LSD week 3 onderwerp Gesprek

Lesdoel week 3
De student kan na de les de theorie van de LSD methode benoemen en toepassen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Lesdoel week 3
De student kan na de les de theorie van de LSD methode benoemen en toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Wat zijn de voorwaarden voor een goede communicatie volgens Michael Pilarczyk?

Slide 3 - Tekstslide

Mee tekenen op bord
Echt luisteren

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

In welke manier van luisteren herken jij je het meest?
Niet luisteren
cosmetisch luisteren (doen alsof)
oppervlakkig luisteren (doen alsof)
selectief luisteren ( horen wat je wil horen)
Actief luisteren (oprecht geïnteresseerd)

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Kijk in de volgende dia naar het filmpje
Schrijf op wat er niet goed gaat

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Wat gaat hier mis?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Een goede communicatie'
  1. Luisteren

  2. Samenvatten

  3. Doorvragen

Slide 9 - Tekstslide

Een goede communicatie bestaat uit het op het juiste moment kunnen toepassen van de juiste gesprekstechnieken

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Luisteren
Iedereen wil aandacht/iedereen heeft aandacht nodig

Actief luisteren is niet:
  • Cosmetisch luisteren
  • Selectief luisteren
  • Jouw referentiekader gebruiken
  • Defensief luisteren
  • Bang zijn voor stiltes

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Luisteren
Actief luisteren is wel:
  • De tijd nemen
  • Een actieve houding (oogcontact, lichaamshouding)
  • Knikken, hummen, of ja-zeggen
  • Stiltes durven laten vallen
  • Gevoelens benoemen van ander (controleren)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie actief luisteren
Actief luisteren:
1. aankijken tijdens het gesprek
2. knikken
3. interesse tonen met je houding, rechtop zitten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Welke luistervaardigheden zie je in het filmpje?
welke luistervaardigheden zie je in het filmpje?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Samenvatten
Samenvatting: Beknopte weergave van gesprek
  • Controle: heb je de ander goed begrepen?
  • Dwingt tot goed luisteren
  • Aanbrengen van orde in verhaal
  • Kan leiden tot nieuwe inzichten

LET OP: Niet papegaaien!

Slide 18 - Tekstslide

In je eigen woorden, geen eigen invulling en geen oordelen
tussendoor samenvatten
Geef tijdens het gesprek tussendoor even een korte samenvatting

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

functie samenvatten

Je checkt of je de ander goed begrijpt
je helpt om de rode draad vast te houden
je stelt de ander gerust: 'ik luister echt naar je'
Je bouwt een brug naar het volgende onderwerp

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus
Anja (53) werkt als doktersassistente in een groepspraktijk. Ze hield altijd al van een wijntje. Na een drukke werkweek op vrijdagavond, met haar partner.
En op feestjes met vriendinnen. Toen ze jonger was, had ze er de volgende
dag niet zoveel last van. Maar de katers beginnen de laatste tijd toe te
nemen. Ze is ook meer gaan drinken in de loop der jaren. Vroeger alleen
op vrijdag, nu elke avond. Op feestjes drinkt ze niet zoveel. Thuis na afloop
des te meer. Anja voelt zich ‘in control’. Ze is ervan overtuigd dat ze elk
moment kan stoppen met drinken.

Slide 21 - Tekstslide

Voorgeschiedenis
Casus (2)
“Vervelend dat ze thuis steeds over mijn alcoholgebruik beginnen. Ik heb geen drankprobleem. Ik weet zeker dat ik makkelijk een paar dagen niét kan drinken, als ik dat zou willen. Maar waarom zou ik? Ik vind het heerlijk om na een drukke dag een wijntje in te schenken en met mijn glas op de bank te kruipen. Dat heb ik wel verdiend na een heftige dag op de praktijk. Ook collega Ernst vroeg me laatst of ik had gedronken. Ik begrijp niet waar hij zich mee bemoeit. Mijn werk lijdt er beslist niet onder. Sterker nog: ontspanning is belangrijk als je zo onder druk staat als wij. Bovendien: wat ik thuis doe is privé. Nog daargelaten dat hij er zelf ook wel eentje lust.” 

Slide 22 - Tekstslide

Hoe zou je dit gesprek samenvatten?

Wat zou je nog meer van Astrid willen weten?
3. Doorvragen
Open en gesloten vragen:
  • Wat wil je bereiken met de vraag?

Vraag door totdat je een duidelijk en concreet antwoord hebt
  • 'Hoe bedoelt u dat?' Wat bedoelt u daarmee?
  • 'Kunt u me daar iets meer over vertellen?'
  • 'Hoe was dat de vorige keer, lijken de klachten op toen?'

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat niet?
Géén:
Waarom , of waarom niet?

Dit kan als een verwijt klinken

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open vraag: 
Een goede open vraag is kort en eenvoudig. De vraag bestaat uit één zin. 
Wat doe je na een open vraag? 
5 seconden na het stellen van de vraag zwijg je , ook als er niet direct een antwoord komt. 
Geef de ander de tijd om na te denken, vul geen pauze op met geklets waarmee je denkt de vraag te verduidelijken.
komt er niets stel de vraag dan nog een keer
Dan komt de ander vast met een antwoord waar je op door kunt vragen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je na het stellen van een open vraag? 
Luisteren -> laat het antwoord op je inwerken, geef aan dat je luistert door hummen (mmhm. o ja etc) -> aan het einde, soms komt er dan nog meer.
Ga na welke vaagheden hoor je en vraag daar op door
Bij een duidelijk antwoord vat je samen -> in eigen woorden 
Je vraagt of het klopt, daarna kun je het gespreksonderdeel afsluiten evt met maken van afspraak. 
Bijv. U geeft aan 3 dgn hoofdpijn te hebben en u wilt een afspraak. Pas daarna komt er een nieuwe vraag, bijv. hebt u koorts. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorvragen: hoe doe je dat? 
Hoe bedoelt u dat?
Kunt u me daar iets meer over vertellen?
Wat zijn de klachten precies?
Hoe was het de vorige keer , zijn de klachten hetzelfde?
Wat is er nu anders? 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorvragen
Vaak moet je tijdens een gesprek doorvragen om alle informatie te krijgen en deze goed te begrijpen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatten:  
Begrijp ik het goed dat u....
Heb ik het goed gehoord dat u.....
Ik vat even samen wat u mij verteld heeft....
Ik geef even een samenvatting om te checken of ik u goed begrepen heb...

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Kijk in de volgende dia naar het filmpje
Schrijf op wat er niet goed gaat

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

LSD betekent
A
Lopen, struikelen, door lopen
B
Luisteren, samen praten, doorvragen
C
Luisteren, samenvatten, doorvragen

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is actief luisteren
A
Je oren goed gebruiken zodat je alles opvangt
B
achteraf goed samenvatten en afspraken noteren
C
met je volle aandacht zoeken naar het echte verhaal achter de boodschap
D
zorgen dat je met een goede oplossing komt

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel week 3 behaald?
De student kan na de les de theorie van de LSD methode benoemen en toepassen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips en tops lessen

Slide 36 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies