H 7.3 Afvalverwerking K4 les 3

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H7:Materialen
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Kader 4!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de examensite opdrachten. 




Jas over je stoel

Slide 2 - Tekstslide

Practicum
Welkom Kader-3 
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Tekstslide

§ 7.1 Materialen toepassen
§ 7.2 Van grondstof tot product

§ 7.3 Afvalverwerking
§ 7.4 Dichtheid

Slide 5 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle
  2. Voorkennis/Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
Maak opdrachten op de examensite

Slide 7 - Tekstslide

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 8 - Woordweb

Terugblik
  1. Je kunt vier belangrijke stappen beschrijven in het productieproces van een product.
  2. Je kunt grondstof, halffabricaat en eindproduct herkennen in een praktijkvoorbeeld.
  3. Je kunt drie gevolgen noemen die het maken van producten heeft voor het milieu.

Slide 9 - Tekstslide

2 Een grondstof is het eindproduct in een productieproces.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

5 De grondstof ijzererts wordt in een hoogoven verwerkt tot het halffabricaat ruwijzer.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

3 Alle materialen hebben dezelfde eigenschappen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

7.3 Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen waarom het nuttig is om afval in verschillende soorten te scheiden.
  2. Je kunt van afvalstoffen en kapotte spullen aangeven bij welke soort afval ze horen.
  3. Je kunt vier manieren noemen om afval te verwerken, met hun voor- en nadelen.
  4. Je kunt drie manieren beschrijven om milieuproblemen met afval te verminderen.

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende afvalsoorten
  1. Papier/karton
  2. Plastic
  3. Glas
  4. Gft-afval
  5. Chemisch afval
  6.  Restafval

Slide 14 - Tekstslide

Afval
Afval hoort niet in het milieu. Door afval vervuilt het milieu. 
Bv: drinkwater dat vervuild is of dieren die doodgaan van plastic.

Afval moet nuttig worden gebruikt.
Huishoudelijk afval:
  1. Nuttige toepassing (compost, recycling en hergebruik)
  2. Verbranden
  3. Storten

Zwerfafval

Slide 15 - Tekstslide

GFT-afval
Compost

Slide 16 - Tekstslide

Klein chemisch afval (KCA)

Voorbeelden:
  • Nagellak
  • Medicijnen
  • Batterijen
  • Lampen
  • Elektronica


Slide 17 - Tekstslide

Recycling
Een deel van het afval wordt
gerecycled

Het papier doorloopt dus 
een kringloop
het wordt steeds opnieuw 
gebruikt (figuur 3).

Slide 18 - Tekstslide

Recycling
Een deel van het afval wordt gerecycled


Slide 19 - Tekstslide

Verbranden en storten
  • Restafval: afval dat je niet kunt composteren of recyclen, wordt bij voorkeur   verbrand.
  • Als het afval niet verbrand kan worden is de enige optie storten.
  • Verbranden heeft vergeleken met storten duidelijk voordelen:
  • Bij de verbranding ontstaat warmte die je nuttig kunt gebruiken.
  • Er hoeft geen ruimte te worden gezocht voor een stortplaats. De onbrandbare resten (slakken) die overblijven, kunnen worden gebruikt bij de aanleg van wegen.
  • Verbranding heeft ook een nadeel. 
  • Bij de verbranding van afval kunnen er schadelijke stoffen in de lucht terechtkomen.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 7.3
4 t/m 12
Je mag samenwerken!

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt uitleggen waarom het nuttig is om afval in verschillende soorten te scheiden.
  2. Je kunt van afvalstoffen en kapotte spullen aangeven bij welke soort afval ze horen.
  3. Je kunt vier manieren noemen om afval te verwerken, met hun voor- en nadelen.
  4. Je kunt drie manieren beschrijven om milieuproblemen met afval te verminderen.

Slide 22 - Tekstslide

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 23 - Woordweb

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 24 - Woordweb

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

  • Zet in je planner!!
  • Maak opdrachten op de examensite

Dank voor jullie aandacht!

Slide 28 - Tekstslide

H 7.1 Materialen toepassen K4 les 1

Slide 29 - Tekstslide