht voor mannen en later ook voor vrouwen).
          Socialisten zijn voor de kiesrechtkwestie, omdat ook arbeiders  hun eigen volksvertegenwoordigers moeten kunnen kiezen, zodat er sociale wetten ingevoerd kunnen worden. Maar als de politiek niet luistert? Leve de revolutie!

          Socialisten zijn tegen de kiesrechtkwestie, omdat de vrouw ondergeschikt is aan de man, kan zij zelfstandig geen politieke keuzes te maken. Behalve als zij weduwe / ongehuwd is.

          A
          B

          Slide 17 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt hebben de socialisten als het gaat over de schoolstrijd (subsidie voor het bijzonder onderwijs, zoals bijv. het CCC).
          Socialisten zijn voor de schoolstrijd, want er is vrijheid van onderwijs. Je mag zelf kiezen naar welke school je gaat.

          Socialisten zijn tegen de schoolstrijd, omdat het openbare neutrale onderwijs is prima. Geloof houdt de mensen dom.

          A
          B

          Slide 18 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt heeft de confessioneel Abraham Kuyper als het gaat over de allereerste Nederlandse sociale wet het Kinderwetje (1874)?
          Abraham Kuyper is voor het Kinderwetje, omdat hij via de dominee/pastoor in de kerk veel slechte verhalen terugkrijgt over de arbeidsomstandigheden van de kinderen. Hij vindt dat dit niet langer kan.



          Abraham Kuyper is tegen het Kindewetje, omdat hij bang is dat de wet voor veel onrust in de samenleving zou zorgen. Hij is juist voor harmonie. De kerk roept de mensen juist op om gehoorzaam te zijn aan de fabrikanten en de fabrikanten zorgzaam te zijn voor het personeel.
          A
          B

          Slide 19 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt heeft de confessioneel Abraham Kuyper als het gaat over de parlementaire enquête van 1886 waarin de werkomstandigheden van de arbeiders werden onderzocht. Daarnaast werd onderzocht of in de fabrieken en werkplaatsen het Kinderwetje van 1874 werd nageleefd.
          Abraham Kuyper is voor de parlementaire enquête, omdat de dominees / pastoors regelmatig worden geconfronteerd met de misstanden in de fabrieken. Zij willen dat de overheid ingrijpt en daarom moeten eerst de feiten op tafel komen.



          Abraham Kuyper is tegen de parlementaire enquête, omdat de fabrikant goed moet zorgen voor zijn werknemers. Dit is volgens de christelijke normen en waarden. Een parlementaire enquête zal zorgen voor onrust. De confessionelen zijn juist voor harmonie. personeel.
          A
          B

          Slide 20 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt heeft de confessioneel Abraham Kuyper als het gaat over de kiesrechtkwestie (strijd voor algemeen kiesrecht voor mannen en later ook voor vrouwen).
          Abraham Kuyper is voor de kiesrechtkwestie, omdat ook arme christelijke arbeiders  hun eigen volksvertegenwoordigers moeten kunnen kiezen, zodat de christelijke normen en waarden weer herkenbaar worden in Nederland



          Abraham Kuyper is tegen de kiesrechtkwestie, omdat de vrouw ondergeschikt is aan de man, kan zij zelfstandig geen politieke keuzes te maken. Behalve als zij weduwe / ongehuwd is.
          A
          B

          Slide 21 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt heeft de feministie Aletta Jacobs als het gaat over de parlementaire enquête van 1886 waarin de werkomstandigheden van de arbeiders werden onderzocht. Daarnaast werd onderzocht of in de fabrieken en werkplaatsen het Kinderwetje van 1874 werd nageleefd.
          Feministe Aletta Jacobs is voor de parlementaire enquête, omdat zij (was huisarts in A'dam) ziet dat er in gezinnen veel kinderen worden geboren. Zodra de kinderen kunnen werken, worden ze ingezet om het inkomen voor het gezin aan te vullen. Kinderen staan gelijk aan inkomen. Dit is echter ongezond voor de kinderen, net zoals de vele zwangerschappen slecht zijn voor het vrouwenlichaam. Zorg dat kinderen geen verdienmodel zijn, dan zullen er minder kinderen worden verwekt en dat is beter voor iedereen. Zorg dat volwassen arbeiders betere arbeidsomstandigheden en loon hebben.



          Feministe Aletta Jacobs is tegen de parlementaire enquête, omdat de kinderen zorgen voor net dat beetje extra inkomen in het gezin, waardoor er net voldoende geld is om enigszins voedsel van te kunnen kopen. Geef ouders zelf de keus of kinderen moeten werken of naar school mogen. 
          A
          B

          Slide 22 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt hebben feministen, zoals Aletta Jacobs, als het gaat over de kiesrechtkwestie (strijd voor algemeen kiesrecht voor mannen en later ook voor vrouwen).
          Feministe Aletta Jacobs is voor de kiesrechtkwestie, Iedereen moet haar/zijn eigen volksvertegenwoordiger kunnen kiezen




          Feministe Aletta Jacobs is tegen de kiesrechtkwestie, omdat de vrouw ondergeschikt is aan de man, kan zij zelfstandig geen politieke keuzes te maken. Behalve als zij weduwe / ongehuwd is.
          A
          B

          Slide 23 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt hebben feministen, zoals Aletta Jacobs, als het gaat over de schoolstrijd (subsidie voor het bijzonder onderwijs, zoals bijv. het CCC).
          Feministen zijn voor de schoolstrijd en bijzonder onderwijs, omdat het discriminerend is als alleen openbare scholen geld van de regering krijgen van de overheid.



          Feministen zijn tegen de schoolstrijd en bijzonder onderwijs, omdat zij willen dat alle scholen toegankelijk zijn voor zowel jongens als meiden.

          A
          B

          Slide 24 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt heeft de confessioneel Abraham Kuyper als het gaat over de schoolstrijd (subsidie voor het bijzonder onderwijs, zoals bijv. het CCC).
          Abraham Kuyper is voor de schoolstrijd, omdat de Christelijke normen & waarden onherkenbaar zijn in openbaar/neutraal onderwijs. Christenen worden gediscrimineerd, doordat zij geen schoolgeld krijgen.



          Abraham Kuyper is tegen de schoolstrijd, omdat kerk & staat wettelijk gescheiden zijn. Overheid mag zich niet bemoeien met religie(us onderwijs).

          A
          B

          Slide 25 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Welk standpunt heeft de feministe Aletta Jacobs als het gaat over de allereerste Nederlandse sociale wet het Kinderwetje (1874)?
          Feministe Aletta Jacobs is voor het Kinderwetje, omdat zij ziet dat door de lage lonen, vrouwen veel kinderen baren, zodat de kinderen het inkomen kunnen aanvullen. Dit is slecht voor het vrouwenlichaam. Als kinderen niet meer mogen werken, zullen er minder kinderen worden geboren en dat is beter voor iedereen.



          Feministe Aletta Jacobs is tegen het Kinderwetje, omdat zij ziet dat de arbeiders al het inkomen kunnen gebruiken om bijv. eten te kunnen kopen. Als dit wegvalt, zullen veel mensen overlijden door ondervoeding. 
          A
          B

          Slide 26 - Sleepvraag

          Deze slide heeft geen instructies

          Ontdek je politieke match
          Challenge: Ga in discussie met je politieke tegenpool
          Tik op het linkje

          Slide 27 - Tekstslide

          Deze slide heeft geen instructies

          Slide 28 - Tekstslide

          Deze slide heeft geen instructies

          Maak van § 5.2, § 5.3 & § 5.4
          • de test jezelf +
          • verdiepingsopdrachten.
          Werk lesdoelen uit: Wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom.
          Week 14
          Rep § 5.2, § 5.3 & § 5.4
          Terugblik vorige les

          Verwerking:
              • Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat de term ‘politiek-maatschappelijke stroming’ betekent.
              • Je kunt je verplaatsen in de verschillende standpunten van de politiek-maatschappelijk stromingen / emancipatiebewegingen tav politieke kwesties

              Hw volgende les:
              Maak van § 5.2, § 5.3 & § 5.4
              • de test jezelf +
              • verdiepingsopdrachten.

              Slide 29 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies