1.4 Kom je uit met je geld?

1.4 Kom je uit met je geld?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.4 Kom je uit met je geld?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat voor soorten inkomens er zijn.
  • Je kunt een begroting maken van je inkomsten en uitgaven.
  • Je kunt bedragen omrekenen van week naar maand en omgekeerd.
  • Je weet welke soorten uitgaven er zijn.
  • Je kunt de reservering per maand uitrekenen.

Slide 2 - Tekstslide


Welk inkomen heb je zelf?

Slide 3 - Woordweb

Soorten inkomen
  • Loon of salaris
  • Winst 
  • Uitkering


Slide 4 - Tekstslide

Uitkomen met je geld
Begroting maken:

Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven.

Slide 5 - Tekstslide

Omrekenen van week naar maand
52 weken 
12 maanden

Bedrag per week x 52 : 12 = bedrag per maand

Slide 6 - Tekstslide

€ 10 per week omrekenen naar een maand bedrag doe je zo:
A
€10 x 4
B
€10 x 52 : 12
C
€10 x 12 : 52
D
€10 x 4,3

Slide 7 - Quizvraag

Omrekenen van maand naar week
52 weken 
12 maanden

Bedrag per maand x 12 : 52 = bedrag per week

Slide 8 - Tekstslide

Bereken
Klaas krijgt per maand €25 euro zakgeld.

Hoeveel geld krijgt Klaas per week?

Bereken hoeveel geld Klaas per week krijgt.

Slide 9 - Tekstslide

Soorten uitgaven
Soorten Uitgaven:
Dagelijkse uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
- Boodschappen
- Huur
- Kleding

Slide 10 - Tekstslide

Reservering per maand
het bedrag dat je nodig bent : aantal maanden dat je reserveren kunt

Slide 11 - Tekstslide

Welk bedrag moet je per maand reserveren als je over 1,5 jaar een nieuwe fiets wil kopen van 800 euro?
A
Eur. 50,00
B
Eur. 44,44
C
Eur. 45,00
D
Eur. 40,25

Slide 12 - Quizvraag

Vragen?
vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
  • Je weet wat voor soorten inkomens er zijn.
  • Je kunt een begroting maken van je inkomsten en uitgaven.
  • Je kunt bedragen omrekenen van week naar maand en omgekeerd.
  • Je weet welke soorten uitgaven er zijn.
  • Je kunt de reservering per maand uitrekenen.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Maken paragraaf 1.4

Slide 15 - Tekstslide