Zwaartekracht

Zwaartekracht


Les 28
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Zwaartekracht


Les 28

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Leerdoelen
Uitleg 
Oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert hoe je de zwaartekracht tekent en berekent. 

Slide 3 - Tekstslide

3

Slide 4 - Video

00:39
Wie heeft de zwaartekracht voor het eerst omschreven?
A
Dr. Albert Einstein
B
Sir Isaac Newton
C
Dr. Bell
D
Msr. Faraday

Slide 5 - Quizvraag

00:58
De .............................. zorgt ervoor dat we met beide benen op de grond blijven staan. 

Hoe ................... de massa, hoe ....................... de zwaartekracht. Hoe .................. de massa, hoe kleiner de zwaartekracht.

De maan blijft op grote .................... toch bij ons, dit komt door de grote .....................
zwaartekracht
groter
groter
kleiner
afstand
massa

Slide 6 - Sleepvraag

01:17
Hoe kan het dat je op de maan hoger kunt springen dan op de aarde?

Slide 7 - Open vraag

Het zwaartepunt
Elk voorwerp heeft een zwaartepunt. 

Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht. 

Bij voorwerpen met een regelmatige vorm en samenstelling zit het zwaartepunt in het midden van het voorwerp.



het beginpunt van de kracht. 

Slide 8 - Tekstslide

Zwaartekracht
De zwaartekracht is de aantrekkingskracht van de aarde of een  ander hemellichaam op een voorwerp.

Het symbool van zwaartekracht is Fz.

De eenheid is newton (N)


Slide 9 - Tekstslide

Zwaartekracht
Hoe groter de massa van het voorwerp, hoe groter de zwaartekracht. 


Slide 10 - Tekstslide

Zwaartekracht
Hoe groter de massa van het voorwerp, hoe groter de zwaartekracht. 

Het symbool van massa is m
De eenheid van massa is kilogram (kg).

van kg naar g  x1000

van g naar kg  : 1000

Slide 11 - Tekstslide

Zwaartekracht
Op een voorwerp met een massa van 1,0 kg werkt in Nederland een zwaartekracht van 10 N. 
zwaartekracht = massa x 10

In formulevorm geldt op aarde:
Fz = m x 10

Slide 12 - Tekstslide

Zwaartekracht
In formulevorm geldt:

Fz = m x g

Fz = zwaartekracht (in N)
m = massa (in kg)
g = aantrekkingskracht planeet (in N/kg)

Slide 13 - Tekstslide

Bereken de zwaartekracht op een baksteen van 2,5 kilogram op aarde.

Fz = m x g

Slide 14 - Open vraag

Bereken de zwaartekracht op een baksteen van 2,5 kilogram op aarde. 
Gegeven:      massa = 2,5 kg      g = 10 N/kg

Gevraagd:     Zwaartekracht = ?

Formule:        Fz = m x g

Berekening:   Fz = 2,5 x 10

Antwoord:      Fz = 25 N

Slide 15 - Tekstslide

Bereken de zwaartekracht op een gewicht van 5,3 kg op de maan.

Slide 16 - Open vraag

Bereken de zwaartekracht op een gewicht van 5,3 kg op de maan.
Gegeven:      massa = 5,3 kg

Gevraagd:     Zwaartekracht = ?

Formule:        Fz = m x 1.6

Berekening:   Fz = 5,3 x 1.6

Antwoord:      Fz =  8,5 N

Slide 17 - Tekstslide

Maakwerk



Les 28 

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert hoe je de zwaartekracht tekent en berekent. 

Slide 19 - Tekstslide

Welke 3 dingen heb je vandaag geleerd?

Slide 20 - Open vraag

Welke vraag heb je nog na deze les?

Slide 21 - Open vraag