Omgaan met onbekende woorden

Onderwerp en hoofdgedachte
Bouwstenen 2F
Maaike van Vliet
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Onderwerp en hoofdgedachte
Bouwstenen 2F
Maaike van Vliet

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling:
onderwerp en hoofdgedachte

Bouwstenen 2F

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je een onderwerp vinden?
A
De hele tekst heel precies lezen
B
Door te kijken welke woorden veel in de tekst voorkomen
C
Door alleen de tussenkopjes te lezen
D
Door alleen naar de plaatjes te kijken

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is het onderwerp van een tekst?
A
één of enkele woorden
B
één zin
C
één alinea
D
twee alinea's

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
De mening van de schrijver
B
Samenvatting van één alinea uit de tekst
C
Het belangrijkste uit de tekst in één zin samengevat
D
Jouw eigen mening over de tekst

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de hoofdgedachte in een tekst?
A
In het slot
B
In het middenstuk
C
In de inleiding
D
In de titel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan
met onbekende woorden

Bouwstenen 2F

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan
met onbekende woorden

Strategie 1: Woorden splitsen (samengestelde woorden).
Strategie 2: Een woordenboek of internet gebruiken.
Strategie 3: Tekst doorlezen of gebruikmaken van de context.

Slide 8 - Tekstslide

Je kunt op nog twee manieren de betekenis van onbekende woorden vinden:
1. Sommige moeilijkere woorden zijn opgebouwd uit (delen van) andere woorden. Daarvan ken je de betekenis vaak wèl. Door slim te combineren kom je dan achter de betekenis van dat woord.
2. Je kunt een woord opzoeken in het woordenboek.
Woordenboek

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt een woordenboek
Geeft de betekenis van een woord

Alfabetische volgorde
  • Altijd naar de volgende letter kijken

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen met het woord 'Vriendelijk'
Galgje
Resultaat: Je hebt geleerd hoe je een woordenboek gebruikt.
Hoe: Groepjes van 4 personen
Hulp: Mevr. van Vliet en mevr. Carree
Tijd: Ongeveer 20 minuten
Klaar: Rustig wachten op het volgende woord.
Wat: Galgje! Raad het woord en zoek de betekenis op!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van dit woord?

Slide 12 - Open vraag

Woord: Gastheer (p.290)

(2009). Middelgroot woordenboek Nederlands. Van Dale Uitgevers.
Wat is de betekenis van dit woord?

Slide 13 - Open vraag

Woord: Verwelkomen (p.920)

(2009). Middelgroot woordenboek Nederlands. Van Dale Uitgevers.
Wat is de betekenis van dit woord?

Slide 14 - Open vraag

Woord: Helpen (p.355)

(2009). Middelgroot woordenboek Nederlands. Van Dale Uitgevers.
Wat vonden jullie van galgje?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met Taalblokken
Bouwstenen 2F -> 02 Onderwerp en hoofdgedachte ->
Lezen en luisteren, of, schrijven

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies