Paragraaf 1 basisboeknummers hoofdstuk 2

Vandaag
Terugblik
Vragen huiswerk?
Uitleg basisboeknummers
Maken opdracht 5 tot en met 9
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
Terugblik
Vragen huiswerk?
Uitleg basisboeknummers
Maken opdracht 5 tot en met 9

Slide 1 - Tekstslide

Vragen huiswerk?

Slide 2 - Tekstslide

Beschrijven en verklaren
Beschrijven: Wat en waar?
verklaren: Hoe? Waarom?

Slide 3 - Tekstslide

Breedteligging en tempratuur 

Slide 4 - Tekstslide

Soorten regen
Neerslag (regen, mist, hagel of sneeuw) heeft te maken met opstijgende lucht. Hoe hoger je komt, hoe kouder het is. Lucht die opstijgt, koelt dan ook af. Koude lucht kan minder water bevatten dan warme. Er zit te veel waterdamp in: onzichtbaar, verdampt water. Dat teveel aan waterdamp verandert in waterdruppels of sneeuwvlokken. Door het opstijgen van lucht kan het dus gaan regenen, sneeuwen of hagelen.

Slide 5 - Tekstslide

Soorten regen
● Er zijn drie situaties waarbij lucht gaat stijgen.
■ Als de wind vochtige lucht tegen een gebergte omhoog duwt: stuwingsregen (B49).
■ Door opwarming bij de evenaar: stijgingsregen (B50).
■ Door het botsen van warme en koude lucht: frontale regen (B62).

Slide 6 - Tekstslide

Stijgingsregens
Bij de evenaar is het altijd warm --> warme lucht stijgt op --> koelt af (hoe hoger, hoe kouder). Als de lucht afkoelt onstaan er wolken en kan het gaan regenen --> stijgingsregens


Slide 7 - Tekstslide

Landschapzones

Slide 8 - Tekstslide

Landschapszones
- Veel landschappen zijn door mensen ingericht --> weinig over van de oorspronkelijke plantengroei
- Mensen kapten bossen en richtten het land in met akkers, weilanden, dorpen en steden. Grond die wordt gebruikt voor akkerbouw of veeteelt, heet cultuurgrond . Hoe meer mensen, hoe minder natuurlijke begroeiing en hoe meer cultuurgrond. Zo’n ingericht landschap noem je een cultuurlandschap.

Slide 9 - Tekstslide

Landschapszones
Toch zijn er op wereldschaal nog steeds grote, dunbevolkte gebieden met een natuurlijke plantengroei. Je kunt dan denken aan de tropische regenwouden in het Amazonegebied of de naaldbossen in het noorden van Canada, Scandinavië en Rusland. Een groot gebied (of: gordel, zone) met dezelfde natuurlijke vegetatie heet een landschapszone of ook wel natuurlandschap.

Slide 10 - Tekstslide

Maken opdracht 5 tot en met 9

Slide 11 - Tekstslide