Grieken- expressionisme

grieken
• het algemene schoonheidsideaal werd weergegeven
• toepassing van de contraposto
• perfecte weergave van de anatomie
• er was sprake van harmonie tussen spanning en ontspanning
• het beeld kon van alle kanten bekeken worden
• de archaïsche, strakke glimlach is vervangen door een natuurlijke uitdrukking
dynamisch
bewegelijk
statisch 
rust
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

grieken
• het algemene schoonheidsideaal werd weergegeven
• toepassing van de contraposto
• perfecte weergave van de anatomie
• er was sprake van harmonie tussen spanning en ontspanning
• het beeld kon van alle kanten bekeken worden
• de archaïsche, strakke glimlach is vervangen door een natuurlijke uitdrukking
dynamisch
bewegelijk
statisch 
rust

Slide 1 - Tekstslide

grieken
1. De Dorische orde
Hiervan zijn de verhoudingen zwaar, het materiaal is ietwat plomp en dik en het is weinig versiert. De zuil werd voorzien cannelures en bestond uit verschillende schijven.
2. De Ionisch orde
Deze is al lichter met meer versiering, de zuilschacht wordt dunner en er wordt meer gekeken naar afwerking. Ook wordt
de zuil op een voetstuk geplaatst
3. De Korintische orde
Het werd heel organisch uitgewerkt met veel bladen en versiering.

Slide 2 - Tekstslide

Romeinen
De Romeinen streefden naar realisme, de beeldhouwkunsten moesten op de werkelijkheid lijken. 

 beeldhouwwerk vaak bedoeld om de macht van keizers uit te beelden, zij werden dan ook in uniform afgebeeld



Slide 3 - Tekstslide

 Romeinen gelijkende portretten
Grieken maken ideaal figuren

Slide 4 - Sleepvraag

Romaans
Na de Romeinse tijd verspreidt het christendom zich uit over Europa In de Middeleeuwen

Boogconstrucite en tongewelven van de romeinen maakte ze kerken
Vandaar de naam Romaans

v.b. romeins
tongewelf 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

zware dikke muren 
kleine ramen 
plafond een tongewelf 

Slide 8 - Sleepvraag

Gotiek
Later meer behoefte aan grote kerken door meer welvaart 

kenmerken: 
nieuwe uitvinding : het kruisripgewelf 
luchtbogen
Steunberen

Grote ramen
Grotere / hogere kerken

Slide 9 - Tekstslide

Verdierde ornamenten aan de buitenkant,
Langgerekte figuren, die gewichtlooos lijken te zweven.
Met mooie gewaden aan

Slide 10 - Tekstslide

Renaisance
De mens kwam meer centraal te staan. Niet alles was meer in het teken van het christendom

 
Wedergeboorte van de klassieke oudheid -> italie

- Griekse en Romeinse bouwkunst werd herontdekt en bewonderd.
-  Proportie en harmonie waren eg belangrijk, zoals ook in de klassieke oudheid.

- De ruimte en anatomie werd nog realistischer aangegeven.
- symetrie 

Slide 11 - Tekstslide

Mona Lisa
kennismaking met perspectief

Geboorte van Venus
studie menselijk lichaam
mythologische onderwerpen


Slide 12 - Tekstslide

welke compositie is in dit schilderij gebuikt?
A
symmetrische compositie
B
centrale compositie
C
diagonale compositie
D
over all compositie

Slide 13 - Quizvraag

welke compositie is in dit schilderij gebuikt
A
horizontale compositie
B
driehoek compositie
C
over all compositie
D
symmetrische compositie

Slide 14 - Quizvraag

Hoe word ruimte gecreëerd in dit werk van Michelangelo?

A
ruimte: plasticiteit
B
kleur: Warm koud contrast
C
ruimte: Trompe l'oeil-effect
D
Vorm: relief

Slide 15 - Quizvraag

Barok
1. Een religieus onderwerp nemen, liefst met een dramatisch karakter 2. Werken met sterke licht donker effecten. (clair obscur)
3. Veel beweging / dynamiek in de figuren en de kleding toe te passen
4. Veel gebruik te maken van ornamenten (bij voorkeur met goud: als verwijzing naar het hemelse licht en de eeuwigheid)
5. Veel diagonale lijnen in de composities te gebruiken
6. Veel gebogen vormen te gebruiken
7. symmetrie te kiezen

In de beeldhouwkunst: ingewikkeld
Architectuur: gevels versierd



Slide 16 - Tekstslide

Carravagio gebruikt hier een clair obscur contrast
1. Wat betekent dat?
2. Welk effect wordt hiermee bereikt?

Slide 17 - Open vraag

Een ander kenmerk van de Barok dat hier wordt gebruikt is de compositievorm.
3. Welke compositievorm heeft hij hier gebruikt?
4. Welk effect wordt hiermee bereikt?

Slide 18 - Open vraag

Romantiek
De algemene kernmerken van Romantiek zijn:
• Individualisme
• Er moet iets gebeuren (bv: schipbreuk, natuurgeweld, eenzaamheid)
• Natuurverlangen

De kernmerken van Romantiek in schilderkunst: 
• Aandacht voor landschappen en ongerepte natuur
• Aandacht voor idealisering van de werkelijkheid
• Aandacht voor literaire en historische onderwerpen
• Het verre en onbekende als thema
• Dromen, nachtmerries en gruwelijke taferelen uit mystieke werken.


romantiek
Op het eind van de 18e eeuw ontstond in de kunst een stroming van kunstenaars die zich meer lieten leiden door het gevoel dan door het verstand. Zij lieten zich inspireren door Middeleeuwse verhalen, exotische taferelen, eigentijdse avonturen en heldendaden, de grootsheid van de natuur, en de wereld van de droom.

Slide 19 - Tekstslide

• Aandacht voor landschappen en ongerepte natuur


• Aandacht voor idealisering van de werkelijkheid


• Aandacht voor literaire en historische onderwerpen


• Het verre en onbekende als thema


• Dromen, nachtmerries en gruwelijke taferelen uit mystieke werken.

Slide 20 - Sleepvraag

Impressionisme
 
1. Schilderijen uit het impressionisme geven een korte indruk of een momentopname weer.
2. Door de snelle verfdrukken die ruw en dik op het doek staan lijkt het werk snel gemaakt.
3. Onderwerpen hebben geen probleemstelling of boodschap.
4. Ook wordt de schaduw niet met zwart geschilderd maar worden er gewoon kleuren gebruikt. De onderwerpen zijn gewone alledaagse dingen. De invloed van fotografie wordt ook toegepast door afsnijdingen toe te passen.

hoogtepunt: 1886


Impressionisme
Het Impressionisme is eigenlijk de eerste echt moderne kunststroming. Onderwerpen waren alledaagse thema’s, waarbij vooral het op locatie werken opvallend is. Impressionistische schilderijen zijn momentopnamen , een snelle indruk. Van dichtbij zie je alleen maar vlekken en vegen, op wat meer afstand zie je dat deze vlekken zich blijken te verdichten tot een zeer realistische voorstelling
verftube uitgevonden
Toordat de verftube is uitgevonden konden ook kunstnaars buiten gaan schilderen ipv op hun werkplek binnen. 

Slide 21 - Tekstslide

post impressionisme
post = NA
Het richtte zich vooral op het overbrengen van emotie, op structuur, compositie en op symbolistische betekenissen. Postimpressionisten bouwden voort op het kleurgebruik van de impressionisten. Ze werden beïnvloed door Japanse en Afrikaanse kunst. 



post-impressionisme
Het post-impressionisme is de periode na het impressionisme , waarin de vernieuwing die het impressionisme is ingezet, voortgezet wordt.




Paul Gauguin
Paul Gauguin is vooral bekend geworden door het werk wat hij maakte op Tahiti. Hij ontvluchtte Frankrijk om op Tahiti het eerlijke primitieve leven te vinden. Zijn schilderijen zijn een combinatie van exotische en Europese elementen met grote heldere kleurvlakken en decoratieve lijnen
Vincent Van Gogh
Vincent Van Gogh gebruikte heftige kleuren en lijnen om zijn gevoelens te uiten. Vaak overdreef hij de vormen die hij schilderde en gebruikte zware omtreklijnen. Hij wordt beschouwd als de voorloper van het Expressionisme, net als de Noor Edvar Munch , die vooral beroemd is geworden om zijn schilderij 'de schreeuw'.

Slide 22 - Tekstslide

Pointillisme

Met de stijl ‘pointillisme’ zet je heel veel stipjes verf die dicht tegen elkaar aan staan. 
Door het continu afwisselen van kleur en het vlak naast elkaar plaatsen van de stippen, lijkt het alsof kleuren zich optisch met elkaar vermengen.
pointilisme
Is ook onderdeel van het (post)impressionisme. maar deze stijl is heel herkenbaar en zo dus ook zijn eigen stoming binnen het impressionisme geworden. 

Slide 23 - Tekstslide

Jugendstil
In deze stijl zijn veel gebouwen gemaakt tussen 1890 en 1914. deze gebouwen hebben vaak duidelijke kenmerken, zoals: het gebruik van grote kozijnen, balkons, hoektorens en rondingen. ook zitten er vaak veel ronde vormen, beelden of schilderijen verwerkt in het pand. Alles staat in dienst van de architectuur de gebruiksvoorwerpen interieur meubels en decoraties in dezelfde stijl. 

Natuur is inspiratiebron
Jugendstil
Jugendstil of Art Nouveau is een kunstvorm die grote invloed had op de beeldende en toegepaste kunst. Men was op zoek naar een nieuwe uiting van luxe en het goede leven. De Jugendstil kunstenaars wilden de eindeloze herhaling van eerdere stijlen vermijden en een stijl creëren die alle aspecten van de kunst kon vormgeven . Natuur speelde een belangrijke rol in deze stijl . Vormen die uit sierlijke en kronkelende lijnen bestonden, ontleend uit de planten -en dieren wereld, waren overal in terug te vinden. Ook de industriële vormgeving , architectuur , mode en kunstnijverheid werden beïnvloed door de Jugendstil-ontwerpers. Affiches en wanddessin werden ook in deze stijl ontworpen. Jugendstil is eigenlijk de laatste kunststroming die zich op zo’n grote schaal manifesteerde en die zo’n luxe en rijkdom uitstraalde.

Sierlijke, kronkelende lijnen, met veel organische vormen . Herleving handwerk, gecombineerd met de nieuwe materialen glas en gietijzer . Zoeken naar nieuwe uitingen van een luxe levensstijl.

De Jugendstil beperkte zich niet alleen tot beeldend kunstenaars , ook ambachtslieden, modeontwerpers en fabrieken die gietijzeren monumenten maakten waren bij deze stroming betrokken.

Slide 24 - Tekstslide

expressionisme 
• Ook felle kleuren
• Persoonlijke uitdrukking
• Duidelijke vormen
• Beetje grof geschilderd


Beeldhoukunst:
• Veel expressie
• Duidelijke vormen

expressionisme
Door de kleur los te laten van haar traditioneel beschrijvende functie in het beeld , baanden de expressionisten een weg voor het gebruik van kleur als expressief en autonoom doel. 

De natuurlijke vormen wijzigden als ze dat nodig vonden om iets te benadrukken. Hun wijze van verbeelden werd sterk beïnvloed door hun gevoelens.

Kenmerkend voor de beweging is de spontaniteit en de ruwe uitvoer. 


Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide