Present Perfect 2e

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Present perfect
iets wat in het verleden begonnen is en nu nog aan de gang is.

Slide 2 - Tekstslide

Alice has lived in Rome for two years.
Woont ze daar nog of woont ze nu ergens anders?
A
Ze woont daar nog
B
Ze woont nu ergens anders

Slide 3 - Quizvraag

                       Present perfect


        have / has + voltooid deelwoord

Slide 4 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 5 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 6 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 7 - Tekstslide

I ............(never to steal) something

Slide 8 - Open vraag

He ..............(never to be)
a superhero

Slide 9 - Open vraag

Vragen maken in de present perfect
zet have/has aan het begin van de zin
vb
  • he has eaten at a restaurant
  • has he eaten at a restaurant?

Slide 10 - Tekstslide

ontkenningen maken in de present perfect
Zet not achter have/ has
VB
  • he has eaten in a restaurant
  • he has not eaten in a restaurant

Slide 11 - Tekstslide

Present Perfect
Wordt gebruikt als iets in het verleden is gebeurd en nog niet is afgelopen

Slide 12 - Tekstslide

Als je iets nog nooit heb gedaan of je hebt iets altijd al willen doen 
ervaringen
is in het verleden begonnen en nog niet afgelopen
dus present perfect

Slide 13 - Tekstslide

before /lately /up till now /for / for how long /just 
already /never /ever /since /so far /yet
signaalwoorden :
(als deze woorden in de zin staan moet je meestal de present perfect gebruiken)

Slide 14 - Tekstslide

Uitzondering
het is wel afgelopen maar je gebruikt toch 
de present perfect

Het is  afgelopen maar het resultaat is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.


I have lost my keys.
Je bent niet meer bezig je sleutels te verliezen maar het resultaat ( bv. je kunt je huis niet in) is belangrijker dan wanneer het is gebeurd.

Slide 15 - Tekstslide

past simple
is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ww + ed /
2e vorm onr

ja
no
No
ja

Slide 16 - Tekstslide

is het al afgelopen?
nee
present perfect
(have/has volt dw)
ja
staat er in de zin
wanneer het is
gebeurd?
ja
past simple
nee
present perfect
(have/has volt dw)

Slide 17 - Tekstslide

She .........(to buy) a new car

Slide 18 - Open vraag

He .......(to go) to school

Slide 19 - Open vraag

He .... (to get) a ride home

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

I ...... that film yet.
A
didn't see
B
haven't seen

Slide 23 - Quizvraag

........ to Paris yet?
A
Did they go
B
Have they been

Slide 24 - Quizvraag

....... her for three years.
A
I didn't see
B
I haven't seen

Slide 25 - Quizvraag

He ..... there since 2015
A
lived
B
has lived

Slide 26 - Quizvraag

Let's do some work!
do exercises 18, 19, 20 and 21
pages 62-64

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide