Thema 1 les 7 werkwoordelijk gezegde

werkwoorden
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

werkwoorden

Slide 1 - Woordweb

Welke hoort bij welke?
Alle werkwoorden in de zin
Vind je door een vraagzin te maken

Wie of wat doet er iets in de zin?

Gezegde
Persoonsvorm
Onderwerp

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is het gezegde?
Wij zijn naar de dierentuin geweest.
A
Wij
B
zijn geweest
C
geweest
D
de dierentuin

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het gezegde?
Hij moet er met iedereen over praten.
A
moet praten
B
Hij
C
Er zit geen gezegde in deze zin.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het gezegde?
Ik ben naar de supermarkt gefietst.
A
ik
B
ben
C
gefietst
D
ben gefietst

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het gezegde?
Ik fiets naar de supermarkt.
A
fiets
B
ik
C
naar
D
supermarkt

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het gezegde?

Ik heb vandaag gelopen.
A
Ik
B
heb
C
gelopen
D
heb gelopen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het gezegde?
Ik heb een pizza gegeten.
A
Ik
B
heb
C
een pizza
D
gegeten

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het gezegde?
Het dat wordt natuurlijk opgemeten.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het gezegde?
Piet moet er over vertellen.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het gezegde?

De ochtend breekt aan.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het gezegde?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het gezegde?

Slide 13 - Open vraag

Leg uit: wat is een werkwoordelijk gezegde?

Slide 14 - Open vraag