4T 4H1 Opdracht 3 - Poëzie

N E D E R L A N D S
Welkom 4TB!
Voorbereiding les:
Zorg dat je de opdracht en gedichtenbundel bij de hand hebt.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

N E D E R L A N D S
Welkom 4TB!
Voorbereiding les:
Zorg dat je de opdracht en gedichtenbundel bij de hand hebt.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Uitleg over de 3e opdracht
Starten met de opdracht
Lesdoel: je weet wat een bloemlezing is.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een bloemlezing?
Bloemlezing is de literaire term voor een verzameling van de mooiste en beste stukken uit poëzie of proza.
Jij gaat dus een verzameling maken van de gedichten/songteksten die jij mooi vindt.

Slide 3 - Tekstslide

1. Kies een gedicht uit de dichtbundel
Kies uit de dichtbundel het gedicht dat jij het allermooist vindt. Dit is het eerste gedicht in jouw bloemlezing. Maak de pagina mooi op, door bijvoorbeeld kleuren of afbeeldingen te gebruiken. Leg op een aparte pagina uit wat jij mooi vindt aan het gedicht. Noem minimaal drie dingen. 
Je gebruikt voor deze opdracht 2 A4.

Slide 4 - Tekstslide


Verdriet is drie sokken
Verdriet is drie sokken
een te weinig,
een te veel
en altijd ergens één
helemaal alleen.

Koos Meinderts
De dingen die ik mooi vind aan dit gedicht zijn:
-
-
-
gedicht 1

Slide 5 - Tekstslide

2. Twee gedichten uit een andere bron
Kies nog twee andere gedichten uit de dichtbundel van de methode, een andere dichtbundel (van thuis, bibliotheek of mediatheek) of online, die over hetzelfde gevoel gaan als het eerste gedicht dat je hebt gekozen. Zet deze twee gedichten ook in jouw bloemlezing en maak de pagina’s mooi op met kleuren en afbeeldingen. Leg op een aparte pagina uit over welk gevoel alle drie de gedichten gaan, gebruik hierbij voorbeelden uit de andere gedichten. 
Je gebruikt voor deze opdracht 3 A4.

Slide 6 - Tekstslide



gedicht 2


gedicht 3


uitleg over welk gevoel deze drie gedichten gaan + voorbeelden uit de gedichten

Slide 7 - Tekstslide

3. Rijmschema + uitleg
Kies één van jouw gedichten uit en vertel wat het rijmschema (aabb) van het gedicht is. Gebruik hiervoor de begrippen uit het boek Nieuw Nederlands (p. 162-163) of de LessonUp (B. Denkend aan Holland) . 
Vertel met wat voor rijm je te maken hebt (gepaard, omarmend, gekruist of gebroken) en leg uit waaraan je dat kunt zien

Gebruik voor deze opdracht 1 A4.

Slide 8 - Tekstslide

rijmschema's
Gepaard rijm: aabbcc etc. 
Gekruist rijm: ababcdcd etc. 
Omarmend rijm: abbacddc. 
Gebroken rijm-1: abcb of abac. 
Verspringend rijm: abc abc. 
Slagrijm: aaaa. 
DE GOEIE IN ’T VLOEIEN
Def P. / Osdorp Posse
(fragment), Afslag Osdorp (1995). Djax-Records

Trage mensen die kunnen niet volgen wat ik zeg           a
Toch ben ik aan het vloeien zonder hobbels in de weg  a
Wil jij m’n concurrent zijn, nou tjonge wat een pech        a
Dan word je de zoveelste die ik keel en ommeleg           a

De meester van de nederlandse rap                                b
Doet niet aan nederlandse nep                                         b
Omdat ik rap                                                                       b
En daarom vele standen heb                                            b

Slagrijm = alle regels rijmen (aaaa)
Voorbeeld, strofe 1 heeft het rijmschema aaaa en strofe b heeft bbbb

Slide 9 - Tekstslide

4. Nederlandse songtekst
Zoek een Nederlandse songtekst uit die jij mooi vindt. Kopieer de songtekst en zet deze in jouw bloemlezing. 
Zet de titel van het nummer en de artiest erbij. 
Leg in minimaal 75 woorden uit waarom je deze songtekst hebt gekozen en wat jij mooi vindt aan de songtekst.
Gebruik 2 A4

Slide 10 - Tekstslide


Uitleg in minimaal 75 woorden wat jij mooi vindt aan deze tekst.

Mijn hart kan dat niet aan
Frederique Spigt
Jou kan het geen reet schelen
Hoe het met me gaat
Jij kijkt de andere kant op
Als ik je zie op straat
Ik zou beter moeten weten
Ik kan maar beter gaan
Ik wil je wel vergeten
Maar mijn hart kan dat niet aan
Niets moet je van me hebben
Niets neem je van me aan
Toch ben ik met mijn liefde
Niet bij je weg te slaan
Ik heb alles voor je over
Ik wil desnoods wel gaan
Dat kan ik wel beloven

Maar mijn hart kan dat niet aan
Maar mijn hart kan dat niet aan

Slide 11 - Tekstslide

Maak van je bloemlezing één document. Doe het zo:

- Titelblad: hierop staat jouw naam, klas en de titel van je bloemlezing (mag je zelf bedenken). Zorg dat de titel bij jouw bloemlezing past. Je kunt zelf een titel bedenken, maar je kunt ook (een deel van) een dichtregel gebruiken.
- Inhoudsopgave: titels van de opdrachten + paginanummers
- De opdrachten: iedere opdracht plaats je op een nieuwe pagina.
- Zorg dat je bloemlezing er verzorgd uitziet: maak gebruik van titels/tussenkopjes en paginanummers.
- Taalverzorging: let op spelling, leestekens, taalgebruik.

Slide 12 - Tekstslide

Inleveren
Via Magister opdrachten 
(4H1 - opdracht 3)

Word!!! Geen pdf of andere bestanden.
Uiterlijk vrijdag 9 februari

Slide 13 - Tekstslide