Woorden praktijkmodule, les 5 en 6

Woorden praktijkmodule, 
les 5 en 6
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 8 min

Onderdelen in deze les

Woorden praktijkmodule, 
les 5 en 6

Slide 1 - Tekstslide

Er zit ham en kaas op de pizza, dus de pizza is ......
A
zoet
B
zuur
C
hartig

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent de ZOOL van de schoen?
A
de onderkant
B
de zijkant
C
de bovenkant

Slide 3 - Quizvraag

We gebruiken een garde om de ingrediënten te ......
A
blussen
B
kopen
C
mengen

Slide 4 - Quizvraag

De afkorting BHV betekent:
A
Bedrijfshulpverlening
B
Bedrijfshelpverlenen
C
Bedrijfshulpvoorrang
D
Bedrijfshulpvoorziening

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we het gedeelte in het gebouw waar de trappen zijn?
A
Het trappengedeelte
B
De trappenkamer
C
Het trappenhuis

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noemen we de vork, de lepel en het mes?
A
Het besteek
B
Het bestek
C
Het beestek

Slide 7 - Quizvraag

Toen de school in brand stond, was de brandweer er snel om het vuur te ...
A
aansteken
B
maken
C
blussen

Slide 8 - Quizvraag

Op de bouw dragen werknemers een ...... om hun hoofd te beschermen.
A
helm
B
hoed
C
pet

Slide 9 - Quizvraag

Het kind moet zijn speelgoed aan het eind van de dag .......
A
spelen
B
opbergen
C
weggooien

Slide 10 - Quizvraag

De afkorting EHBO betekent:
A
Eerste Help bij Oogletsel
B
Extra Hulp bij Onderwijs
C
Eerste Hulp bij Ongelukken

Slide 11 - Quizvraag