Thema 3 les 17 klank veranderende werkwoorden
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Veranderd het werkwoord van klank in de verledentijd?
Kopen
Kopen
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Veranderd het werkwoord van klank in de verledentijd?
aaien
aaien
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
Veranderd het werkwoord van klank in de verledentijd?
maken
maken
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Veranderd het werkwoord van klank in de verledentijd?
vallen
vallen
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
Zet de zin in de verledentijd:
Mijn vader bekijkt een pak.
Mijn vader bekijkt een pak.
Slide 7 - Open vraag
Zet de zin in de verledentijd:
Ik koop nooit jurken.
Ik koop nooit jurken.
Slide 8 - Open vraag
Zet de zin in de verledentijd:
Wij trekken onze jas aan.
Wij trekken onze jas aan.
Slide 9 - Open vraag
Zet de zin in de verledentijd:
Mijn broertje glijdt uit.
Mijn broertje glijdt uit.
