Boek hoofdstuk 1 en 2 - extra taken

Boek hoofdstuk 1 en 2 
Extra taken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 24 min

Onderdelen in deze les

Boek hoofdstuk 1 en 2 
Extra taken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Pizzeria

Slide 3 - Woordweb

Oom Faris is een goede baas. Hij werkt bij pizzeria Novara.
Het is druk op donderdag. Pizzeria Novara ligt bij het winkelcentrum en op koopavond bestellen ze allemaal pizza bij ons. We hebben ook de lekkerste pizza's dankzij oom Faris.
Donderdag is ook de leukste dag. Want dan is iedereen er. Ook Faris, Haas, Robbie, Jeffrey en ik. Oom Faris bakt pizza's, Haas en kale Robbie bezorgen pizza's, Jeffrey doet de kassa en ik neem de telefoon aan. Ik maak ook kleine gerechten zoals melanzana: gebakken aubergines.
'Arwiena, arwiena!' Dat roept mijn oom altijd, ik moet dan altijd lachen. Het betekent zoiets als "chaos".
Drukke Donderdag

Slide 4 - Tekstslide

Wie bezorgt pizza's met de scooter?
A
Ik en Haas
B
Haas en Robbie
C
Haas en Jeffrey
D
Oom Faris

Slide 5 - Quizvraag

Oom Faris is een goede baas. Hij werkt bij pizzeria Novara.
Het is druk op donderdag. Pizzeria Novara ligt bij het winkelcentrum en op koopavond bestellen ze allemaal pizza bij ons. We hebben ook de lekkerste pizza's dankzij oom Faris.
Donderdag is ook de leukste dag. Want dan is iedereen er. Ook Faris, Haas, Robbie, Jeffrey en ik. Oom Faris bakt pizza's, Haas en kale Robbie bezorgen pizza's, Jeffrey doet de kassa en ik neem de telefoon aan. Ik maak ook kleine gerechten zoals melanzana: gebakken aubergines.
'Arwiena, arwiena!' Dat roept mijn oom altijd, ik moet dan altijd lachen. Het betekent zoiets als "chaos".
Drukke Donderdag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is mijn werk?
A
Telefoon
B
Kassa
C
pizza bakken
D
pizza bezorgen

Slide 7 - Quizvraag

Oom Faris is een goede baas. Hij werkt bij pizzeria Novara.
Het is druk op donderdag. Pizzeria Novara ligt bij het winkelcentrum en op koopavond bestellen ze allemaal pizza bij ons. We hebben ook de lekkerste pizza's dankzij oom Faris.
Donderdag is ook de leukste dag. Want dan is iedereen er. Ook Faris, Haas, Robbie, Jeffrey en ik. Oom Faris bakt pizza's, Haas en kale Robbie bezorgen pizza's, Jeffrey doet de kassa en ik neem de telefoon aan. Ik maak ook kleine gerechten zoals melanzana: gebakken aubergines.
'Arwiena, arwiena!' Dat roept mijn oom altijd, ik moet dan altijd lachen. Het betekent zoiets als "chaos".
Drukke Donderdag

Slide 8 - Tekstslide

Wat doet oom Faris in de pizzeria?
A
Telefoon
B
Kassa
C
pizza bakken
D
pizza bezorgen

Slide 9 - Quizvraag

Oom Faris is een goede baas. Hij werkt bij pizzeria Novara.
Het is druk op donderdag. Pizzeria Novara ligt bij het winkelcentrum en op koopavond bestellen ze allemaal pizza bij ons. We hebben ook de lekkerste pizza's dankzij oom Faris.
Donderdag is ook de leukste dag. Want dan is iedereen er. Ook Faris, Haas, Robbie, Jeffrey en ik. Oom Faris bakt pizza's, Haas en kale Robbie bezorgen pizza's, Jeffrey doet de kassa en ik neem de telefoon aan. Ik maak ook kleine gerechten zoals melanzana: gebakken aubergines.
'Arwiena, arwiena!' Dat roept mijn oom altijd, ik moet dan altijd lachen. Het betekent zoiets als "chaos".
Drukke Donderdag

Slide 10 - Tekstslide

Welke dag is het drukste?
A
Maandag
B
Dinsdag
C
Woensdag
D
Donderdag

Slide 11 - Quizvraag

Oom Faris is een goede baas. Hij werkt bij pizzeria Novara.
Het is druk op donderdag. Pizzeria Novara ligt bij het winkelcentrum en op koopavond bestellen ze allemaal pizza bij ons. We hebben ook de lekkerste pizza's dankzij oom Faris.
Donderdag is ook de leukste dag. Want dan is iedereen er. Ook Faris, Haas, Robbie, Jeffrey en ik. Oom Faris bakt pizza's, Haas en kale Robbie bezorgen pizza's, Jeffrey doet de kassa en ik neem de telefoon aan. Ik maak ook kleine gerechten zoals melanzana: gebakken aubergines.
'Arwiena, arwiena!' Dat roept mijn oom altijd, ik moet dan altijd lachen. Het betekent zoiets als "chaos".
Drukke Donderdag

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is donderdag de drukste dag?

Slide 13 - Open vraag

Oom Faris is een goede baas. Hij werkt bij pizzeria Novara.
Het is druk op donderdag. Pizzeria Novara ligt bij het winkelcentrum en op koopavond bestellen ze allemaal pizza bij ons. We hebben ook de lekkerste pizza's dankzij oom Faris.
Donderdag is ook de leukste dag. Want dan is iedereen er. Ook Faris, Haas, Robbie, Jeffrey en ik. Oom Faris bakt pizza's, Haas en kale Robbie bezorgen pizza's, Jeffrey doet de kassa en ik neem de telefoon aan. Ik maak ook kleine gerechten zoals melanzana: gebakken aubergines.
'Arwiena, arwiena!' Dat roept mijn oom altijd, ik moet dan altijd lachen. Het betekent zoiets als "chaos".
Drukke Donderdag

Slide 14 - Tekstslide

Waarom is donderdag ook de leukste dag?

Slide 15 - Open vraag

Wat hoort bij elkaar?
Melanzana
Pizza
Telefoon
Bij Novara
bezorgen
aannemen
maken
werken

Slide 16 - Sleepvraag

Familie

Slide 17 - Woordweb

Mijn vader heet Amar, hij houdt van vette visjes. Mijn moeder bakt de visjes voor hem. Mijn vader is de baas van de pizzeria, maar hij werkt hier niet. Hij denkt dat oom Faris niet al het geld aan hem geeft. Hij vertrouwt mijn oom niet. 
Mijn vader vindt dat ik in de pizzeria de baas moet zijn. Hij vindt dat ik geen kind meer ben. Ik moet een man worden. 
Mijn vader en mijn moeder maken ruzie. Mijn moeder is verdrietig. Ik wil haar troosten. Mijn moeder begrijpt mij, we hebben dezelfde grijze ogen. Alice begrijpt mij ook, zij is mijn liefje.
Mijn moeder vindt dat ik respect moet hebben voor mijn vader. Mijn vader doet wat hij kan in de pizza zaak.
Vette Visjes

Slide 18 - Tekstslide

Wie begrijpt mij?
A
Alice en mijn moeder
B
mijn moeder en mijn vader
C
Alice en mijn vader
D
alleen mijn moeder

Slide 19 - Quizvraag

Vis
Visje

Slide 20 - Sleepvraag

kind
man

Slide 21 - Sleepvraag

Wat is het goede werkwoord?
A
Bakken
B
Vertrouwen
C
Troosten
D
Denken

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het goede werkwoord?
A
Bakken
B
Vertrouwen
C
Troosten
D
Denken

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het goede werkwoord?
A
Bakken
B
Vertrouwen
C
Troosten
D
Denken

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het goede werkwoord?
A
Bakken
B
Vertrouwen
C
Troosten
D
Denken

Slide 25 - Quizvraag

De opdracht was:
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll