Samengestelde en enkelvoudige zinnen

Samengestelde en enkelvoudige zinnen
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Samengestelde en enkelvoudige zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Enkelvoudige en Samengestelde zinnen
Ik heb mijn huiswerk niet kunnen maken.
-> Enkelvoudige zin: Er is maar 1 pv.

Ik heb mijn huiswerk niet kunnen maken, omdat ik de hond moest uitlaten. 
-> Samengestelde zin: Er zijn 2 of meer pv's.

Slide 4 - Tekstslide

hoofdzinnen (HZ) + bijzinnen (BZ)




Slide 5 - Tekstslide

Samengestelde zin: hoofd- en bijzinnen

Een samengestelde zin heeft altijd een HZ:

- Hij gaat morgen naar de dierentuin, omdat de entree gratis is.

- Omdat de entree gratis is, gaat hij morgen naar de dierentuin.


Een samengestelde zin heeft niet altijd een BZ.

- Hij gaat morgen naar de dierentuin, want dan is de entree gratis.



Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken hoofdzin:


- o en pv staan naast elkaar en je kan er geen ander zinsdeel tussen zetten.


- pv staat op plek 1 of 2 in de zin.


- Een samengestelde zin kan 2 HZ hebben.

Kenmerken bijzin:


- o en pv staan niet naast elkaar/ je kunt het woordje 'niet' ertussen zetten.


- pv staat op de laatste of een na laatste plek in de zin.


- BZ kan vooraan of achteraan staan.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen

Er zijn dus een paar combinaties mogelijk:

1. hoofdzin + hoofdzin

Hij zwaait opa en oma uit, want die gaan een grote reis maken.

2. hoofdzin + bijzin

Hij hoopt dat hij opa en oma kan uitzwaaien.

3. bijzin + hoofdzin

Omdat opa en oma op reis gaan, zwaait hij ze uit.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen

Zo herken je hoofd- en bijzinnen:


1. Maak de zin vragend; dan vind je de pv van de hoofdzin.

2. Verander de zin van tijd; dan vind je alle pv's.

3. Zoek van de zinnen alle pv's en o.

4. Probeer of je tussen de pv en o het zinsdeel "niet" kunt invoegen.

      - Nee = hoofdzin

      - Ja = bijzin

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Voegwoorden

- nevenschikkende voegwoorden:  deze verbinden gelijkwaardige delen (twee hoofdzinnen). Deze delen kunnen los van elkaar en zin vormen, zonder dat de woordvolgorde verandert.  en, maar, want, of, dus 


- onderschikkende voegwoorden: verbinden een hoofdzin en bijzin met elkaar. Deze delen kunnen niet los van elkaar een zin vormen, want dan moet je de woordvolgorde veranderen. aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, ofschoon, omdat, zodat, opdat, terwijl, toen, zodra, ........... 


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

De boer bewerkt het land, zodat daar weer bloemkool kan groeien
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 15 - Quizvraag

Terwijl zij het vlees bakt, was ik de groenten.
De eerste zin is een...
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 16 - Quizvraag

Volgend jaar ga ik kamperen, of ik ga met de caravan weg
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 17 - Quizvraag

Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet goed
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 18 - Quizvraag

Doordat het de hele week heeft geregend, is wandelen in het bos geen pretje
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 19 - Quizvraag

Ik ga met de fiets, want het is mooi weer.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 20 - Quizvraag

De ouders drinken koffie en de kinderen drinken limonade.
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 21 - Quizvraag

Jantje zegt: "Bij een hoofdzin staan de
pv en het ow altijd naast elkaar." Heeft Jantje gelijk?
A
gelijk
B
niet gelijk

Slide 22 - Quizvraag

Voegwoorden die een hoofdzin en een bijzin aan elkaar voegen zijn
A
nevenschikkende voegwoorden
B
onderschikkende voegwoorden

Slide 23 - Quizvraag

Ik zwem in de zee en daarna lig ik op het strand.

'en' is een nevenschikkend voegwoord en voegt
A
een hoofdzin en een bijzin aan elkaar
B
een hoofdzin en een hoofdzin aan elkaar

Slide 24 - Quizvraag

De tuin is nat, doordat het vandaag heel erg hard regent.

A
hoofdzin + hoofzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 25 - Quizvraag

Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 26 - Quizvraag

Jan ziet Elly achter het raam en Wieke ziet Jan op de fiets.

A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 27 - Quizvraag

Schrijft de bijzin op:
Omdat ik heerlijk kan koken, ga ik regelmatig bij haar eten.

Slide 28 - Open vraag

Schrijf de bijzin op:
Mijn handige neef repareert het slot, als hij vanavond komt.

Slide 29 - Open vraag

Noteer de HOOFDzin:
Dat je het antwoord daarop niet wist, verbaasde mij wel.

Slide 30 - Open vraag

HERSCHRIJVEN

Slide 31 - Tekstslide

Van samengesteld naar enkelvoudig
Stap 1: Haal de zinsdelen uit elkaar en haal het voegwoord weg.

Stap 2: Pas waar nodig de woordvolgorde aan.

Stap 3: Geef het verband tussen de zinnen aan met een nieuw voegwoord (het voegwoord tussen de twee zinnen is er niet meer). Het nieuwe voegwoord moet hetzelfde verband aangeven, als in de oorspronkelijke zin. 


Slide 32 - Tekstslide

Van samengesteld naar enkelvoudig
De lange bootreis van Zuid-Amerika naar Afrika heb ik erg zwaar gevonden, omdat ik te weinig eten mee aan boord had genomen.

Stap 1: Haal de zinsdelen uit elkaar en haal het voegwoord weg.
De lange bootreis van Zuid-Amerika naar Afrika heb ik erg zwaar gevonden. 
Ik te weinig eten mee aan boord had genomen.

Stap 2: Pas waar nodig de woordvolgorde aan. 
Ik had te weinig eten mee aan boord genomen.

Slide 33 - Tekstslide

Van samengesteld naar enkelvoudig
De lange bootreis van Zuid-Amerika naar Afrika heb ik erg zwaar gevonden. 
Ik had te weinig eten mee aan boord genomen.

Stap 3: Geef het verband tussen de zinnen aan met een nieuw voegwoord (het voegwoord tussen de twee zinnen is er niet meer). Het nieuwe voegwoord moet  hetzelfde verband aangeven, als in de oorspronkelijke zin. 

De lange bootreis van Zuid-Amerika naar Afrika heb ik erg zwaar gevonden. 
Ik had namelijk te weinig eten mee aan boord genomen.

Slide 34 - Tekstslide

Van samengesteld naar enkelvoudig
Twee enkelvoudige zinnen kunnen worden samengesteld door een voegwoord/signaalwoord.

Ik nam de trein, maar moest een station later alweer uitstappen. 

Twee enkelvoudige zinnen kunnen worden samengesteld door een betrekkelijk voornaamwoord.

De pan soep, die ik bracht, heeft haar zich weer beter doen voelen.

Slide 35 - Tekstslide

Van samengesteld naar enkelvoudig
Samengestelde zin 
De lange bootreis die ik maakte van Zuid-Amerika naar Afrika heb ik erg zwaar gevonden.

Let op: 
Hier wordt de bijzin niet door een voegwoord aan de hoofdzin gekoppeld, maar wordt een bijzin door een betrekkelijk voornaamwoord in een hoofdzin gevoegd.

Enkelvoudige zinnen
Ik maakte een lange bootreis van Zuid-Amerika naar Afrika. 
Deze bootreis heb ik erg zwaar gevonden.

Slide 36 - Tekstslide

TANGCONSTRUCTIES

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

De tangconstructie
Zinnen bevatten een tangconstructie als woorden die grammaticaal bij elkaar horen, van elkaar gescheiden worden door andere woorden. Een tangconstructie wordt overspannen als de twee grijpers van de tang te ver uit elkaar staan. De lezers raken de draad dan vlugger kwijt.

Slide 39 - Tekstslide

Tangconstructies
1. Twee delen van een scheidbaar werkwoord te ver uit elkaar. 
2. Een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord te ver uit elkaar. 
3. Een lidwoord en een zelfstandig naamwoord te ver uit elkaar. 

Slide 40 - Tekstslide

Oplossing
1. Bedenk wat echt belangrijk is en wat niet (wat niet belangrijk is laat je weg)
2. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort en hak een lange zin eventueel in tweeën.
3. Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort en zet de informatie uit de ‘tang’ in een bijzin.

Slide 41 - Tekstslide

Voorbeeld
Stuur ons het ingevulde formulier.

Stuur ons het in januari door de verzekeringsagent ingevulde en ondertekende formulier.

Stuur ons het formulier dat uw verzekeringsagent in januari heeft ingevuld en ondertekend.

Slide 42 - Tekstslide

Verbeter de tangconstructie.
Ik ben door het vervelende kleine witte hondje van de buren gebeten.

Slide 43 - Open vraag

Verbeter de tangconstructie.
Je hoeft niet bang voor mijn lieve hondje, dat nog bijna nooit iemand gebeten heeft, te zijn.

Slide 44 - Open vraag

Verbeter de tangconstructie.
Sanne helpt met het versieren van de kerstboom mee.

Slide 45 - Open vraag

Verbeter de tangconstructie.
Ik heb geen zin om tijdens mijn lange fietsvakantie naar Rusland mijn e-mail te lezen.

Slide 46 - Open vraag