AR1 Spelling H5

Sleep het woord naar de juiste meervoudsvorm
meervouden met een -s
meervouden op 's
pinda
repetitie
menu
paraplu
pyjama
bezem
1 / 16
volgende
Slide 1: Sleepvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sleep het woord naar de juiste meervoudsvorm
meervouden met een -s
meervouden op 's
pinda
repetitie
menu
paraplu
pyjama
bezem

Slide 1 - Sleepvraag

Weet je nog? H4 Spelling
Meervouden op -s


Je schrijft een -'s achter het enkelvoud:
  • als het woord in het enkelvoud eindigt op -a, -i, -o, -u, of - y
          lama - lama's              accu - accu's
          tosti - tosti's                baby - baby's 
          auto - auto's 

  • als het woord een afkorting is:
           tv - tv's  
           wc - wc's
           dvd - dvd's 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoel deze les
- Ik kan (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden correct spellen

- Ik kan woorden met g, gg en ch correct spellen

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
  • Het spannende boek.
  • Het kussende paar
  • Het schitterende boek
  • Het kartonnen bakje

Slide 5 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Staat soms ook achter het zelfstandig naamwoord

  • de schitterende film
  • de film is schitterend


  • Dagobert Duck is heel beroemd

Slide 6 - Tekstslide

Van Nederlands is spelling het saaiste onderdeel.
'Saaiste' is een...
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Voorzetsel
D
Bepaald lidwoord

Slide 7 - Quizvraag

 H5 Spelling

Zo spel je de lange vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Zet een -e achter het woord. 
 Klein --> kleine, sterk --> sterke, mager --> magere

Bij sommige bijvoeglijke naamwoorden moet je ook:
- de laatste letter verdubbelen: fris --> frisse, tof --> toffe
- een a, e, o of u weghalen: laag --> lage, rood --> rode
- een f in een v veranderen: gaaf --> gave, doof --> dove
- een s in een z veranderen: vies --> vieze, grijs --> grijze

Sommige bijvoeglijke naamwoorden schrijf je met een deelteken of trema. 
Zo voorkom je dat het woord verkeerd wordt uitgesproken. Bv. officiële, reële.

Slide 8 - Tekstslide

Spelling bijvoeglijk naamwoord.
Welk woord is goed?
A
officieele
B
officiele
C
officiële

Slide 9 - Quizvraag

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof het zelfstandig naamwoord is gemaakt. 

Vuistregel: de uitgang eindigt op -en.
  • goud + en : de gouden ring
  • hout + en : de houten tafel
  • Riet + en : het rieten dak

Slide 10 - Tekstslide

Uitzondering
De uitzonderingingen zijn:
  • plastic  - plastic  bordjes 
  • nylon - nylon jasjes
  • suède - suède laarzen
  • kunststof - kunstof platen
  • aluminium - aluminium buizen

Rubber en rubberen mag allebei

Slide 11 - Tekstslide

Spelling bijvoeglijk naamwoord. Welk woord is goed?
A
zilvere
B
zilveren

Slide 12 - Quizvraag

Wat kies je?
Ik snap het! Ik wil graag zelf aan de slag.
Ik snap het nog niet zo goed. Ik wil graag opdrachten samen maken

Slide 13 - Poll

Aan de slag!
Ga aan de slag met NL Online H5 Spelling: bijvoeglijk naamwoord
Alle opdrachten van je leerroute maken

Check of H4 Formuleren is afgerond
Opdrachten onder de 60% opnieuw maken

Klaar?
Nieuwsbegrip maken

Slide 14 - Tekstslide

Ik kan het bijvoeglijk naamwoord
op de juiste manier spellen.

Heb je dit leerdoel behaald?
A
Ja, dit leerdoel heb ik behaald.
B
Dit leerdoel heb ik deels behaald.
C
Nee, dit leerdoel heb ik niet behaald.

Slide 15 - Quizvraag

Huiswerk

H5 Spelling bijvoeglijk naamwoord

Slide 16 - Tekstslide