EHBO Hoofdstuk 10 bewegen

EHBO Hoofdstuk 10 bewegen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

EHBO Hoofdstuk 10 bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Welke hoort er niet bij?
A
Let op gevaar!
B
Zorg voor professionele hulp.
C
Bel 112.
D
Zorg voor het slachtoffer.

Slide 2 - Quizvraag

Geraamte
Het geraamte van de mens bestaat uit meer dan tweehonderd botten. In de botten van een menselijk geraamte herken je duidelijk het hoofd, de romp en de armen en benen van een mens.

Het geraamte zorgt voor stevigheid en bescherming van
de kwetsbare organen. Zo zitten je longen en je hart veilig 
opgeborgen achter je ribben en borstbeen.  

Slide 3 - Tekstslide

Botweefsel en bindweefsel (kraakbeen)
Het geraamte bestaat vooral uit botweefsel.
Botweefsel is een harde stof.


Je lichaam bevat veel bindweefsel.
Soort cement.


Bindweefsel verbindt en ondersteunt
de organen gewrichten en spieren.



Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Je bent met je vriendje Juri in het pretpark. Er is daar een ook een geweldig klimtoestel. Juri durft helemaal van bovenaf naar beneden te springen. Als hij neerkomt hoor je een krak. Juri heeft veel pijn en kan niet meer lopen. Hij heeft zijn enkel gebroken. 

Slide 5 - Tekstslide

Heb jij of iemand bij jullie thuis weleens iets gebroken? Zo ja, wie en wat?

Slide 6 - Open vraag

Wat zie je?
Een bot kan breken of scheuren. De meeste breuken ontstaan door vallen, sport- of verkeersongevallen. 

Iemand met een botbreuk heeft veel pijn. Hij kan het gebroken lichaamsdeel niet of nauwelijks meer gebruiken. Vaak zie je een zwelling op de plaats van de breuk. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Iemand met een botbreuk moet naar het ziekenhuis. Totdat diegene in het ziekenhuis is, kun je wel wat doen. Je moet ervoor zorgen dat het gebroken lichaamsdeel zo stil mogelijk wordt gehouden.



Pleisterfeitje: Mensen breken het vaakst hun sleutelbeen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Je arm is gebroken, wat kun je het beste doen onderweg naar het ziekenhuis?

Slide 11 - Open vraag

Ontwrichtingen
Een gewricht is een verbinding tussen twee of meer botten. Je enkel, knie, elleboog en kaak zijn bijvoorbeeld gewrichten. Gewrichten zorgen ervoor dat je botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.  Door spieren, pezen en bindweefsel (gewrichtsbanden) blijven gewrichten op hun plaats. 

Slide 12 - Tekstslide

Een ontwrichting ontstaat meestal door een
verkeerde beweging van het gewricht.
Bij een schouder zeg je dan dat de schouder 
uit de kom is. Het weefsel, de spieren en botten
raken beschadigd. Meestal schiet het gewricht
niet vanzelf terug op zijn plaats en moet je de
huisarts of 112 bellen. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat zie je en wat hoor je?
Het slachtoffer heeft pijn. Hij kan het gewricht niet meer goed bewegen. Soms staat het lichaamsdeel van het gewricht in een vreemde houding en zie je een zwelling bij het gewricht. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat moet je doen?
- Je moet proberen om beweging te voorkomen. 
- Geef steun aan het gewonde lichaamsdeel. 
- Verwijder sieraden van het gewonde lichaamsdeel. Bij zwelling kunnen ze gaan knellen. 
- Bel de huisarts. Het slachtoffer moet naar de huisarts of het ziekenhuis. 
- Bel 112 bij een bleke of blauwe huid of bij veel pijn.

Slide 15 - Tekstslide

Iemand heeft zijn schouder uit de kom (ontwricht), noem twee dingen die je moet doen:

Slide 16 - Open vraag

Kneuzingen
Bij een kneuzing zijn de spieren en het bindweefsel beschadigd. Je krijgt op die plaats dan vaak een blauwe plek. 

Door te koelen verminder je de pijn.
Dit doe je 10 -20 minuten.

Leg het ijs of de coldpack nooit rechtstreeks op de huid, maar doe er een handdoek of T-shirt tussen. 

Slide 17 - Tekstslide

Let op!
Bij het koelen kan de combinatie van pijn en kou ervoor zorgen dat iemand een flauwte krijgt. Laat iemand die het gekneusde lichaamsdeel zelf koelt daarom niet alleen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Spierletsels
Spieren kunnen:
- Scheuren
- Krampen
- Kneuzen


Kramp ontstaat door:
- Overbelasting
- Uitputting
- Verkeerde beweging
- Verkeerde houding


Wat moet je doen?

- Zeg het slachtoffer dat hij zich minder moet inspannen.

- Zorg dat het slachtoffer de spier stretcht (bewegen tegen de kramprichting in). Stop onmiddellijk met stretchen als de
pijn toeneemt en vervolg met koelen. 

- Koel de pijnlijke plek als stretchen niet helpt.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video