In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Vandaag
Samenvatting H1
Log gelijk in met de lessonup code
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
00:25
Hoeveel spanning staat er op het stopcontact?
A
120 V
B
230 A
C
230 V
D
120 A
Slide 3 - Quizvraag
02:04
Vermogen is..
A
Energie / seconde,
Eenheid: Watt
B
Lading / seconde,
Eenheid: Ampere
C
Spanning / seconde,
Eenheid: Watt
D
Stroom / seconde,
Eenheid: Watt
Slide 4 - Quizvraag
04:56
Hoeveel energie gebruikt de kachel van 2300 W in 1 dag. Bereken in Joule en kWh
Slide 5 - Open vraag
06:48
230 V
schakeldraad
lekstroom
aarddraad
fasedraad
0 V
nuldraad
Slide 6 - Sleepvraag
10:03
Een zekering brandt door/ een installatie automaat klapt om bij:
Slide 7 - Open vraag
15:40
Met welke combinatie van windingen kan ik van 230V naar 5V? Primaire spoel .... en secundaire spoel... windingen
A
1 naar 46 windingen
B
dit kan je niet weten
C
geen idee
D
46 naar 1 windingen
Slide 8 - Quizvraag
16:13
Wat blijft er gelijk bij een ideale transformator
A
De spanning
B
De stroomsterkte
C
Het vermogen
D
De weerstand
Slide 9 - Quizvraag
17:49
Waarom hebben we hoogspanning?
A
Omdat de kabels zo hoog hangen
B
Zodat er minder energie (warmte) verlies is
C
Om een hoge weerstand te krijgen
D
Dan gaat de stroom sneller
Slide 10 - Quizvraag
Samenvatting H1
Vermogen P = E / t, in [joules/sec] = [Watt]
dus Energie E = P * t , in [joules] of [kWh] (als je in kW & h invult)
fasedraad, nuldraad, schakeldraad, aarddraad
aardlekschakelaar schakelt uit, als stroom in fasedraad verschilt van stroom in nuldraad. (omdat er dan stroom via de aarddraad weglekt)
zekering brandt door bij kortsluiting & overbelasting
Ideale transformator, zet wisselspanning om. Vermogen P = U * I aan beide kanten gelijk. Verhouding windingen: evenredig met spanning, omgekeerd evenredig met stroomsterkte.