Basis 4 4.2 Saving money+JOBs voc. practice+Future Simple/BEZIT recap

Today:
- Unit 3 Lesson 2  Saving money

- Grammatica herhaling:  
toekomst met will + BEZIT

- Zelfstandig werken aan de Weektaak:
Unit 3 - Lesson 2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Today:
- Unit 3 Lesson 2  Saving money

- Grammatica herhaling:  
toekomst met will + BEZIT

- Zelfstandig werken aan de Weektaak:
Unit 3 - Lesson 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Toekomst: will + hele werkwoord
Vul in will/won't of shall+het werkwoord tussen de haakjes.
(send)         A: Why are you buying this postcard?
                      B:  ..............we.......... it to our grandparents when we are back home?
 
(get)            A: I forgot my phone in the kitchen.
                      B: Wait! I................................... it for you.
 
(not listen)   A: I can't stand this noise!
                          B: Ok, I ........................... to the radio here. I will go to another room.













Slide 3 - Tekstslide

Vul in will/won't of shall+het werkwoord tussen de haakjes.
Check your answers:
(send)            A: Why are you buying this postcard?
                         B:  Shall we send it to our grandparents when we are back home?
 
(get)               A: I forgot my phone in the kitchen.
                         B: Wait! I will get it for you.
 
(not listen)   A: I can't stand this noise!
                          B: Ok, I won't listen to the radio here. I will go to another room.













Slide 4 - Tekstslide

Bezit (possessive)
Een bezit in het Engels kun je aangeven met:
                       
                          's  /   / het woordje 'of '

Wanneer gebruik je welke?

Check the answer here
's en ' gebruik jij bij personen
het woordje 'of' gebruik jij bij dingen, plaatsen, landen...

Slide 5 - Tekstslide

 's / ' - bij personen

's - bij enkelvoud
                  my brother's jeans
                  this man's cap

' - bij meervoud
                   my friends' car
                   these dogs' food

  het woordje 'of ' - bij dingen

the back of the car
the city of England
the window of this room

Slide 6 - Tekstslide

Welke possessive is goed geschreven?
De honden van de jongens
A
The boys' dogs
B
The boy's dogs

Slide 7 - Quizvraag

Welke "Possessive" is GOED geschreven?
A
This is Marys' car.
B
This is Mary's car.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van:

Londen is de hoofdstad van Engeland.
A
Englands' capital is London.
B
Engelands's capital is London.
C
London is the capital of England.

Slide 9 - Quizvraag

Reading: ''Saving money'' , blz. 130

Slide 10 - Tekstslide

plumber
software developer
estate agent
shop assistant
nurse/care worker
communication officer
technician
police officer
carpenter
builder

Slide 11 - Sleepvraag

Which are the best TIPS to save your money?
Limit the trips.
Skip restaurants.
Cook at home!
Pay your bills on time.
Watch the discounts.
Buy things you really like and need!
Plan your budget.

Slide 12 - Poll

travelling
eating out
public transport
impulse purchases
to split the costs
to watch
rent
visit to hairdresser
openbaar vervoer
uiteten
naar de kapper gaan
de kosten delen
reizen
huur
impulsaankoop
in de gaten houden

Slide 13 - Sleepvraag

Zelfstandig werken aan de Weektaak :

  • Unit 3 - Lesson 2 - opdr. 12 t/m 15
  • Klaar? Oefen Words 3.2 met Quizlet!Zie de link in Magister.
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide