Klas 2 Par 1.1 Hoe ontstond de industrie

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

1.1 Hoe ontstond de industrie?

Waar moet je aan
denken bij industrie?

Hoe noem je het 8e tijdvak?

1. Tijd van de boeren & burgers
2. Tijd van de pruiken & revoluties
3. Tijd van de burgers & stoommachines
4. Tijd van de wereldoorlogen

De tijd van de burgers & stoommachine was van ..... tot .....

1800

Nu 

Het ontstaan van de industrie 

Spinnen en weven

• Het weefgetouw en het spinnewiel stonden in huis
• Het hele gezin hielp mee
• Huisnijverheid: het thuis maken van goederen door ambachtslieden of boeren

Huisnijverheid

• Tot 1800 was bijna iedereen boer 
  
  
• Bijverdienen met spinnen en weven

Welke energiebron werd er gebruikt? 

spierkracht 

en soms natuurlijk 

Paardenkracht

Waterkracht 

Windkracht 

Welke energiebronnen werden gebruikt voor 1800?

Oude energiebronnen:

Ambachtslieden haalden de grondstoffen die ze nodig hadden uit: bodem, bos en landbouw

Energiebronnen:

- spierkracht (mens en dier)
- watermolens

- windmolens

Geen huisnijverheid meer.

Andere manier van werken vanaf 1800.
Waarom? 

Nieuwe energiebronnen

Mensen gingen stoomkracht gebruiken --> stoommachines.

Stoommachines pasten niet in een huis --> hierdoor ontstaan van fabrieken.

Wat is een andere naam voor de tijd van de burgers & stoommachines?

De industriële samenleving:

• Het leven van de Europeanen veranderde. 
• Periode vanaf 1800  wordt de moderne tijd genoemd. 

- Komst van de stoommachine 

Werken in de fabriek

Door stoommachine veel veranderingen.

- In korte tijd werden veel producten gemaakt.

- Ondernemer werden werkgevers

- De mannen, vrouwen en kinderen die in dienst waren werden werknemers

- Werknemers kregen lage lonen --> hierdoor kon industrie goedkoop produceren

Geef een voorbeeld van slechte werkomstandigheden

Wat is huisnijverheid?

1. Het thuis maken van goederen
2. Het werken in de fabriek
3. Geen werk hebben
4. Het huis schoon maken

Welke energiebron wordt gebruikt bij de huisnijverheid?

1. Spierkracht
2. Windkracht
3. Waterkracht
4. Stoomkracht

Waar bestond Nederland uit vóór de industrialisatie?

1. Akkerbouw en veeteelt
2. Industrie en akkerbouw
3. Industrie en veeteelt
4. Huisnijverheid en landbouw

Wat hoort niet bij infrastructuur?

1. Schepen
2. Kanalen
3. Spoorlijn
4. Wegen