§3.1 Klimaten op aarde (H/V)

§3.1 Klimaten op aarde
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

§3.1 Klimaten op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les
- Je kent de negen hoofdklimaten en kunt benoemen waar ze voorkomen.
- Je kunt het verschil tussen weer en klimaat uitleggen.
- Je kunt aangeven of een klimaat op lage of hoge breedte ligt.
- Je kunt beschrijven hoe je een klimaatgrafiek afleest.
- Je kunt omschrijven wat de breedte ligging voor invloed heeft op het klimaat.
- Je kunt verklaren wat de begroeiing bij elk klimaat is.

Slide 2 - Tekstslide

Weer en klimaat
  • Weer: Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en een bepaalde plaats

  • Klimaat: Het gemiddelde weer in een gebied, berekend over een periode van 30 jaar

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Klimaatgrafiek
De kenmerken van een klimaat laat je zien in een klimaatgrafiek van een bepaalde plaats op aarde. De orde lijn is de gemiddelde temperatuur in graden Celsius. De blauwe kolommen zijn de gemiddelde neerslag per maand in millimeters.
Elk klimaat heeft zijn eigen kenmerken. 

Slide 7 - Tekstslide

hoeveelheid neerslag per maand in mm
klimaatdiagram ->
Hoe werkt het?
Deze rode lijn geeft altijd de temperatuur  per maand aan.
Rechts staat de temperatuur in graden Celsius
De blauwe staafjes geven de neerslag per maand aan. Elke staafje is een maand van het jaar.

Slide 8 - Tekstslide

Klimaattabel

Slide 9 - Tekstslide

Tropische klimaten

Slide 10 - Tekstslide

Tropisch regenwoudklimaat

- Rondom evenaar
- Lagedrukgebied (warme lucht met veel vocht)
- Veel neerslag het gehele jaar
- Veel vegetatie
- Nooit kouder dan 18 graden Celcius
- Weer altijd hetzelfde / geen seizoenen


Savanneklimaat

- Aan de rand van tropisch regenwoud klimaat 
- Overgang lagedruk maar hogedrukgebied
- Droge en natte seizoenen
- Grassen, struiken en bomen
- Periodes met veel regen en periodes met weinig regen
- Altijd warm

Slide 11 - Tekstslide

Luchtdruk
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied

Slide 12 - Tekstslide

Droge klimaten

Slide 13 - Tekstslide

Steppeklimaat

- Aan de randen van het savanneklimaat
- Minder neerslag: 200 - 500 ml per jaar
- Minder plantengroei: gras, lage struiken
- Weinig mensen; nomaden
Woestijnklimaat

- Minder dan 250mm water per jaar
- Aan de randen van het steppeklimaat
- Hogedrukgebieden
- Nauwelijks plantengroei
- Warm en droog (soms regen)
- In de nacht kan het vriezen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Landklimaat

Slide 17 - Tekstslide

Landklimaat
- Zomer heel warm
- Winter heel koud
- Verder van zee
- Vaker naaldbomen
- Gehele jaar neerslag

Slide 18 - Tekstslide

Toendraklimaat

Slide 19 - Tekstslide

Toendraklimaat
- Aan de randen van het landklimaat. 
- Naar Noordpool en Zuidpool.
- Nauwelijks bomen / soms mossen / lage struiken / grassen
- Grond bevroren

Slide 20 - Tekstslide

Poolklimaat

Slide 21 - Tekstslide

Poolklimaat
- Op hoge breedte
- Winters donker en koud
- Bijna geen planten
- Bodem bedekt door ijs en sneeuw
- Bijna nooit hoger dan 0 graden Celcius

Slide 22 - Tekstslide

Hooggebergte klimaat

Slide 23 - Tekstslide

Hooggebergte klimaat
- Bijna hele jaar onder 0-graden Celcius
- Boven de 1.500 meter hoogte
-  Eeuwige sneeuw

Slide 24 - Tekstslide

Gematigd zeeklimaat

Slide 25 - Tekstslide

Gematigd zeeklimaat
- Koele zomers
- Zachte winters
- Vooral loofbomen (met bladeren)
- Hele jaar door regen
- Duidelijke seizoenen
- Invloed van de zee

Slide 26 - Tekstslide

Koele en warme wind

Slide 27 - Tekstslide

Klimaattabel

Slide 28 - Tekstslide

Klimaatgrafiek

Slide 29 - Tekstslide

Klimaattabel             -->
Klimaatgrafiek

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Slide 32 - Video

Land en zeewind

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Koele en warme wind

Slide 35 - Tekstslide

Luchtdruk
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied

Slide 36 - Tekstslide

Hoe hoger hoe kouder

Slide 37 - Tekstslide

Vanaf de voet van de berg kom je dan achtereenvolgens:
--> loofbomen (met blaadjes) 
--> naaldbomen (met naalden) 
--> bergweide
tegen. 
--> Helemaal boven in de bergen groeit er niets. Daar zijn de rotsen kaal en ligt er eeuwige sneeuw.

Slide 38 - Tekstslide

Kringloop van water

Slide 39 - Tekstslide

Klimaten op aarde

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide