les 7 hoofdstuk 5

les 7 hoofdstuk 5
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

les 7 hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Organisatie tijd
Pak je boek en je pen

timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Lees/verwerkingstijd
Ga verder met het afmaken van de vragen bij 5.3
Lees paragraaf 5.4
Begin met de vragen bij 5.4


timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lestijd 15 min
Eerst herhaling VN

Slide 4 - Tekstslide

Dit is de vlag van
A
de Verenigde naties
B
de Europese Unie
C
het Eurovisie Songfestival
D
de Navo

Slide 5 - Quizvraag

Waarvan was de VN een opvolger?
A
De Volkenbond
B
De NAVO
C
De Gestapo
D
Het Gemenebest

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van de Verenigde Naties?
A
Vetorecht inzetten
B
Bewaren van vrede en veiligheid in de wereld
C
Oorlog voeren
D
Koude Oorlog laten eindigen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet de belangrijke vergadering van de Verenigde Naties?
A
Veiligheidsraad
B
Ledenvergadering
C
Algemene Vergadering
D
Verenigde Staten

Slide 8 - Quizvraag

De Veiligheidsraad (15 leden) heeft in de Verenigde Naties vetorecht
A
GOED
B
FOUT

Slide 9 - Quizvraag


In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zitten landen die het vetorecht hebben.
Welke landen hebben het vetorecht?
A
alle landen van de Veiligheidsraad
B
de landen die de Verenigde Naties hebben opgericht
C
de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad
D
het grootste land van elk werelddeel

Slide 10 - Quizvraag

Geen taak van de VN is ....
A
hulp bieden aan mensen in nood
B
om naleving van mensenrechten vragen
C
bemiddelen bij conflicten
D
de handel tussen landen bevorderen

Slide 11 - Quizvraag

De macht van de VN
Op welke 3 manieren kan de VN ingrijpen?
A
De VN neemt een resolutie ( besluit) Waarmee de daden worden afgekeurd.
B
De VN legt sancties op. ( bijv. handelsverbod)
C
De VN zet een land uit de organisatie.
D
De VN stuurt militairen naar het land. ( vredesoperatie)

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet de rechtbank van de Verenigde Naties
A
De hoge raad
B
Internationale rechtbank
C
Internationaal gerechtshof
D
Wereldwijde rechtbank

Slide 13 - Quizvraag

Welke zinnen over de VN zijn juist?
1 De Algemene Vergadering kan strafmaatregelen opleggen aan landen.
2 De grote geallieerde landen hebben vetorecht in de Veiligheidsraad.
3 De lidstaten van de Verenigde Naties hebben evenveel macht.
4 De Verenigde Naties zijn bedacht door de Amerikaanse president Roosevelt.
A
Zin 2 en 4
B
Zin 1, 3 en 4
C
Zin 2, 3 en 4
D
Zin 1, 2, 3 en 4

Slide 14 - Quizvraag

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke veranderingen de Nederlandse samenleving in de tijd van de Koude Oorlog doormaakte.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wederopbouw: mede dankzij Marshallplan



De Wederopbouw

Slide 17 - Tekstslide

De welvaart stijgt
  • Nederland wordt een consumptiemaatschappij (=mensen kopen spullen die ze eigenlijk niet nodig hebben)


    Slide 18 - Tekstslide

    Amerikanisering
    • Vanaf 1960 gaan in NL veel mensen Amerikaanse gewoonten overnemen denk aan Coca Cola, Levi kleding en McDonalds

    • Dit heet amerikanisering.

    Slide 19 - Tekstslide

    Koningin Juliana
    Juliana (1909-2004) volgt in 1948 haar moeder Wilhelmina op als koningin. Juliana wil dicht bij het volk staan. Als er iets ergs gebeurt (Watersnoodramp, 1953), dan gaat zij erheen om mensen te troosten. 

    Juliana vindt het moeilijk dat ze als koningin niet alles kan zeggen en doen, en voelt zich daardoor soms in haar vrijheid beperkt.

    Slide 20 - Tekstslide


    Willem Drees

    Willem Drees (PvdA)
    Verzorgingsstaat opgebouwd, met wetten zoals de Algemene Ouderdomswet (AOW, 1957)

    'Vadertje Drees' 
    Het verhaal gaat dat Nederland de Marshallhulp heeft gekregen omdat de toenmalig minister-president Willem Drees de vertegenwoordiger van de Verenigde Staten in plaats van met een staatsbanket, met een kopje thee met een mariakaakje ontving. De vertegenwoordiger vond dat Nederland de steun blijkbaar hard nodig had en dat een land met een zo sobere minister-president het geld ongetwijfeld goed zou besteden.

    Slide 21 - Tekstslide

    Slide 22 - Video

    Een eigen cultuur

    • Vanaf de jaren 50: jongeren--> langer naar school, --> hogere opleiding dan ouders --> andere ideeën.

    • Door stijgende welvaart kunnen jongeren zich meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar --> ontstaan jeugdcultuur.
    Elvis Presley (1935-1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd. Veel ouders spraken schande van de bewegingen die Elvis met zijn heupen maakt: "Het had alleen maar te maken met seks!"

    Slide 23 - Tekstslide

    Slide 24 - Video

    Tweede Feministisch Golf

    •  Vrouwen hebben niet dezelfde kansen als mannen.

    • Vrouwen verdienen minder geld voor hetzelfde werk

    Slide 25 - Tekstslide

    Slide 26 - Video


    Ontzuiling en secularisatie
    • Vanaf de jaren '80 blijkt het beeld van de multiculturele samenleving waarin groepen mensen van verschillende culturen gelijkwaardig met elkaar samenleven, steeds vaker niet te kloppen.



    Slide 27 - Tekstslide

    Migranten
    • Doordat Nederlanders hoger opgeleid zijn, willen ze minder ongeschoold werk doen: gastarbeiders komen naar NL.
    • Uit kolonies (Suriname, Antillen + Indonesië) komen ook migranten.
    • Dit zorgt voor verschillende spanningen die nog steeds merkbaar zijn.

    Slide 28 - Tekstslide

    Multi-Etnische en Multiculturele samenleving
    Allochtonen en Autochtonen leven samen in één land

    Allochtonen: mensen uit een ander land
    Autochtonen: mensen uit Nederland

    Slide 29 - Tekstslide

    Sociale grondrechten
    • 1983: sociale grondrechten vastgelegd om dictatuur tegen te gaan. Overheid moet voor mensen zorgen. vb:
    • recht op bestaanszekerheid, recht op onderwijs, recht op gezondheidszorg, recht op werk, recht op bewoonbaarheid, recht op rechtsbijstand.

    Slide 30 - Tekstslide

    1983. De sociale grondrechten 
    Recht op bestaanszekerheid.  
    Recht op onderwijs.
    Recht op gezondheidszorg.
    Recht op woongelegenheid.
    Recht op bewoonbaarheid van het land.
    Recht op werk.
    Recht op rechtsbijstand.

    Slide 31 - Tekstslide

    Pauzemomentje
    timer
    4:00

    Slide 32 - Tekstslide

    Werktijd max. 20 min.
    1.  van het werkboekje af
    2. Maak de invulsamenvatting bij 5.3/ 5.4 af
    3. Klaar? Kijk wat je alvast voor de volgende les kunt doen. 
    timer
    20:00
    timer
    10:00
    timer
    15:00

    Slide 33 - Tekstslide

    Afsluiting
    Schrijf drie dingen op die je deze les geleerd hebt
    timer
    5:00

    Slide 34 - Tekstslide