CH4: E-grammar 2

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

At the end of this lesson

- I can use reflexive pronouns and each other in a sentence 

Slide 2 - Tekstslide

    What is a reflexive pronoun?
Reflexive pronouns gebruik je als iemand iets bij zichzelf doet.

- Sarah looked in the mirror and winked at herself, but her reflection just rolled its eyes back at her!
- When Thommy tried to high-five himself after scoring a goal, he accidentally slapped his own face instead!

Slide 3 - Tekstslide

    Each other (elkaar)
Gebruik je als twee of meer mensen iets bij elkaar doen. De actie gaat over en weer – allebei doen ze iets naar de ander toe.

-Tom and Anna love each other. (= Tom houdt van Anna en Anna van Tom.)
-We help each other with homework. (= Jij helpt mij, ik help jou.)

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we een reflexive pronoun?

Slide 5 - Open vraag

    What is a reflexive pronoun?
Reflexive pronouns gebruik je als iemand iets bij zichzelf doet.

- Sarah looked in the mirror and winked at herself, but her reflection just rolled its eyes back at her!
- When Thommy tried to high-five himself after scoring a goal, he accidentally slapped his own face instead!

Slide 6 - Tekstslide

Welke reflexive pronouns hebben we?

Slide 7 - Open vraag

    What is a reflexive pronoun?
You form a reflexive pronoun with -self or 
-selves 


myself
you
yourself
he
himself
she
herself
it
itself
we 
ourselves
you 
yourselves
They
themselves

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we each other

Slide 9 - Open vraag

    Each other (elkaar)
Gebruik je als twee of meer mensen iets bij elkaar doen. De actie gaat over en weer – allebei doen ze iets naar de ander toe.

-Tom and Anna love each other. (= Tom houdt van Anna en Anna van Tom.)
-We help each other with homework. (= Jij helpt mij, ik help jou.)

Slide 10 - Tekstslide

    E-Grammar
     What: exercise 29, 31, 32
     How: In your book on page 29-31
     Help: Alone
     Time: 15 minutes
     Done: Learn the words from chapter 3+4

         
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link