In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
meervouden
Wat is het meervoud van teechnologie?
A
technologies
B
technologieën
C
technologiën
D
technologieeën
Slide 1 - Quizvraag
Wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het meervoud van een kroket?
A
kroketten
B
kroketen
C
krokets
D
krokketten
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het meervoud van een porie op mijn huid?
A
poriën
B
porieën
Slide 4 - Quizvraag
Aan het einde van deze instructie ...
weet ik wanneer en hoe ik het koppelteken gebruik.
Slide 5 - Tekstslide
Welk symbool is volgens jou het koppelteken?
Slide 6 - Woordweb
Welk woord is goed geschreven?
A
hogesnelheidstrein
B
langeafstandsloper
C
lieveheersbeestje
D
geletruidrager
Slide 7 - Quizvraag
De spatie maakt het verschil in betekenins
Slide 8 - Tekstslide
Samenstellingen schrijven
Een basisregel in het Nederlands:
Je schrijft samenstellingen aan elkaar!
Voet+bal+schoen = voetbalschoen
(Engels: soccer shoes)
Slide 9 - Tekstslide
Het koppelteken
Een koppelteken is een klein streepje dat woorden met elkaar verbindt. In samenstellingen die verkeerd gelezen kunnen worden, dan plaatsen we een koppelteken. Zoals in het linker rijtje.
zo-even zoeven
stage-uren stageuren
radio-omroep radioomroep
na-apen naapen
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer gebruik je een koppelteken in een samenstelling?
1. Als het woord verkeerd uitgesproken kan worden, dus een klinkerbotsing: zo-even, na-apen