Cursus 8.1 Televisie en computer

H8 De wereld is een dorp
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H8 De wereld is een dorp

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Start uitleg 8.1
2. Zelf aan de slag
3. Oefenen Topo Wereld

Slide 2 - Tekstslide

8.1 Televisie en computer

Slide 3 - Tekstslide

Lees leerstof Informatie en communicatie
Schrijf daarna in Word of op een blaadje wat onderstaande woorden/begrippen betekenen!

1.Communiceren
2.
Communicatiemiddel
3.
Informatiemiddel 
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Informatie en Communicatie
Contact met elkaar hebben door schrijven, praten of het gebruik van gebaren noemen we communiceren .

Tot 1900 communiceerde mensen op afstand per brief, vanaf 1900 kon dat ook per telefoon. Tegenwoordig gebruiken veel mensen computers ==> communicatiemiddelen = een manier om contact te hebben.

Wanneer mensen in 1950 wilden weten wat er in de wereld gebeurde pakte men de krant erbij of luisterde naar de radio, vanaf 1951 werd de TV een belangrijk informatiemiddel. In 1990 kreeg men de PC en ging het internet gebruiken. Informatiemiddel = een manier om iets te weten te komen.



Slide 5 - Tekstslide

Communiceren
Communicatiemiddel
Informatiemiddel
Contact met elkaar hebben
Manier om contact met elkaar te hebben
Een manier om aan informatie te komen

Slide 6 - Sleepvraag

Vroeger
Nu
beiden
Appen
Internet
Mobiel met antenne
Je kunt ermee bellen
Mobiel is groot
Je kunt foto's maken
Je hebt apps met verschillende functies
Muziek afspelen
spelletjes

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Verschil informatie- en communicatiemiddel

  • Belangrijk om deze begrippen uit elkaar te houden! 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Het tiende tijdvak
  • Vanaf de Tweede Wereldoorlog
  •  Steeds meer contact door nieuwe middelen
  • Mobiele telefoons

Slide 14 - Tekstslide

Het tiende tijdvak
Na W.O. II was er een periode van wederopbouw. Na deze moeilijke periode gingen mensen meer verdienen en konden ze apparaten betalen die het leven makkelijker maakten, bijv. apparaten in  het huishouden (koelkast, wasmachine, stofzuiger).

Door Computer en Televisie is er veel veranderd. Mensen hebben contact met elkaar door ICT en zijn vrijwel altijd te bereiken.

We gaan anders om met informatie en communicatie dan vroeger. Met de nieuwste mobieltjes kun je internetten, muziek luisteren, spellen spelen en TV kijken.

We noemen de tijd van 1950- nu : De tijd van Televisie en Computers.


Slide 15 - Tekstslide

We doen veel met mobieltjes/ tablets/ computers. Noem een voordeel hiervan.

Slide 16 - Open vraag

We doen veel met mobieltjes/ tablets/ computers. Noem een nadeel hiervan.

Slide 17 - Open vraag

Zelf aan de slag
1. Wat: Opdracht 1 t/m 8 (kader ) 
Opdracht 1 t/m 6 (basis) BOEK ONLINE 1 t/m 14
2. Hoe: Zelfstandig (overleggen zachtjes met buurman/vrouw)
3. Hoelang: 10 min
4.Klaar: Lees leerstof Wereldwijd gebruik

Slide 18 - Tekstslide

Technologie wereldwijd gebruikt
LEZEN
  • Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
  • Informatiesamenleving
  • Wereldwijd gebruikte apparaten

Slide 19 - Tekstslide

Technologie wereldwijd gebruikt
Technische uitvindingen hebben voor nieuwe manieren van communicatie gezorgd en om aan informatie te komen. Deze techniek noemen we ICT = Informatie- en communicatietechnologie.

Rond 1990 ontstond er een maatschappij waarbij moderne ICT middelen bij zowel het werk als privé een belangrijke rol gingen spelen = de informatiesamenleving.

ICT middelen worden tegenwoordig door heel de wereld gebruikt.

Slide 20 - Tekstslide

Hoe noemen we de samenleving waarin ICT middelen een belangrijke rol spelen.

Slide 21 - Open vraag

Hoe lang zitten jullie op je telefoon denk je?

Slide 22 - Open vraag

3 uur en 16 minuten

Slide 23 - Tekstslide

Vind je dit te veel?
Ja
Nee

Slide 24 - Poll

Telefoongebruik
  • Ga naar je instellingen
  • Ga naar het kopje "digitaal welzijn"
  • Wat is jouw gemiddelde telefoongebruik? 

Slide 25 - Tekstslide

Hoe lang zitten jullie op je telefoon?

Slide 26 - Open vraag

Dag zonder technologie
  • Maak een planning van je dag
  • Je gebruikt deze dag geen technologie
  • Zijn er veel dingen veranderd?
  • 10 min de tijd 

Slide 27 - Tekstslide

Tijd van de dag
Met technologie
Zonder technologie
Ochtend
Middag
Avond

Slide 28 - Tekstslide

Zelf aan de slag
  • Maak de opdrachten van cursus 8.1 af
    (kader t/m 13) (basis t/m 9)
  • Stel vragen eerst aan je buurman of -vrouw zachtjes

  • Klaar: Ga nakijken en maak cursustoets 8.1 (80%)

Slide 29 - Tekstslide

Werken aan de opdracht
  • Leerdoelen:
  • Wat is communicatie?
  • Benoem 3 communicatiemiddelen van vóór 1950
  • Benoem 3 communicatiemiddelen van na 1950
    Ga werken aan de volgende opdracht:

Slide 30 - Tekstslide

Hebben jullie wel eens contact gehad met iemand uit het buitenland? Zo ja, welk land kwam die persoon vandaan?

Slide 31 - Open vraag

Opdracht:
Elk groepje krijgt een afbeelding met een communicatie/informatiemiddel
Ga in je duo op zoek naar antwoorden op de volgende vragen:
1. Wat is dit voor middel?
2. Is het een communicatie of informatiemiddel?
3. Op wat voor manier werd/wordt dit gebruikt om te communiceren? Waar voor diende het?
4. Wie gebruikte het?
5. In welk jaar/decenium?
Volgende les presenteer je dit kort aan je klas

Slide 32 - Tekstslide