Filosofie: intro

Filosofie: intro
Na deze les kunnen jullie:
- In eigen woorden uitleggen wat filosofie is.
- Zelf een filosofische vraag verzinnen.
- In eigen woorden het trolley probleem omschrijven. 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Filosofie: intro
Na deze les kunnen jullie:
- In eigen woorden uitleggen wat filosofie is.
- Zelf een filosofische vraag verzinnen.
- In eigen woorden het trolley probleem omschrijven. 

Slide 1 - Tekstslide

Eerst en vooral...
- Doorloop het volledige leerpad dit duurt een 20-tal minuutjes.
- Bij vragen mag je altijd mailen naar mij op het e-mailadres: Lisa.Vancouillie@student.howest.be
- Neem zeker een blaadje en pen bij de hand om dingen te noteren.
- Heel veel succes!!!!!

Slide 2 - Tekstslide

Filosofie
Met dit leerpad wordt de eerste les filosofie nog eens kort herhaald en krijg je wat extra info. Daarnaast wordt de opzet ook gemaakt voor de volgende les. Doorloop heel het leerpad dus aandachtig, want in de volgende les zullen we hier dieper op ingaan. 


Slide 3 - Tekstslide

Filosofie
Eerst en vooral wil ik weten waar jullie aan denken bij het woord filosofie of wat jullie denken dat deze lessen over zullen gaan. Op de volgende slide kunnen jullie zelf woorden ingeven. Je kan kiezen hoeveel je er ingeeft, maar je moet er minstens 1 ingeven. 

Slide 4 - Tekstslide

Filosofie

Slide 5 - Woordweb

Filosofie betekent in het grieks: houden van wijsheid (filo = houden van, sophia = wijsheid). Een filosoof wil dus heel graag wijs, oftewel slim, worden! Wil jij dat ook? Dan ben je misschien wel een filosoof.
Wat is filosofie?

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
Op de volgende dia vinden jullie een filmpje terug. Bekijk dit zeer goed en noteer desnoods enkele zaken die jij belangrijk vindt. Na het filmpje komen enkele vragen over hetgeen dat in het filmpje voorkwam. 
Het filmpje zelf duur een 3-tal minuutjes, bekijk het dus zeker volledig. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Als je filosofeert ben je op zoek naar wat?
A
Foute antwoorden
B
De zin van het leven
C
Algemeen geldige antwoorden
D
Je verloren kousen

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekend "geen feitelijk antwoord"?
A
Iets wat geen antwoord is op je vraag
B
Er zijn verschillende antwoorden mogelijk
C
Iets dat niet waarneembaar is
D
Iets dat niet duidelijk is

Slide 10 - Quizvraag

Met algemeen geldige kennis kan je heel wat belangrijke en grote dingen doen. Wat kan je allemaal doen?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Beslissen hoe je zelf wilt leven
B
Wetten en regels maken
C
Goede keuzes en besluiten maken
D
Hoe we met elkaar om moeten gaan

Slide 11 - Quizvraag

Een mening alleen geven is niet voldoende bij filosoferen, wat moet je daar bij geven?

Slide 12 - Open vraag

Filosofische vraag
Op de volgende dia vinden jullie voorbeelden van filosofische vragen. Denk hier eens bij na en probeer om een zo goed mogelijk antwoord te noteren op de vraag. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat maakt iemand een goed persoon?

Slide 14 - Woordweb

Wat maakt iemand gelukkig?

Slide 15 - Woordweb

Filosofische vragen wat? 
Het belangrijkste kenmerk van een filosofische vraag is dat hét antwoord niet in een boek, encyclopedie of online te vinden is. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk

Vaak is het zo dat bij een filosofische vraag niet meteen duidelijk is wat voor soort antwoord er moet komen. Er wordt niet gevraagd naar de werkelijkheid maar naar een mogelijkheid.


Slide 16 - Tekstslide

Filosofische vragen wat? 
Bij een filosofische vraag zijn er dus meerdere antwoorden mogelijk maar het gaat hierbij niet om je mening (Wat vind je van spruitjes?) en niet om wetenschappelijke kennis (Hoe ontstaat regen?). 

Het antwoord is alleen te vinden door na te denken en te redeneren en niet door een experiment, onderzoek of waarneming. 

Daarnaast onderzoek je door de vraag een bepaald begrip of concept. Denk aan waarheid, tijd, geluk, vriendschap, werkelijkheid, vrijheid, gelijkheid, racisme, denken, tijdreizen, taal, natuur, robotica, kennis, identiteit, kunst, ziel, eerlijkheid, dood, etc.

Slide 17 - Tekstslide

Checklist Filosofische vraag:
  • er is niet één juist antwoord
  • het antwoord is niet in een boek, encyclopedie of op wikipedia te vinden
  • de volwassene weet het antwoord dus ook niet zeker (al denkt hij vaak van wel)
  • er wordt niet naar een mening gevraagd (Wat vind je van spruitjes?)
  • er wordt niet naar (wetenschappelijke) kennis gevraagd (Hoe ontstaat regen?)
  • het antwoord is alleen te vinden door na te denken en te redeneren en niet door een experiment, onderzoek of waarneming.
  • de vraag nodigt uit tot het onderzoeken van een bepaald begrip

Slide 18 - Tekstslide

Verzin nu zelf eens een filosofische vraag

Slide 19 - Open vraag

Ethische dilemma's
Waarden: Opvattingen of voorstellingen van het goede. Waar mensen naar streven. Het zijn idealen die wezenlijk zijn voor de kwaliteit van het leven.

Normen: Maken duidelijk hoe je jezelf moet gedragen: handelingsvoorschriften. Deze stellen duidelijk en concreet bepaald gedrag.

Slide 20 - Tekstslide

Ethisch dilemma
Iedereen heeft morele waarden waar hij/zij zich aan wil houden. Toch kunnen deze met elkaar botsen, en wanneer dit gebeurd spreken we over ethische dilemma's. 

Op de volgende slide kunnen jullie een filmpje terugvinden over een ethisch dilemma: het trolley probleem. Doorheen het filmpje kan je vragen terugvinden. Overloop dit goed. In de volgende les gaan we hier dieper op in gaan. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Begrippenlijst
Op de volgende dia kunnen jullie nog eens de belangrijke begrippen terugvinden voor de lessen filosofie. Bekijk deze nog eens goed en noteer ze in je begrippenboekje. Doorheen de lessen zullen we deze nog vaak gebruiken. 

Om de uitleg te zien klik je op de rode cirkel. Klik er nogmaals op om de uitleg te sluiten.

Slide 23 - Tekstslide

Waarden
Normen
Moreel of ethisch dilemma
intentie
Universalisme
Relativisme
verantwoordelijkheid
Het goede
Geluk
Legaal
Legitiem
Begrippenlijst
Opvattingen of voorstellingen van het goede. Waar mensen naar streven. Het zijn idealen die wezenlijk zijn voor de kwaliteit van het leven.
Maken duidelijk hoe je jezelf moet gedragen: handelingsvoorschriften. Deze stellen duidelijk en concreet bepaald gedrag.
Een probleem waar je moet kiezen tussen verschillende uitkomsten die te maken hebben met waarden en normen.

Een voorbeeld van een ethisch dilemma is het trolly probleem. 
Het voornemen om bepaald gedrag te stellen.
Het standpunt dat morele principes voor iedereen geldig zijn en toepasbaar zijn op verschillende mensen in verschillende situaties ongeacht de plaats en tijd waarin ze leven.
Het standpunt dat bepaalde concepten zoals waarden en normen afhankelijk zijn van de persoon en situatie.
Het vermogen en de bereidheid om consequenties te aanvaarden en zich daar naar te dragen.
Datgene waardoor de mens goed kan zijn. 
Het tevreden zijn met de huidige levensomstandigheden. Hierbij kunnen verschillende positieve emoties aanwezig zijn.
Wat volgens de wet mag.
Een actie wordt als juist beoordeeld, wat niet wil zeggen dat het in de wet staat.

Slide 24 - Tekstslide

Einde van het leerpad
Je bent aan het einde van het leerpad gekomen. Graag zou ik willen dat jullie aan de start van de volgende les een blaadje nemen en daarop mogen jullie een filosofische vraag schrijven. 
We zullen de les daarmee starten. 

Tot snel!!!

Slide 25 - Tekstslide