Les 3

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

¡Bienvenid@s!

Yo soy señora Van Reeuwijk

¿Quién eres tú?

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________

el _____(datum)__________

de _____(maand)__________

Escribe la fecha en tu cuaderno => Schrijf de datum in je schrift

¿Qué vamos a hacer hoy?

1. Controlar deberes 

2. Lesdoel 1: verbo SER

3. Repaso de todo

4. Estudiar para el S.O. 

Controlar deberes

https://wheelofnames.com/u78-yus

Quizlet 1.2-1.3

"¿Cómo se dice...?"

Zelf nakijken: ej. 8-10

El verbo SER

Maak aantekeningen tijdens het kijken van de video!

Wat betekent het werkwoord SER?

1. heten
2. zijn
3. gaan
4. noemen

Nosotrossomos

Yo soy 

Ellos/ellas son 

tú eres 

él/ella es

Vosotros sois 

Wij zijn 

jij bent

ik ben

Hij/zij is 

Zij zijn 

Jullie zijn 

Pronombres personales

In het Spaans zijn persoonlijke voornaamwoorden niet verplicht voor een persoonsvorm (vb. ik ben/jij gaat).

Hoe komt dat, denk je?

¿entendido?  =  begrepen?

vervoeg het ww SER op de juiste manier:

1. Mi madre ________ muy guapa.     Mijn moeder is erg knap.

2. Las chicas _______ amigas.            De meisjes zijn vriendinnen.

3. Pablo y yo ___________ vecinos.    Pablo en ik zijn buren.

4. ¿Juan y tú _________ amigos?        Zijn Juan en jij vrienden? 

5. Pablo y Juan _______ hermanos.  Pablo en Juan zijn broers.   

Schrijf deze getallen uit:
6 - 13 - 18

Welke vier lidwoorden (artículos) zijn er in het Spaans?

Vertaal:
"Jij heet ..(naam van buurman/buurvrouw).."

¡A trabajar!

Ejercicios 24, 25 y 26

Libro de ejercicios, p. 22-23

Oefenen met werkwoord SER

1. Werkwoord SER:

Oefening 1 

Oefening 2 

Oefening 3 

2. Persoonlijke voornaamwoorden:

Oefening 1 

Oefening 2 

Oefening 3 

Estudiar para el SO

Fuente D libro de texto => lidwoorden

Fuente J libro de texto => verbo SER + persoonlijke voornaamwoorden 

Vocabulario (Quizlet) 1.3 y 1.4

Op GC staat een proeftoets en extra oefeningen!