Woordsoorten en zakelijke e-mail

Wat is het LIDWOORD?
Jefrey at een frikandelbroodje.
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is het LIDWOORD?
Jefrey at een frikandelbroodje.

Slide 1 - Open vraag

Wat is het WERKWOORD?
Zijn frikandelbroodje viel op de grond.

Slide 2 - Open vraag

Wat is het ZELFST. NMW. ?
Er zat allemaal zand aan!

Slide 3 - Open vraag

Wat is het BIJV. NMW.?
Nu was zijn frikandelbroodje vies.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het VOORZETSEL?
Verdrietig liep Jefrey naar huis.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het VOEGWOORD?
Hij lachte, maar vanbinnen huilde hij.

Slide 6 - Open vraag

Voorzetsels

Slide 7 - Woordweb

Werkwoorden
(thema: sport)

Slide 8 - Woordweb

Zelfstandig naamwoorden
(thema: feestje)

Slide 9 - Woordweb

Zakelijke e-mail

Slide 10 - Tekstslide

Inhoud
Alles wat ik vraag, moet ook echt in de brief zitten. 
Let hier goed op bij de toets, hier haal je de meeste punten voor!

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb ik niét gevraagd in de Learnbeat-opdracht over de zakelijke brief?
A
Bedank voor het lezen
B
Geef een compliment aan de school
C
Stel jezelf voor met naam en klas
D
Sluit af met naam en adres

Slide 12 - Quizvraag

Taalgebruik
Als je fouten maakt in:
  • zinsbouw
  • spelling
  • interpunctie
krijg je punten aftrek.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is interpunctie?

Slide 14 - Open vraag

Presentatie/conventies
Alle onderdelen moeten in de e-mail zitten:
  • Correcte aanhef
  • Inleiding
  • Middenstuk
  • Afsluiting
  • Slotgroet
  • Naam en adres
  • Witregels op de juiste plekken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Pak het beoordelingsblad erbij.

Slide 18 - Tekstslide

Terug naar de Powerpoint!

Slide 19 - Tekstslide