Herhalingsles marketing

Herhalingsles Marketing
IBS Dierenspeciaalzaak
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Marketing
IBS Dierenspeciaalzaak

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel BTW zit er op Versele Laga prestige sticks? (zie afbeelding)
A
0%
B
9%
C
19%
D
21%

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken van het volgende product de verkoopprijs (denk ook aan de BTW):
Inkoopprijs vogelspeelgoed: €6,50 (excl. BTW)
Marge: €4,80
A
€11,30
B
€13,67
C
€8,93
D
€14,70

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste beschrijving naar het bijbehorende bedrijfseconomische begrip.
Intensieve distributie 
Selectieve distributie
Exclusieve distributie 
Dit zijn voornamelijk voer of bodembedekkers, producten die in veel winkels verkrijgbaar zijn. Ook wel gemaksgoederen genoemd. 
Het gaat hier vaak om shopping goods. Producten zijn niet overal verkrijgbaar en hebben vaak een hogere waarde.
Het gaat hierbij om speciale producten, dit zijn vaak dure producten van hoge kwaliteit.

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van een thema reclame? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Heeft een lange looptijd
B
Reclamefolder met wekelijkse actie
C
Stimuleert impulsaankoop
D
Doel is meer merkbekendheid creëren

Slide 5 - Quizvraag

Themareclame: lange looptijd en doel is meer merkbekendheid creëren. Sfeer speelt een belangrijke rol in de reclame. Niet direct om omzet te genereren, maar vooral om doelgroep positief te beïnvloeden. 

Actiereclame: is reclame middels een folder bijvoorbeeld wekelijkse acties en stimuleert impulsaankoop. Heeft juist een korte looptijd. Vooral als doel om omzet te genereren.
Bekijk de afbeelding. In welke productgroep kan deze verzameling van producten vallen? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Productgroep herpeten
B
Productgroep gerbils
C
Productgroep huisvesting
D
Dit valt niet binnen een productgroep

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste beschrijving naar het bijbehorende bedrijfseconomische begrip.
Vaste kosten 
Directe kosten
Indirecte kosten 
Variabele kosten 
Alle kosten die niet veranderen en die standaard maandelijks terugkomen. 
Kosten die maandelijks veranderen en afhankelijk zijn van de verkoop. Bijvoorbeeld energiekosten.
Kosten die direct aan de klant toegewezen kunnen worden. Bijvoorbeeld inkoopkosten.
Kosten kunnen niet direct aan de klant toegewezen worden. Bijvoorbeeld energiekosten, omdat er voor de gehele winkel energie nodig is.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bepaal het assortiment van de volgende beschrijving (twee antwoorden):
Deze winkel heeft alleen artikelen te koop voor vogels, maar voor vogels is dan ook alles te koop!
A
Breed assortiment
B
Smal assortiment
C
Diep assortiment
D
Ondiep assortiment

Slide 8 - Quizvraag

Een breed assortiment is verdeeld over verschillende productgroepen. Een voorbeeld van een breed assortiment zien we in een warenhuis. Een warenhuis heeft heel veel verschillende producten. maar ze hebben van die verschillende producten weinig soorten van het zelfde producten en weinig merken van een product.

Een smal assortiment betekent dat ze in hun assortiment weinig verschillende producten hebben. Een smal assortiment zie je vooral bij speciaal zaken. Waar ze maar een paar producten verkopen.

De begrippen diep en ondiep moet je koppelen aan de begrippen smal en breed. Diepte in het assortiment betekent dat er veel keuze is in het product. Als je nou een broek zou verkopen dan zou het bij het begrip diep assortiment betekenen dat je veel keuze hebt in die broek zoals verschillende kleuren van die broek, verschillende merken en modellen. Ondiep is juist dat ze het product wel hebben maar dat er geen keuze is. 

Diep en ondiep betekent eigenlijk de volledigheid van een assortiment. Voorbeeld: in een warenhuis is het assortiment breed en opdiep: veel verschillende producten maar weinig keus.
Welk product behoort tot het kernassortiment van een dierenspeciaalzaak?
A
Kattenbak
B
Vogelvoer
C
Thermometer
D
Volièrekooi

Slide 9 - Quizvraag

Kernassortiment bevat producten waar de meeste marge op zitten en die een klant verwacht zodra hij de winkel binnenstapt. 
Leg uit wat waarom bedrijven aan promotie doen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef voorbeelden van promotie materialen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van onderstaande begrippen een woordenboek
Directe kosten ​                                 Indirecte kosten                                         Vaste kosten                                        Variabele kosten
Inkoopprijs ​                                        BTW                                                                  Winstmarge
Distributiestructuur                       Intensieve distributie                              Selectieve distributie                       Exclusieve distributie ​
Speciality goederen                      Gemaksgoederen                                      Shopping goederen​
Sponsering​                                        Actiereclame                                               Themareclame​
Merkbescherming​                         Klantenbinding​                                            Imago​
Marketing​                                          Promotie​                                                          Positioneren​                                        Concurrentie​
Merchandise​                                    PR​                                                                        Logistiek​                                               Marktdekking​
Directe verkoop​                               Indirecte verkoop

























Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de quiz
Wat wist je al? Wat moet je nog extra leren?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies