H2 Het weer samenvatting

Welkom,
Fijn dat je er bent!

NS1 Natuurkunde
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom,
Fijn dat je er bent!

NS1 Natuurkunde

Slide 1 - Tekstslide

Wat we gaan doen deze les
  • Lesdoel
  • Voorkennis
  • Uitleg nieuwe leerstof
  • Volgende les
  • enquete.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Slide 3 - Tekstslide

2.1 Het deeltjesmodel
  • Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen.
  • De moleculen van een stof veranderen niet.
  • De moleculen van een stof bewegen voortdurend.
  • De moleculen van een stof trekken elkaar aan.

Slide 4 - Tekstslide

2.2 Luchtdruk
  • Lucht oefent druk uit op het aardoppervlak: luchtdruk.
  • Lagedrukgebied = onrustig weer met wind en neerslag.
  • Hogedrukgebied = rustig weer met zon.
  • Luchtdruk neemt af met hoogte.

Slide 5 - Tekstslide

2.2 Luchtdruk
  • Met een barometer kun je meten hoe groot de luchtdruk is.
  • Een manometer geeft de overdruk aan. Dit is het verschil tussen de luchtdruk buiten en de druk in de band.
  • Absolute druk = luchtdruk + overdruk
1 bar = 1000 mbar
1 mbar = 100 Pa

Slide 6 - Tekstslide

2.3 Temperatuur
  • Als de temperatuur stijgt, zet de vloeistof uit en stijgt het vloeistofniveau in de buis.
  • Bimetaal thermometer: als de temperatuur stijgt, zet de ene strip sterker uit dan de andere. figuur 2, blz 95
  • Absolute nulpunt is de laagst mogelijke Temp.
0 Kelvin = -273 graden Celsius
0 graden Celsius = 273 Kelvin

Slide 7 - Tekstslide

2.4 Wolken en onweer
  • Hoe hoger de temperatuur, hoe meer waterdamp de lucht kan bevatten.
  • Bijv. T is 25 °C, dan kan 1 m3 lucht maximaal 23 g waterdamp bevatten
  • Als lucht afkoelt, zal de waterdamp in de lucht gaan condenseren. De T waarbij dat gebeurt, noem je het dauwpunt.

Slide 8 - Tekstslide

2.4 Wolken en onweer
  • Lucht die warm wordt, zet uit. De warme lucht bellen bewegen omhoog. De T daalt tot onder het dauwpunt waardoor de waterdamp in de luchtbel gaat condenseren. Gas -> vloeistof
  • Condensatieniveau: hoogte waarop waterdamp begint te condenseren

Slide 9 - Tekstslide

2.4 Wolken en onweer
  • Weinig T verschil: mooiweerwolk
  • Veel T verschil: buienwolk
  • Onweersbuien ontstaan wanneer bellen met warme, vochtige lucht snel opstijgen.
  • Door langs elkaar bewegende waterdruppels wordt de wolk statische geladen: het dondert en het bliksemt

Slide 10 - Tekstslide

pak je laptop of tablet.

Slide 11 - Tekstslide

Instructie opgaven
Wat?                    Online test jezelf hoofdstuk 2 per paragraaf

als je klaar bent begin je met de afsluiting   

Slide 12 - Tekstslide

Les samenvatten

Slide 13 - Tekstslide

bedenken
2 onderwerpen voor tijdens het gesprek:
bijvoorbeeld: (kennismaken, voortgang, problemen, hulpvraag)

1 lange termijn leerdoel.
2 leerdoelen voor de komende 9 weken.

Slide 14 - Tekstslide