Les 6

  • de passé composé met être
  • écouter: lingua
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik het voltooid deelwoord met être toepassen
  • heb ik geoefend met luisteren
  • heb ik geoefend met de woordjes

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

  • de passé composé met être
  • écouter: lingua
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik het voltooid deelwoord met être toepassen
  • heb ik geoefend met luisteren
  • heb ik geoefend met de woordjes

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Schrijf op bij blz 23!
Let op:
Het is
C'est

Slide 4 - Tekstslide

De passé composé met être:
Als een werkwoord met être vervoegd wordt, moet je het voltooid deelwoord aanpassen aan het onderwerp.

Paul est allé en France.
Marie est _____ aux Pays-Bas.
Paul et Jean sont _____ en Allemagne.
Marie et Nina sont ______ au Portugal.

Slide 5 - Tekstslide

De passé composé met être:
Als een werkwoord met être vervoegd wordt, moet je het voltooid deelwoord aanpassen aan het onderwerp.

Paul est allé en France.
Marie est allée aux Pays-Bas.
Paul et Jean sont allés en Allemagne.
Marie et Nina sont allées au Portugal.

Slide 6 - Tekstslide

Letters die je toe moet voegen aan het voltooid deelwoord bij het hulpwerkwoord être.
enkelvoud
meervoud
mannelijk
?
?
vrouwelijk
?
?

Slide 7 - Tekstslide

Letters die je toe moet voegen aan het voltooid deelwoord bij het hulpwerkwoord être.
enkelvoud
meervoud
mannelijk
-
s
vrouwelijk
e
es

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken exercices 16c-1
a: est - Valentijn is van de fiets gevallen
b: sont - Ze zijn op vakantie gegaan
c: suis - Ik ben om 11 uur vertrokken
d: es - hoe laat ben je teruggekomen?
e: êtes - zijn jullie in de stad uitgegaan?

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken exercices 16c - 2

Samen nakijken

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken exercice 16d
a: est parti
b: es arrivée
c: sont descendues
d: sont allés

Slide 11 - Tekstslide

Leren infinitief en voltooide tijd
werkwoorden blz 22

Daarna Blooket werkwoorden huisje être
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord geven op vragen
Tu es allé où?
Je _____________à Paris

Tu es arrivé à quelle heures?
Je ____________à neuf heures


Slide 13 - Tekstslide

Maken exercices 18
Dit is het niveau van de toets!

Slide 14 - Tekstslide

Exercice 30

Slide 15 - Tekstslide