Hoofdstuk 10 - Natievorming | VWO

Hoofdstuk 10
Natievorming
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 10
Natievorming

Slide 1 - Tekstslide

Een media-tip passend bij dit hoofdstuk is het programma Holland!. Hierin gaat Rianne van Dorst op zoek naar de Nederlandse identiteit en onderzoekt ze onder andere in symbolen, (politieke) waarden en tradities.

Slide 2 - Video

Het hele fragment is relevant voor dit hoofdstuk. Mocht je als docent een korter fragment willen laten zien, de volgende suggesties: 

00:00 - 01:50 - Taal als belangrijkste verbindende factor
03:02 - 03:56 - Genuanceerde uitleg over nationale identiteit





Wat heb ik het vorige hoofdstuk geleerd?
Vorig hoofdstuk leerde ik ...
  • wat een paradigma is
  • wat het rationele actor-paradigma, conflict-paradigma, fucntionalisme-paradigma en het sociaalconstructivisme-paradigma inhouden
  • hoe er door de verschillende paradigma's naar socialisatie gekeken wordt
  • hoe de paradigma's kunnen worden ingedeeld

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leer ik dit hoofdstuk?
  • Ik weet hoe bindingen gezien worden vanuit de paradigma's
  • Ik weet wat de relatie is tussen politiek en (nationale) identiteit en dat dit gebaseerd is op het dilemma van collectieve actie. 
  • Ik weet wat de modernistische en essentialistische blik is op het ontstaan van naties. 
  • Ik weet wat het verschil is tussen een natiestaat en een multinationale staat
  • Ik weet hoe nationale cultuur onderhevig is aan politieke en sociale ontwikkelingen.
  • Ik weet wat de oorzaken zijn voor de toegenomen politieke aandacht voor identiteit. 
Leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§10.1 Context: Dé Nederlandse identiteit

Slide 5 - Tekstslide

Pagina 203


Bestaat dé Nederlander volgens jou? En zo ja, wat houdt dat in?
Bestaat dé Nederlander volgens jou? En zo ja, wat houdt dat in?

Slide 6 - Open vraag

Volgens koningin Máxima bestaat dé Nederlander niet. 

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke kernconcepten passen bij natievorming?
Hoe kan sociale ongelijkheid
bestreden worden?

Slide 8 - Woordweb

Leg uit dat de juiste antwoorden zijn: identiteit, socialisatie, binding, sociale cohesie en groepsvorming (pagina 204).

Dit is omdat het gaat om een collectieve identiteit, waarbij er binding bestaat tussen de verschillende actoren die tot een groep behoren en waarbij normen en waarden worden overgedragen bij het proces van socialisatie. 
Bindingen en paradigma's
Functionalisme-
paradigma
Functionalisten zien sociale cohesie als de lijm van de samenleving en vragen zich af wat mensen bindt, hoe sociale cohesie ontstaat en met welke indicatoren deze gemeten kan worden. 
Conflict-paradigma
Interesseren zich in geringe mate van sociale cohesie. Kijken naar in- en uitsluitingsprocessen, ‘haves’ en ‘havenots’ en conflicten die hierdoor of door culturele kenmerken ontstaan. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bindingen en paradigma's
Sociaalconstructivisme-paradigma
Nadruk op de persoonlijkheid en identiteit van de actor en de identificaties en subjectieve opvattingen van die persoon  Mogelijkheid tot multiple-identity.
Rationele-actor paradigma
Bindingen zijn ruilrelaties, en worden in stand gehouden zolang mensen baat hebben bij een binding. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

07:45



Bij welk paradigma past de toespraak van koningin Máxima uit 2007 het best?
Bij welk paradigma past de toespraak van koningin Máxima uit 2007 het best?
A
Functionalisme-paradigma
B
Conflict-paradigma
C
Rationele actor-paradigma
D
Sociaalconstructivisme- paradigma

Slide 12 - Quizvraag

Het juiste antwoord is sociaalconstructivisme-paradigma. In de speech benadrukt Maxima het hebben van verschillende identiteiten, bijvoorbeeld zowel Nederlander, Europeaan en wereldburger of zowel Nederlands als Marokkaans. Ze eindigt de speech door te zeggen dat het niet 'of of' is maar 'en en'. Daarin zou je kunnen het sociaalconstructivisme paradigma kunnen herkennen, wat stelt dat mensen 'dynamische, meervoudige en wisselende identificatie hebben met verschillende groepen of personen' (multiple identities).
§10.2 Analyse: de politiek en de cultuur

Slide 13 - Tekstslide

Pagina 206
Politieke bindingen
Nederlanders hebben politieke bindingen met elkaar, omdat sommige zaken niet door het individu geregeld worden, maar door het collectief.
Het feit dat de overheid gezag heeft is een gevolg van het proces van staatsvorming.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Wat is géén collectief goed?

Wat is géén collectief goed?

A
B
C
D

Slide 15 - Quizvraag

Het goede antwoord is A, omdat niet alle media door de overheid gefinancierd wordt. Wel zijn er natuurlijk zaken als de NPO die worden gefinancierd door middel van belastinggeld. 

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma van collectieve actie
De overheid heeft als politieke institutie de macht om burgers te dwingen mee te doen aan een collectieve actie. Zo worden free riders voorkomen en wordt het dilemma van collectieve actie opgelost. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natie
Een natie bestaat uit groepen mensen met eenzelfde geschiedenis, taal en/of cultuur die zich daardoor verbonden voelen met elkaar. Naties streven naar een eigen, soevereine staat en kunnen gevormd worden op basis van etnische groep of rond gedeelde waarden.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Debat over natievorming
Modernisten
Nadruk op de persoonlijkheid en identiteit van de actor en de identificaties en subjectieve opvattingen van die persoon  Mogelijkheid tot multiple-identity.
Essentialisten
Bindingen zijn ruilrelaties, en worden in stand gehouden zolang mensen baat hebben bij een binding. 



Staatsvorming > Natievorming
Natievorming > Staatsvorming

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Stelling: Mensen met een lagere opleiding participeren meer in de politiek dan mensen met een hogere opleiding.
Past het ontstaan van Nederland eerder bij een essentialistische of modernistische visie op staatsvorming? 
Essentialis-tische visie
Modernistischevisie

Slide 20 - Poll

Het juiste antwoord is de modernistische visie. Het vormen van een natie was een strategie van de politieke elite om de bevolking aan de staat te binden, door onder andere de invoering van Standaardnederlands en het invoeren van nationale feestdagen. Kortom, eerst staatsvorming en vervolgens natievorming. 
Natiestaat en multinationale staten
Natiestaat
Wanneer een land één natie heeft en de grenzen van de natie samenvallen met de staat. 
Multinationale staat
Meerdere naties leven naast elkaar in dezelfde staat of naties wonen verspreid over meerdere staten.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Noem een voorbeeld van een natiestaat en een multinationale staat.
Noem een voorbeeld van een natiestaat en een multinationale staat. 

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Voorbeeld van een multinationale staat
Nationale cultuur en identiteit
Essentialisten
Nationale cultuur en identiteit komen voort uit langlopende tradities en symbolen, bijvoorbeeld de poldercultuur. 
Modernisten
Het gaat eerder om invented traditions: tradities die ooit zijn bedacht om de bindingen met de staat en de sociale cohesie in Nederland te versterken. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§10.3 Ontwikkelingen nationale cultuur

Slide 25 - Tekstslide

Pagina 209
Politieke ontwikkelingen
  • Conflicten tussen staten, naties of groepen met gedeelde waarden en/of belangen die over staatsgrenzen heen georganiseerd zijn.

  • Internationalisering van militaire, economische en politieke macht.
  • Multinationals en NGO’s krijgen steeds meer invloed

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke ontwikkelingen
  • Meer internationale samenwerkingsverbanden op het gebied van defensie, economie en politiek.
  • Steeds meer problemen krijgen een bovennationaal karakter, zoals terrorisme, migratie en klimaat.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

De Verenigde Naties als voorbeeld van internationale samenwerking.
Welke andere internationale samenwerkingen ken je nog meer?
Welke andere internationale
samenwerkingen ken je nog meer?

Slide 29 - Woordweb

Voorbeelden van goede antwoorden zijn: Europese Unie, Europol, Europees milieuagentschap, NAVO
Gevolgen van politieke ontwikkelingen
1. Toename binding
Bindingen en afhankelijkheden tussen actoren op internationaal niveau nemen toe (globalisering).
2. Afname autonomie
De autonomie en macht van nationale staten wordt aangetast. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

In tijden van conflict kunnen afhankelijkheden juist nadelig zijn.


Voel jij je verbonden met Europa? Leg uit waarom wel of niet.
Voel jij je verbonden met Europa? Leg uit waarom wel of niet. 

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nationale of Europese identiteit
Waarom mensen minder sterke bindingen hebben met de EU dan met nationale staten:
  • Gebrek aan breed gedragen gevoel van gemeenschappelijkheid
  • De verschillen tussen culturen in Europa zijn groot
  • Er is sprake van tegenstrijdige belangen tussen de verschillende Europese lidstaten.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nationale of Europese identiteit
  • Gebrek aan een gezamenlijke Europese media die aandacht schenken aan de politieke ontwikkelingen in de EU.
  • Sterke nationale bindingen: neo-nationalistisch cultureel verzet. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur is relatief
De nationale cultuur en identiteit is relatief. Dat betekent dat cultuur aan verandering onderhevig is.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke veranderingen zijn cultuur en identiteit onderhevig?

Aan welke veranderingen zijn
cultuur en identiteit onderhevig?

Slide 36 - Woordweb

Bespreek met de leerlingen de volgende ontwikkelingen: individualisering, democratisering, secularisering, rationalisering, globalisering, digitalisering en de uitbreiding van het kapitalisme en de opkomst van de multiculturele samenleving. 
§7.4 Politiek en overheidsbeleid over identiteit

Slide 37 - Tekstslide

Pagina 213

Slide 38 - Video

Voorbeeld van een debat over identiteit vanuit het perspectief van jongeren. Benadruk dat er sinds 2000 sprake is van een verhit maatschappelijk debat over identiteit. 
Politiek over identiteit
In de politiek is er steeds meer aandacht voor identiteit, door:
  • Politieke en sociale ontwikkelingen (10.3)
  • Transnationale identificaties als gevolg van globalisering
  • Mondialisering van de media

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Identiteit en integratie
 Integratie van migranten wordt beleefd als een probleem waarbij de loyaliteit aan Nederland de belangrijkste vraag is. Bijvoorbeeld: debat over 2 paspoorten
Sommige burgers voelen zich door politieke en sociale ontwikkelingen niet meer thuis in Nederland en delen niet langer dezelfde waarden. Dit kan leiden tot spanningen en radicalisering. 

Integratie en identiteitsvraagstuk
Integratievraagstuk als samenlevingsprobleem

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cultuuruniversalisme

Slide 42 - Tekstslide

Onder de vraag over identiteit en integratie ligt een van de meest fundamentele discussies in de multiculturele samenleving: cultuuruniversalisme versus cultuurrelativisme.
Cultuurrelativisme

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Bij welk uitgangspunt over cultuur past de volgende stelling?
'Er moet ruimte gegeven worden aan verschillende culturele overtuigingen'
Bij welk uitgangspunt over cultuur past de volgende stelling? 'Er moet ruimte gegeven worden aan verschillende culturele overtuigingen' 
Cultuur-universalisme
Cultuur-relativisme

Slide 44 - Poll

Leg uit dat beide antwoorden goed zijn. 
Cultuuruniversalisten stellen dat het in culturen gaat om algemeen menselijke praktijken en dat daarom ruimte gegeven moet worden om dat het in wezen toch om hetzelfde gaat. Cultuurrelativisten daarentegen stellen dat culturen gelijkwaardig zijn in hun diversiteit en dat ruimte gegeven moet worden aan elkaars cultuur. 
Vormen van identificatie
De WRR ziet identificatie als een dynamisch proces van het leggen, onderhouden en verbreken van bindingen. 3 vormen van identificatie:
1. Functionele identificatie: ontstaat als mensen een gemeenschappelijk belang hebben en worden gezien als lid van een groep. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van identificatie
2. Normatieve identificatie: ontstaat als er mogelijkheden zijn om eigen normen en opvattingen te kunnen volgen en in te brengen in het publieke en politieke domein. Hoe meer mensen toegang hebben tot publieke discussies, hoe meer zij zich identificeren met de sociale en politieke orde. 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van identificatie
3. Emotionele identificatie: gevoelens van verbondenheid, loyaliteit en trots.

Door globalisering en individualisering is er sprake van hybride identificaties.

Slide 47 - Tekstslide

Benadruk dat sinds het rapport van de WRR in 2007 de politieke posities ten opzichte van nationale identiteit en identificatie meer gepolariseerd zijn geraakt, en dat er sprake is van een tegenstelling tussen statische identiteit en dynamische identificatie visies. 

Sleep het voorbeeld naar de juiste vorm van identificatie
Emotionele identificatie
Functionele identificatie
Normatieve identificatie
Leden van een sportvereniging
Versplintering van het politieke landschap
EK voetbal

Slide 48 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Link

Deze slide heeft geen instructies


Wat heb je geleerd deze les?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat vind je nog lastig?

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les: Modernisering
Ik weet ...
  • hoe bindingen bezien worden vanuit de paradigma's
  • wat de relatie is tussen politiek en (nationale) identiteit en dat dit gebaseerd is op het dilemma van collectieve actie. 
  • wat de modernistische en essentialistische blik is op het ontstaan van naties.
  • wat het verschil is tussen een natiestaat en een multinationale staat
  • hoe nationale cultuur onderhevig is aan politieke en sociale ontwikkelingen.
  • wat de oorzaken zijn voor de toegenomen politieke aandacht voor identiteit. 

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van hoofdstuk 10
Natievorming

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies