Herhaling H5 grammatica 3BB/KB

Herhaling H5
- Ik kan een zin in de goede volgorde zetten
- Ik weet hoe ik de vorm to be going to kan gebruik
- Ik kan een een Engelse zin bedenken in de gebiedende wijs
- Ik weet hoe ik met een kort ja en nee antwoord, kan antwoorden



Ik weet hoe ik met een kort ja en nee antwoord, kan antwoorden


Ik weet hoe ik to be going to gebruik



Ik weet hoe ik met een kort ja en nee antwoord, kan antwoorden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H5
- Ik kan een zin in de goede volgorde zetten
- Ik weet hoe ik de vorm to be going to kan gebruik
- Ik kan een een Engelse zin bedenken in de gebiedende wijs
- Ik weet hoe ik met een kort ja en nee antwoord, kan antwoorden



Ik weet hoe ik met een kort ja en nee antwoord, kan antwoorden


Ik weet hoe ik to be going to gebruik



Ik weet hoe ik met een kort ja en nee antwoord, kan antwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Probeer een zin te vormen met de volgende woorden:

Slide 3 - Open vraag

Welke zin is niet volledig?
A
We ate dinner
B
Do you like apples
C
The boy ran home
D
Where is

Slide 4 - Quizvraag

Probeer 3 mooie Engelse zinnen te vormen met volgende woorden:

Slide 5 - Open vraag

To be going to
Je gebruik to be going to + hele ww 
om te praten over wat jij of iemand van plan is te gaan doen 
of wat zeker wel zal gebeuren (er is bewijs voor)

Op de volgende dia's zie je hoe je de zinnen maakt.

Slide 6 - Tekstslide

To be going to gebruik je:
A
Om te praten over wat je doet.
B
Om te praten over wat je gaat doen.

Slide 7 - Quizvraag

To be going to
I____fix it today.
A
is going not to
B
is going to not
C
am not going to
D
am to not going

Slide 8 - Quizvraag

They ____ (to be going to) drive home.
A
am going to
B
is going to
C
are going to

Slide 9 - Quizvraag

gebruik 'to be going to':
She ______video games.

A
to be going to play
B
am going to play
C
going to play
D
is going to play

Slide 10 - Quizvraag

To be going to
You____ my new bike.
A
going to love
B
are going to love
C
am going love
D
going love

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de gebiedende wijs?
  • Gebruik je om aan te geven dat iemand iets (niet) moet doen.
     Dat is vaak een bevel, advies, aanwijzing of waarschuwing zijn.

  • Vorm je door de zin te beginnen met het hele werkwoord zonder to

  • Voorbeelden: Put your phone away in class. 
                                     Clean your room!
                                     Don't be rude!



Slide 12 - Tekstslide

Vertaal in het Engels met de gebiedende wijs:
Wees op tijd!
A
You must be on time!
B
You have to be on time!
C
Be on time!

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal in het Engels met de gebiedende wijs:
Steek niet over!
A
Cross the road!
B
You shouldn't cross the road!
C
Don't cross the road.

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal in het Engels met de gebiedende wijs:
Niet op het gras lopen!

A
Don't walk on the grass!
B
Walk on the grass!
C
No walking on the grass!
D
To walk on the grass

Slide 15 - Quizvraag

Korte ja/nee antwoorden

Slide 16 - Tekstslide

Korte ja-nee antwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Can he cook?
Geef een kort nee-antwoord.

Slide 18 - Open vraag

Is your French teacher nice?
Geef een kort nee-antwoord.

Slide 19 - Open vraag

Korte ja/nee antwoorden:
Did she see him? Maak TWEE zinnen.
No, ..... Yes,....

Slide 20 - Open vraag

Korte ja/nee antwoorden
Do you read newspapers? No,

Slide 21 - Open vraag

Welk onderdeel van deze les snap je redelijk tot goed?
A
Woordvolgorde
B
Korte ja/nee antwoorden
C
To be going to
D
Gebiedende wijs

Slide 22 - Quizvraag