Maatwerk naamvallen

Guten Morgen! :)
Willkommen bei Deutsch!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Guten Morgen! :)
Willkommen bei Deutsch!

Slide 1 - Tekstslide

Themen:

1. Zin ontleden (onderwerp + lijdend voorwerp)
2. Grammatik B: DER- und EIN-Gruppe (1e + 4e naamval)
3. Zin ontleden (met meewerkend voorwerp)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke vraag moet je stellen om het onderwerp (1e naamval) te bepalen?

Slide 4 - Open vraag

Welke vraag moet je stellen om het lijdend voorwerp (4e naamval) te bepalen?

Slide 5 - Open vraag

Ich backe eine Torte.

het woord "backe" is
A
lijdend voorwerp
B
voorzetsel
C
onderwerp
D
gezegde

Slide 6 - Quizvraag

Ich backe eine Torte.

het woord "Ich" is
A
lijdend voorwerp
B
voorzetsel
C
onderwerp
D
gezegde

Slide 7 - Quizvraag

Ich backe eine Torte.

"eine Torte" is
A
lijdend voorwerp
B
voorzetsel
C
onderwerp
D
gezegde

Slide 8 - Quizvraag

Hausaufgabe

Slide 9 - Tekstslide

Hausaufgabe

Slide 10 - Tekstslide

Hausaufgabe

Slide 11 - Tekstslide

Hausaufgabe

Slide 12 - Tekstslide

Hausaufgabe

Slide 13 - Tekstslide

Hausaufgabe

Slide 14 - Tekstslide

Grammatik B: DER-Gruppe und EIN-Gruppe
(S. 104)
DER-Gruppe:
de bepaalde lidwoorden (der, die, das) en dies-, jed-, manch-, solch-, all- en welch-.

EIN-Gruppe:
ein-, kein- en de bezittelijke voornaamwoorden: mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer / eure, ihr- en Ihr-.

Slide 15 - Tekstslide

DER-Gruppe

Slide 16 - Tekstslide

EIN-Gruppe

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Übungen zur DER- und EIN-Gruppe
Kapitel 3, Lektion 1:
Aufgabe 11, 12, 13, 14

Hausaufgabe:  Rest + 15 + 16

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide