H1 t/m H3 Oefenvragen, grote getallen, kommagetallen en negatieve getallen

H1 t/m H3: Lesdoelen
  • Je hebt geoefend met verschillende strategieën om op te tellen en af te trekken. 
  • Je weet hoe je rekent met grote getallen, kommagetallen en negatieve getallen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 t/m H3: Lesdoelen
  • Je hebt geoefend met verschillende strategieën om op te tellen en af te trekken. 
  • Je weet hoe je rekent met grote getallen, kommagetallen en negatieve getallen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

1,7 + 1,17 =

Slide 3 - Open vraag

28,310 + 39,6 =

Slide 4 - Open vraag

124 - 42,2 - 44,65 =

Slide 5 - Open vraag

Grote getallen
Duizend, tienduizend, honderdduizend, miljoen, miljard.....

Denk aan de nullen!

Slide 6 - Tekstslide

6.250 + 3.900 =

Slide 7 - Open vraag

42.600 - 41.900 =

Slide 8 - Open vraag

170.000 - 41.000 =

Slide 9 - Open vraag

Schrijf vijftienduizend driehonderd op als getal

Slide 10 - Open vraag

Reken uit
2 miljoen + 643 duizend

Slide 11 - Open vraag

4 miljoen + vijfentwintighonderd =

Slide 12 - Open vraag

Van de 2 miljard fruitvliegjes op mijn banaan heb ik er 40 miljoen doodgeknuppeld.

Slide 13 - Open vraag

Tonnen geld of gewicht?
1 ton op de rekening = € 100.000
1 ton in gewicht = 1000 kg

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Tekstslide

Mijn saldo was € 14,80.
Nu is het € -9,25. Hoeveel is eraf gegaan?

Slide 17 - Open vraag

Reken uit
-17 + 83

Slide 18 - Open vraag

-615 - 225 =

Slide 19 - Open vraag

H1 t/m H3: Lesdoelen
  • Je hebt geoefend met verschillende strategieën om op te tellen en af te trekken. 
  • Je weet hoe je rekent met grote getallen, kommagetallen en negatieve getallen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide