Week 51 - les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Traduisez:
rijk

1. vrai
2. riche
3. terrible
4. marrant

Traduisez:
altijd

1. tout le monde
2. comme
3. aujourd'hui
4. toujours

Traduisez:
het huiswerk

1. le musée
2. le secret
3. le rendez-vous
4. les devoirs

Traduisez:
niet slecht

1. bon
2. pas mal
3. en plus
4. toujours

Le programme:

* Discuter le contrôle

* Répéter bloc E 

* Bloc F: lire

* Au travail

* Bloc G: les phrases-clés

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven wat je anders/beter kan doen voor de volgende toets.

* kan je de woorden en zinnen van E vervoegen/vertalen.

* kan je de schoolcijfers in Frankrijk begrijpen

* ken je woorden die te maken hebben met cijfers en schoolvakken.

Discuter le contrôle

* SO's uitdelen

* SO bespreken per opdracht, antwoorden staan op het bord

* Aan het einde: wat kan je voor de volgende toets anders doen? Meer leren? Beter plannen? Anders leren?

Stel vragen als je iets niet snapt!

Le programme:

* Discuter le contrôle

* Répéter bloc E et G

* Bloc F: lire

* Au travail

* Bloc G: les phrases-clés

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven wat je anders/beter kan doen voor de volgende toets.

* kan je de woorden en zinnen van E en G vervoegen/vertalen.

* kan je de schoolcijfers in Frankrijk begrijpen

* ken je woorden die te maken hebben met cijfers en schoolvakken.

Répéter bloc E

Traduisez:

1. Ik werk = 

2. Hij werkt in het museum = 

3. Iedereen = 

4. Het is niet warm =

Répéter bloc E

Traduisez:

1. Ik werk = Je travaille

2. Hij werkt in het museum = Il travaille dans le musée

3. Iedereen = Tout le monde

4. Het is niet warm = Il ne fait pas chaud

Le programme:

* Discuter le contrôle

* Répéter bloc E et G

* Bloc F: lire

* Au travail

* Bloc G: les phrases-clés

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven wat je anders/beter kan doen voor de volgende toets.

* kan je de woorden en zinnen van E vervoegen/vertalen.

* kan je de schoolcijfers in Frankrijk begrijpen

* ken je woorden die te maken hebben met cijfers en schoolvakken.

Bloc F (p. 120)

* Cijfersysteem in het Frans, hoe zat het ook alweer?

Vul zelf ex. 23a in! 

Tip: douze sur vingt = 12 op 20. 

* Lisez le titre + le premier alinéa de 'Mon premier bulletin ...'

* Faites ex. 24a en néerlandais!

Le programme:

* Discuter le contrôle

* Répéter bloc E et G

* Bloc F: lire

* Au travail

* Bloc G: les phrases-clés

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven wat je anders/beter kan doen voor de volgende toets.

* kan je de woorden en zinnen van E en G vervoegen/vertalen.

* kan je de schoolcijfers in Frankrijk begrijpen

* ken je woorden die te maken hebben met cijfers en schoolvakken.

Au travail!

* Lisez le texte en entier (helemaal). -> aussi p. 122!

* Faites ex. 24b, 25 et 26.

* Temps: 15 minutes.

* Travail individuel ou à deux.

* Questions? Posez-les!

* Prêt? Corrigez svp. Après: apprenez les mots de bloc F.

Le programme:

* Discuter le contrôle

* Répéter bloc E et G

* Bloc F: lire

* Au travail

* Bloc G: les phrases-clés

Les devoirs: ex. 24bd, 25 et 26.

Apprendre: bloc F.

Aan het einde van de les:

* kan je aangeven wat je anders/beter kan doen voor de volgende toets.

* kan je de woorden en zinnen van E en G vervoegen/vertalen.

* kan je de schoolcijfers in Frankrijk begrijpen

* ken je woorden die te maken hebben met cijfers en schoolvakken.

Bloc G (p. 124)

Tu aimes ... ?

Quelle est ta matière préférée?

Ma matière préférée, c'est ... (denk aan het lidwoord).

J'ai ... sur vingt. (= cijfer voor het vak)

Qui est ton prof de ... ?

Il est sévère? Il est sympa? 

Au travail!

* Faites ex. 28: notez les phrases de Chloé, Eloïse et Louis dans ton cahier

* Travail individuel! Après: corrigez à deux.

* Temps: 10 minutes

* Après: ex. 29a

Huiswerk: ex. 24b, 25, 26, 28 (1 persoon uitschrijven)